In deze rubriek diept Jacques Sys anekdotes op uit de kelder van zijn geheugen. Vandaag: Jean-Pierre Papin.

Trainer van Club Brugge worden, dat was de stille droom van Jean-Pierre Papin. Hij vertelde dat vijf jaar geleden toen lezers van dit blad hem uitriepen tot de beste buitenlander in de geschiedenis van Club Brugge. En dat ofschoon de Franse prijsschutter maar één jaar voor blauw-zwart had gevoetbald, voor hem een springplank naar de Europese top, met onder meer passages bij Olympique Marseille, AC Milan en Bayern München.

Er zijn van die interviews die je in een lange carrière bijblijven. Zoals dat met Jean-Pierre Papin in mei 1985, kort nadat hij bij Club had getekend. De toen 21-jarige spits was topschutter van tweedeklasser Valenciennes en woonde in een grauwe en benepen straat van deze niet echt bruisende Noord-Franse stad. Op een kleine flat waarin de living ook dienstdeed als slaapkamer, waarin een duffe geur hing en waarin zijn vrouw constant leefde tegen de rand van een zenuwinzinking. Het gezin, met ook nog een toen zes maanden oud zoontje, moest rondkomen met omgerekend 750 euro per maand, de schulden stapelden zich op. Gelukkig was er het vooruitzicht van een verhuis naar het tegen Brugge gelegen Veldegem waar een door veel groen omgeven huis op hen wachtte.

De ellendige woonomstandigheden hadden het vertrouwen van Papin niet aangetast. Hij was vijf keer gescout door Club Brugge, onder meer ook door Raoul Lambert die verbaasd constateerde: “Hij is zelfs nog beter dan ik.” Papin, die tot zijn zestiende naar school was geweest, aanhoorde het compliment lachend en ontleedde desgevraagd zichzelf: een speersnelle en agressieve spits, constant in beweging, met een redelijke techniek, een behoorlijk kopspel, een zwakke linker, maar een staalharde rechter. Aan al die kwaliteiten had hij geschaafd in het roemruchte opleidingscentrum in Vichy, de stad waar hij ook zijn vrouw had leren kennen.

En nu zaten beiden dus in Valenciennes, omringd door tristesse, want een hoge werkloosheid zorgde bij de inwoners voor veel somberheid. En toen we Papin en zijn vrouw vervolgens uitnodigden om in de binnenstad iets te gaan eten, flikkerden zijn ogen. In een Italiaans restaurant vuurde Papin een batterij vragen over Club Brugge op ons af. En toen hij vertelde dat hij vooral brandgevaarlijk is als hij de ruimte krijgt en hoorde dat aanvallers die ruimte in de Belgische competitie amper vinden, repliceerde hij: “Dat komt omdat ze te weinig bewegen, omdat ze met te weinig agressie voetballen.” Hij voorspelde dat hij zich te pletter zou lopen, hij wist gegarandeerd dat hij bij Club zou slagen. Het klonk niet eens arrogant. Hij wilde deze ultieme kans grijpen, want zijn vrouw had hem voor een ultimatum geplaatst: als er voor hem geen interesse zou komen, dan wilde ze niet langer in Valenciennes blijven, dan moest hij kiezen tussen haar en de voetbalsport, dan was het scheiden of verder spelen.

Club Brugge was een reddingsboei voor Jean-Pierre Papin, die het in de beginperiode bij blauw-zwart niet breed had. Toen de spelers van Club op een gegeven moment een feestje wilden organiseren en een grote koude schotel hadden laten aanrukken, begon Papin de broodjes op te eten terwijl iedereen onder de douche stond. Hij keek vervolgens eens schichtig rond en maakte aanstalten om met die schotel naar huis te vertrekken. Net op tijd kreeg doelman Birger Jensen dat in de gaten. Hij pakte Papin bij de kraag en duwde hem tegen de muur. De Fransman zag zo wit als krijt.

Maar Jean-Pierre Papin paste zich snel aan. Hij maakte goals en schiep door zijn beweeglijkheid ruimte voor anderen. Later, toen hij tot het sterrendom toetrad, bleef er niet veel meer over van die goedlachse en sympathieke jongen die we in Valenciennes hadden ontmoet. Hij bouwde rond zich een pantser van ontoegankelijkheid. Tot hij in 2008 tot de beste buitenlander van Club Brugge werd verkozen, naar het Jan Breydelstadion terugkeerde, de aftrap van een Brugse derby gaf en door de supporters stormachtig werd toegejuicht.

Met zijn trainerscarrière verliep het niet zo best. Nadat Jean-Pierre Papin in mei 2009 bij RC Lens werd ontslagen, zat hij anderhalf jaar thuis. Tot hij bij tweedeklasser Châteauroux werd aangesteld. Jean-Pierre Papin wordt in november 50 jaar. Naar Club Brugge zal hij wel nooit meer terugkeren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier