Of ze het nu wijzend, roepend, grimassend of ijsberend doen, week na week vuren onze trainers op eigen wijze hun spelers aan. Maar waar halen ze zelf de mosterd? Achttien trainers over wie hen inspireert. Deze week is Georges Leekens aan de beurt.

Raymond Goethals en Guy Thys

Raymond is een beetje mijn voedstervader geweest. Bezeten van voetbal. Tactisch heel sterk. Grote trainer. Hij had de feeling. Een man waar je ook iets aan kwijt kon. Kwam wel eens naar je toe, pakte je vast en zei ( imiteert Goethals): ‘ Georges, Georges, Georges, ton équipe … hmm, ce n’est pas …’ Zo grijp ik ook wel eens een jongen bij zijn kraag.

“Op het tactische vlak bleef zeker de onderlinge dekking hangen. De cover doen van elkaar, daar hamerde Raymond op. Met achterspelers die soms ver doordekten, zodat de tegenstander lateraal moest spelen. Hoe trager de andere partij voetbalt, hoe meer tijd je hebt om je te organiseren. En dan lok je hen in de vrije zone – wat Tomislav Ivic heel goed deed – om hen daar met veel lopende mensen op te vangen. Je moet de tegenstander dwingen om te doen wat jij wil, dát is dominant voetballen.

“Goethals was ook de man van de buitenspelval. Bij STVV speelde hij met vier verdedigers in een soort 4-4-2. De tegenstander móét dan wel intelligent voetballen, kan niet blind vooruitstormen. Wij proberen nog regelmatig de andere ploeg zo onder druk te zetten.

“Ook het bespelen van de pers kon Goethals redelijk goed. De media zijn geen tegenstanders, zij houden het voetbal populair. Jij als journalist bent eigenlijk een collega van mij.

“Van Raymond weet ik ook nog: juist proberen te analyseren en een boodschap meegeven, soms met een komische noot. Goethals en Thys waren tegenpolen. Guy was meer de diplomaat, de gentleman met sigaar en whisky.

“Spelers renderen niet als ze voelen dat de druk te groot wordt. Er moet een bepaalde ambitie zijn, maar druk zetten is kunstmatig. Soms bereik je meer door rust te geven. Guy deed dat. Een gezond spanningsveld creëren is heel wat anders dan druk uitoefenen. Spelers moeten ontspannen geconcentreerd zijn.”

Ernst Happel

Happel maakte ik vijf jaar mee. Nonchalanter dan Goethals. Tactisch ook meer die Sturm und Drang. Terwijl Raymond de neiging had om wat terug te kruipen, in een 5-4-1 bijvoorbeeld, zag je hoe bij Happel de twee buitenverdedigers constant mee waren.

“Ernst was een echte báás, maar de groep moest zichzelf ook kunnen corrigeren. Goethals werkte meer gestructureerd. Ik maak een mix. Afhankelijk van de periode waarin je zit, leg je het accent meer zus of zo.

“Bij Happel moest je veel zelf invullen en aanpassen. Hij pikte er vier, vijf of zes spelers uit en gaf die heel veel verantwoordelijkheid. Je hebt altijd een ruggengraat nodig: gasten die vooropgaan, ook als het minder loopt. Grote ploegen beschikken meestal over een goede lengteas, met daarin mensen die het verschil maken. Als een boom. De stam is het belangrijkste, de takken volgen wel. Anderzijds komt de creativiteit tegenwoordig niet meer uit het centrale gedeelte.

“Happel was op-en-top praktijkman. Alles wat je nu wetenschappelijk kan bewijzen, zat in zijn trainingen. Ik ben een mengsel: theorie en praktijk. Mijn opleiding aan het sportkot heeft me natuurlijk al een beetje gevormd. Maar al die theorie moet in het teken staan van het bekomen van een resultaat.

“Ernst had niet alleen controle over zijn elftal, maar ook over de club. Heel het randgebeuren moet in orde zijn om positief te kunnen werken. Als bijkomstige beslommeringen te veel tijd opeisen, kan je je niet ten volle concentreren op je spelers. En zíj moeten het doen. Ik was in het begin een te grote controlefreak. Je moet de werking van het geheel voor een stuk uit handen kunnen geven. Je beschikt over een heel team, het is belangrijk daarmee te leren werken.

“Vroeger vond ik ook dat iedereen zo gemotiveerd moest zijn als ik, in dezelfde mate een winnaar, even gebeten. Ik besef nu dat dat niet altijd zo is.

“Communicatie was ook bij Happel heel belangrijk. Dat betekende niet dat alles uitgelegd moest worden. Vaak was het motto: aanvaard de situatie. Ik spreek over de jaren ’70 en ’80. Naar links was naar links. Nu is het terecht dat een speler al eens opmerkt: ‘Naar links, oké, maar waarom?’ Je moet daarbij een woordje uitleg kunnen geven.

“Van Happel leerde ik dat je als trainer duidelijk, vastberaden moet overkomen. Ernst was niet uit zijn lood te slaan. Trainers die twijfelen of zenuwachtig zijn, geven dat door aan hun spelers.

“Met zijn charismatisch leiderschap kon Happel heel goed iets overbrengen. Ook hij had die feeling. Fysiek én mentaal sterk, hoewel hij volgens mij van sportpsychologie geen jota kende.”

Ervaring

“Het lichaam van een voetballer bestaat uit drie delen. Van je voeten tot je middel zit je talent. Dat heb je of heb je niet. Misschien is dat maar goed genoeg voor de derde klasse, dat maakt je niet minder als mens. Vervolgens is er het gedeelte van je middel tot je hoofd. Daar kan je aan werken. Van een 1000 cc kan je geen 3000 cc maken, maar je kan hem wel wat opdrijven. Happel was in dat opzicht duidelijk: ‘Zonder een uitstekende conditie kan je niet presteren op topniveau, dan moet je te veel compenseren.’ Het derde en laatste deel is het hoofd.

“Ik geloof nogal sterk dat een positieve manier van denken een aantal dingen kan beïnvloeden. Als je iets echt wil, kan je dat ook bereiken. Voorbeeld: waar ik wil zijn, komt altijd een parkeerplaats vrij. Maar als je vertrekt met het idee dat er weer geen plaats zal zijn op de parking … Dát is psyche, ik ervoer dat door de jaren heen. Het ligt ook in mijn natuur. Denk je constant dat die bal niet binnengaat, dan zal dat ook zo zijn. Met een positief gevoel in de groep – kijk naar Cercle – kom je soms tot extreme prestaties. In die zin is het belangrijk om evenzeer te benadrukken wat goed was, zelfs in crisissituaties.

“Ook Goethals liep niet met oogkleppen op, dacht ook al aan andere punten dan louter het fysieke en het technische. Bovendien redeneerde hij in termen van complementariteit: je moet niet altijd de beste spelers opstellen om het beste elftal te krijgen.” S

door kristof de ryck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content