Groot was in het begin de hoop, klein de speelkansen, maar zie, Dimitri de Condé kwam in Genk alsnog in de ploeg. ‘Ik maak een evolutie door.’

Met de carrière van Dimitri de Condé leek het nadat hij Standard verliet helemaal de verkeerde kant op te gaan : Charleroi, Eendracht Aalst en Lommel kregen alledrie financiële en sportieve problemen. Maar vervolgens bleek Heusden-Zolder ondanks de degradatie toch het wipplankje dat hem naar RC Genk bracht : financieel gezond en met ambitie voor de top.

“Door wie ik op straat nog het meest aangesproken word,” zegt de Condé, “is door supporters van Standard, die zeggen dat ze niet begrijpen hoe het kan dat ze mij daar lieten vertrekken. Dan is Genk een mooie revanche, vind ik.”

Voor het eerst sinds lang kan hij zo weer voor een prijs meedoen. “Dat is ook een van de redenen waarom ik voor Genk koos. Ik heb de wedstrijden die ik in competitieverband speelde nog niet verloren dit seizoen. Dat is bij andere ploegen wel eens anders geweest ( lacht). Dat maakt het aangenamer ondanks dat je soms minder speelt. Ik zou heel ver willen gaan in de beker dit jaar. Dat is dan een individuele ambitie omdat ik bij Standard een finale heb gespeeld en verloren, twee keer de halve finale ook, bij Lommel heb ik in de halve finale gezeten, vorig jaar kwartfinale. Ik ben altijd ver geraakt bij mijn vorige ploegen en ik voel dat we met deze ploeg, meer dan met mijn vorige clubs, in een of twee confrontaties iedereen aankunnen. In het verleden vroegen ze wel eens of ik wel genoeg ambitie had, maar op sommige momenten moet je het geluk hebben.”

Toch vroeg hij zich voor de topper tegen Anderlecht openlijk af of Genk wel de juiste keuze was geweest. Veel meer dan een basisplaats tegen Brussels, waar hij na een half uur werd gewisseld, en wat invalbeurten, waren hem nog niet ten deel gevallen. Uiteindelijk bleek hij zich op Anderlecht te mogen opwarmen, maar ook niet meer dan dat. “Ik denk dat dat logisch is, als je niet speelt terwijl je alternatieven achter de hand had. Maar in mijn diepste binnenste weet ik dat dit de beste keuze is : ik ben Limburger en ik weet wat er leeft. Al grappen ze soms wel tegen SemFranssen en mij omdat wij uit het verre noorden van Limburg komen ( lacht). De laatste weken heb ik ook meer het gevoel dat ik bij de groep hoor, wat ik in het begin minder had. Ik had het gevoel dat ik niet nuttig genoeg was. Ik vond dat ik met mijn kwaliteiten en ervaring meer kon doen. Dat is de laatste weken dus verbeterd.

“Ik heb toen laten horen hoe ik mij voelde en conclusies getrokken dat ik dat niet mocht laten blijken in een negatieve motivatie. Ik heb het daar met de trainer over gehad. Op dat moment heb ik mij ook mentaal wat herpakt. Ik had niet verwacht, niet gehoopt dat ik zo weinig zou spelen. Ik was het ook niet meer gewend. Maar je ziet dat de trainer vooraan en in het middenveld heel veel wisselt : op die positie is er heel veel concurrentie en zijn er heel weinig zeker van hun plaats. Dat en het feit dat we goede resultaten neerzetten, maakt het allemaal makkelijker om mee te leven. Ik heb daar nu een positieve motivatie uitgehaald en mij sportief herpakt.”

Hij had, zegt hij, in het begin geen juiste kijk op de manier van werken van de trainer. “De laatste maanden is mij duidelijk geworden dat hij bij veel spelers op die manier handelt, in het kader van de ploeg en zijn ideeën. Daar moet je je als speler dan bij neerleggen. Voor mij lag de match tegen Standard, waar ik zelfs niet mocht opwarmen, gevoeliger omdat ik daar vier jaar gespeeld heb en de omstandigheden zich tegen ons keerden met een rode kaart. Maar het heeft gewoon wat tijd gevergd voor ik de trainer in zijn gedachtegang kon volgen. Nu weet ik : er wordt constant gewisseld. Daar hebben we ons allemaal wat in moeten vinden.”

Tegen AA Gent startte hij in het eigen Fenix-stadion voor het eerst in de basis, waarna hij vaker aan spelen toekwam. “De laatste weken heb ik iets meer gespeeld, ja. Doordat ik tegen Gent in de basis mocht beginnen, kon ik iets laten zien en dat deed wel goed. Na een paar weken was het mij wel duidelijk dat de ik de kansen die ik zou krijgen, moést grijpen. Anders ga je ten onder, dan kan het rap gedaan zijn. Die momenten zal ik ook in de toekomst dus moeten pakken, wat niet altijd evident is. Dat brengt een zekere druk mee, maar ik denk dat ik daar nu gezien mijn leeftijd beter mee omkan. Als je 20 bent, is dat, denk ik, moeilijker.

“Ik had ook een iets centralere rol gekregen, waardoor ik me beter kon uiten. Ik ben, als ik op de flank speel, niet de man die de lijn gaat doen. Ik krijg zelfs daar in de bespreking een vrije rol toebedeeld. De komst van Engelaar is voor mij geen slechte zaak geweest : hij heeft voetballend vermogen en als ik op het veld sta, klikt de samenwerking redelijk goed. Toen hij er niet was, was het in de voorbereiding ook voor mij toch meer zoeken, omdat de spelers zo gewend waren aan die 4-4-2 van Vergoossen, echt via de flanken, wat mijn spel niet is. Soms kiest de trainer voor de snelheid van Beslija, waardoor mijn speelkansen kleiner worden. Dat heeft dan gewoon te maken met troeven die we hebben, niet met die of die is beter. Zo hebben we voorin ook drie types spitsen, daar houdt de trainer enorm rekening mee.”

Ook de bank, zegt hij, is een van de troeven van Genk. “Bij veel ploegen is het naar het einde toe altijd afzwakken en afzwakken, tot het fout afloopt, terwijl bij ons wie op de bank zit soms het verschil maakt. Hoe dikwijls hebben we de laatste tien, vijftien minuten al niet gewonnen, ook door de inbreng van de wissels ? Wat mij op dit moment alleen een beetje tegenzit, is dat ik niet méér gescoord heb. Maar dat komt wel, want ik heb toch al een paar keer de binnenkant van de paal geraakt ook.”

En in de beker tegen Kermt-Hasselt uit een fraai vrije trap gescoord. “Vorig jaar heb ik er ook vier of vijf gemaakt en in Standard ook veel. Meestal gaat dat minder als je het moeilijker hebt. Met vertrouwen gaan ze makkelijker binnen.”

Dat vertrouwen is dit seizoen inmiddels groter geworden. “Ik maak een evolutie door, in een nieuwe ploeg. Je wordt rustiger in alles, leert beter met situaties omgaan. Toen ik jong was, zeiden ze altijd dat een hoger niveau voor mij weggelegd was, dat ik daar nu zit, geeft mij wel een voldoening. Ondanks veel moeilijkheden heb ik mijn weg gevonden. En ik hoop dat nog een hele tijd voort te zetten.”

door Raoul De Groote

‘Ik voelde me niet nuttig genoeg.’

‘Ondanks veel moeilijkheden heb ik mijn weg gevonden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content