Geniaal of een beetje gek ? Wat maakt het uit, Mario Cipollini is gewoon zichzelf : spontaan, extravert, anders dan de anderen. Zijn verhaal begint in 1974. De zevenjarige Mario wordt ontdekt terwijl hij in de tuin van de ouderlijke villa in San Giusto di Compito aan het spelen is. Hij krijgt zijn eerste veelkleurige fietstrui en, vooral, zijn eerste fiets.

Cipollini sprint van de ene zege naar de andere. Voor hij in 1989 prof wordt, kwam hij al 115 keer als eerste over de streep en heeft hij al een wereldtitel in de ploegentijdrit bij de junioren op zak. Cipollini wil er altijd boven uitsteken, zich niet gedragen als de anderen. Hij is zich bovendien terdege bewust van zijn uitzonderlijke capaciteiten als wielrenner. “Ik weet niet of ik dezelfde zou zijn geweest zonder die successen, maar ik kan me mezelf niet anders voorstellen dan als een winnaar.”

Dat de kleine Mario geen gewone jongen is, kunnen zijn ouders, vader Vivaldo en moeder Alfreda, maar al te goed bevestigen. Hoe dikwijls staat het angstzweet hen niet in de schoenen, omdat de jongste van hun drie kinderen weer eens niet wil luisteren. La mamma vertelt erover alsof het gisteren was. Zoals die keer toen Mario tegen het verkeer in reed en op een haar na gegrepen werd door een vrachtwagen. “Mocht mijn zoon ooit zo handelen als ik, ik zou het besterven”, bekent Cipollini later. “Zo zag ik eens een western waarin cowboys indianen vastbonden aan een paal, die ze later in brand staken. Wel, de volgende dag zocht de buurman gedurende meerdere uren naar zijn twee zonen. s’ Avonds vond hij ze, vastgebonden aan een boom. Maar ik had ze niet in brand gestoken…”

et is duidelijk : Mario Cipollini heeft nooit gehouden van een monotoon leventje. Maar dat wil niet zeggen dat le beau Mario er een losbandig leven op nahield. Was hij niet een toonbeeld van professionalisme, dan stond de Italiaanse spurtbom nu niet helemaal bovenaan de zegelijst van alle renners die momenteel het peloton bevolken (171 overwinningen tot en met Gent-Wevelgem). De soms wat grootsprakerige en bombastische stijl van Cipollini verbergt volgens de betrokkene zelf overigens een heel andere karaktertrek. “Als ik mij onder mensen bevind die meer gestudeerd hebben of meer levenswijsheid bezitten, zal je me niet horen. Dan zwijg ik en luister ik alleen naar wat zíj te vertellen hebben.”

Super Mario ijvert ook al jaren om het imago van de wielersport te verbeteren en, vooral, te moderniseren. Zorgde hij er immers niet voor dat de broeken die de renners dragen niet meer monotoon zwart zijn ? “De mensen verwachten altijd iets speciaals van mij. Ik doe nochtans weinig om aan dat verwachtingspatroon te beantwoorden”, verrast Cipollini. Hij houdt nochtans van het showelement. Zo zal hij zelden op een persconferentie verschijnen zonder een of andere opmerking te geven. “U zit er zo sip bij. Is uw kat misschien gestorven vanmorgen ?”

In de Giro van 1997 stond hij in Milaan op het podium met een hagelwitte smoking, gekocht in een tankstation langs de autosnelweg. Cipollini die wint en de organisatoren en journalisten een half uur laat wachten, tot hij zich gedoucht heeft en pico bello gekleed en met blinkende schoentjes te voorschijn komt. Het imago verzorgen, dat blijft het credo van de onvoorspelbare anticonformist Mario Cipollini. Le beau Mario die zich verkleedt als Julius Caesar in de Ronde van Frankrijk, het shirt van Ronaldo aantrekt in de Giro of op de Franse nationale feestdag van start gaat in een tricolore trui. Of nog, Cipollini die tijdens een rechtstreekse tv-uitzending de vrouwelijke tolk in het oor fluistert, maar net luid genoeg zodat iedereen het kan horen : ” Sei carina, sai ? ( Je bent mooi, weet je dat ?)”

Soms kan hij helemaal niet lachen met de grappen en grollen van een ander. Mario Cipollini heeft ook een minder fraaie kant. Twee jaar geleden mocht Cerezo het nog letterlijk aan den lijve ondervinden. Aan de start van de Vuelta kreeg de Spanjaard een rake klap in het aangezicht. Cipollini rijdt bepaalde wedstrijden liever niet – wedstrijden die hem niet liggen of waarin het financiële niet opweegt tegen de inspanningen die hij ervoor moet leveren.

Het neemt niet weg dat Cipollini een renner is die niemand koud laat. En nu hij op vijfendertigjarige leeftijd eindelijk Milaan-Sanremo op zijn palmares wist te schrijven, treedt hij definitief toe tot het rijk van de Campionissimi.

door Nicolas Ribaudo,

Cipollini rechtstreeks op tv tot de vrouwelijk tolk : “Je bent mooi, weet je dat ?”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content