Michael Schumacher mag nog zoveel wedstrijden en zelfs wereldtitels winnen als hij wil (en kan, dßt vooral) : een tweede Ayrton Senna wordt hij nooit. Bij de huidige generatie Formule 1-rijders komt daarvoor maar één coureur in aanmerking : de 26-jarige Colombiaan Juan-Pablo Montoya. Spreekt bovendien zoals hij rijdt : aldoor plankgas.

Fouten heeft Juan-Pablo Montoya vorig seizoen zeer zeker gemaakt. Maar zijn debuut bij de grote jongens van de Formule 1 mocht best gezien worden. Hij pakte drie keer de pole position, in totaal 31 WK-punten (goed voor een zesde plaats in het eindklassement), en in Monza zowaar zijn eerste Grote Prijs. Met porties stuntwerk tussendoor : Montoya heeft in 2001 zijn entree in de Formule 1 niet gemist.

Maar hij was dan ook met veel bazuingeschal in het circus binnengehaald. Dat komt : weinigen zijn zo voor het autoracen geboren als Juan-Pablo Montoya, overigens op 20 september 1985 geboren in de Colombiaanse hoofdstad Bogota. Op amper zesjarige leeftijd won deze zoon van een architect en zelf gewezen autocoureur in het karten zijn eerste van vele Colombiaanse jeudgtitels. Nadien ging het naar Miami – want structureel en infrastructureel is een land als Colombia onvoldoende uitgerust voor autoracerij.

Met de loopbaan van Juan-Pablo ging het gestaag hogerop. Via het Britse Formula Vauxhall-kampioenschap (1995) over het Britse Formule 3-kampioenschap (1996) naar de Formule 3000, zoals bekend de wachtkamer van de Formule 1. Daar wordt hij in 1998 wereldkampioen met een recordaantal punten. Datzelfde jaar test hij bij Williams en tekent bij dat team een langlopend contract.

De transfer naar de Formule 1 moet even in het diepvriesvak : Williams kiest voor Alex Zanardi (kampioen in de CART, de Amerikaanse tegenhanger van de Formule 1) om Jacques Villeneuve te vervangen. Montoya suddert op zijn beurt in de cart gaar. En hoe ! Meteen kampioen, de jongste in de geschiedenis van het cartkampioenschap. In 2000 toert Montoya nog altijd in de States rond. Met een mindere wagen en minder succes, al smijt hij wel de 500 Mijl van Indianapolis op zijn erelijst.

et jaar 2001. Eindelijk naar Williams en meteen in de clinch met de andere rijder daar, Ralf Schumacher. Nergens lopen de verhoudingen tussen teammaats zo scheef als bij Williams. De hatelijkheden slingeren heen en weer. Ook Michael Schumacher heeft geen hoge pet op van Montoya. Ligt de Colombiaan wakker van de verwijten van de Schumachers ? “Jongen toch, wat kan het mij nu schelen wat de Schumachers van me vinden of zeggen ? Tachtig procent van wat je leest is bullshit van reporters.”

Daarbij, hij heeft geen zin om de populaire vent uit te hangen. “Formule 1 is geen populariteitspoll. De magie van dit wereldje kan me gestolen worden. Glamour en vedettisme ? Loop toch weg kerel. Ik rij met snelle wagens omdat ik dat graag doe. Omdat ik er de kost mee verdien. Omdat het mijn werk is, en daar ben ik dag en nacht mee bezig. Ik ben hier niet om vriendjes te maken.”

Vrienden maken, dat niet – snelheid daarentegen. “Rijden met die brutale, krachtige machine. De snelheid die zo’n auto haalt. De G-krachten die je lichamen te verduren krijgen. De manier waarop je met die machine door een bocht scheurt. De kracht als je pas vijftig meter voor de chicane op de rem staat. Die machine tot aan de limiet brengen, die limiet verleggen : de kick die dat geeft. Dat heb ik nodig, daar doe ik het voor.”

Gevaarlijk toch ? Montoya’s filosofie is : “Wat moet gebeuren zal gebeuren. Of je nu hysterisch achter het stuur zit dan wel rustig : aan de uitkomst verandert dat niets.” Zelf zit Juan-Pablo Montoya hysterisch noch rustig achter het stuur. Hij laat zijn instincten regeren. Daarom doet hij zo denken aan Ayrton Senna, zijn idool. En daarom hebben we van de Colombiaan nog het laatste niet gezien. James Allen, commentator bij de Formule 1-wedstrijden voor ITV : “Ik herinner me – hij zat toen nog in de F 3000 – hoe Montoya eens een inhaalmanoeuvre uitvoerde op de Casino Square in Monaco. Niemand had zoiets voor mogelijk gehouden. Meer zelfs, niemand had er ook maar aan gedacht. Montoya wel.”

et huidige seizoen is te vers voor conclusies. In drie Grote Prijzen bevestigde Juan-Pablo Montoya (tweede in Australië en Maleisië, vijfde in Brazilië, derde in de WK-stand) zijn status als runner-up van Michael Schumacher. Maar de lijn tussen instinct en onbezonnen risico blijft flinterdun : in Sao Paolo liet Montoya zich het voordeel van zijn pole position afsnoepen en bekocht de roekeloosheid waarmee hij zijn gemankeerde start wilde herstellen met blikschade en een stop bij de pit.

Staat Michael Schumacher voorlopig nog een trapje te hoog ? Montoya vindt de Duitser als rijder maar zozo. “Maar hij beschikt natuurlijk over een prima wagen. En over ervaring.”

En wanneer gaat hij nu trouwen met zijn vriendin, Connie Freydel ? “Dat ga ik toch niet aan jou vertellen. Denk je soms dat ik gek ben ?”

door Ben Herremans,

“Montoya doet in een race dingen waar geen enkele andere rijder nog maar aan gedacht heeft.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content