Met de aankoop van Dmitri Bulykin nam Anderlecht een risico, want een garantie op doelpunten is de Rus niet. Toch scoorde hij meteen twee keer tegen KV Kortrijk. ‘Ik wil na al die povere jaren gewoon weer lekker voetballen.’

Anderlecht heeft er een nieuwe playboy bij: Dmitri Bulykin (28). Gedegen concurrentie voor die andere populaire jongens Lucas Biglia en Guillaume Gillet. We melden ons in het Constant Vanden Stockstadion voor een interview met de nieuwe aanwinst van paars-wit. Die stond erop dat we een Russische tolk meebrachten, ondanks het feit dat hij toch een mondje Duits en Engels spreekt. Maar de angst om verkeerd begrepen te worden is groot. Onze tolk, Sergey Aksimovich, weet ons te vertellen dat Dmitri Bulykin – bijnaam Dima – in Rusland de status geniet van populaire posterboy, iemand die vaak de boekjes haalde en veel gevraagd werd in televisieshows.

Het is om die reden dat Bulykin in eerste instantie weigerachtig staat tegenover een fotoshoot. “Te veel problemen mee gekend in Rusland”, mompelt hij. “Neem maar een foto uit een wedstrijd.” Na enig aandringen wil hij dan toch. Het mag duidelijk zijn: Dmitri Bulykin wil er alles aan doen om een goede eerste indruk te maken in Anderlecht. Zodanig dat hij – toch Russisch international geweest én ervaring in de Bundesliga – bloednerveus aan de aftrap verscheen in zijn debuutwedstrijd tegen KV Kortrijk. Dat hij in het begin van de partij voor open doel miste, weet hij achteraf aan die nervositeit. Nadien zette de stoere Rus dat foutje wel recht door tweemaal te scoren, een mooie binnenkomer. Ariël Jacobs sust: “Je moet nog bekijken hoe het verder loopt. Het was absoluut geen cadeau om hem meteen te laten starten, eerder een noodzaak. Dmitri had nauwelijks meegetraind en kende zijn ploegmaats amper. In die optiek is de timing van zijn komst nogal ongelukkig, want door de interlandperiode was bijna iedereen de voorbije dagen weg en kon je dus niet op automatismen trainen. Het zal nog een tijdje zoeken zijn voor hem. Wat me wél enorm bevalt aan Bulykin, is zijn ingesteldheid. Het is geen einzelgänger en hij gaat niet snel zweven. Na de twee goals in zijn debuutmatch stelde hij in de pers dat het nog beter moest en ook in de kleedkamer gedroeg hij zich niet ineens als de grote Jan. Ik ken er anderen …”

Dmitri Bulykin: “Ik was echt nerveus voor die eerste wedstrijd. Mijn manager had me op het hart gedrukt dat het heel belangrijk was een goede eerste indruk te laten. In Leverkusen zat ik te lang op de bank, als je dan de kans krijgt ergens aan de bak te komen, moet je die kans grijpen. Dat zei ook Hans-Peter Lehnhoff ( teammanager van Leverkusen,nvdr) mij.”

Wat zijn je eerste indrukken van Anderlecht?

“Ik weet dat Anderlecht een van de grootste clubs in België is en op een rijk gevuld verleden kan rekenen. Je merkt meteen dat in dit land alle aandacht naar Anderlecht uitgaat. Te vergelijken met Bayern München in de Bundesliga. Het niveau van de competitie ligt hier misschien wat lager, maar ik merkte op training dat er ook getalenteerde spelers rondlopen. Sasha Iakovenko en Stani Vlcek zorgden voor mijn opvang, zij spreken beiden perfect Russisch.”

Anderlecht trok tijdens de vorige winterstop al aan je mouw, maar toen wilde Leverkusen je nog niet laten gaan. Was je ontgoocheld?

“Ik was in feite niet zo op de hoogte van hoe concreet de belangstelling was. Bovendien kreeg ik na de winterstop iets meer speelgelegenheid.”

Je hebt drie dochtertjes, komen die allemaal mee naar België?

“Neen, ze blijven in Rusland. Enkel de vakanties komen ze over. Misschien komt de jongste binnenkort wel naar België wonen. Het is lastig om je kinderen zo lang te missen en hen zo weinig te zien, maar dat het is nu eenmaal zo: mijn vrouw, Katja, is een echte business woman, we hebben weinig tijd voor de kinderen.”

Een mooie verschijning trouwens, ze zat naast je in de tribune in de wedstrijd tegen AA Gent. In Rusland had je de reputatie een playboy te zijn?

“In Rusland ben ik wel populair, ja, ik stond er vaak in magazines en kranten. Er zijn al veel foto’s van mij gepubliceerd. Ik begrijp dat wel … Ik ben nu eenmaal knap. ( lacht) Ik zit niet zo met dat imago, anderzijds merk je dat het veel jaloezie opwekt en dat sommige mensen je zwart proberen te maken.”

Akkoord met Portsmouth

Op YouTube is een filmpje te zien dat je tot op vandaag achtervolgt: je wordt tijdens een wedstrijd met Dynamo Moskou uitgescholden door je toenmalige trainer Yuri Semin omdat je wanten draagt. Hij noemt je net geen mietje. Dat is behoorlijk kleinerend, nee?

“Ik kende die coach al van bij de jeugd, daar is niets aan de hand. Hij wilde me gewoon wat opnaaien voor de wedstrijd. Ik weet nog altijd niet waarom daar zoveel over te doen was. Ik was trouwens lang niet de enige van de ploeg die met wanten speelde.”

Wat kan je vertellen over je jeugdjaren in Moskou?

“Ik ben in Moskou opgegroeid, van mijn zeven tot elf jaar speelde ik voor Lokomotiv, dan ben ik naar een vakbondsclub in Moskou gegaan en mijn twee laatste schooljaren kwam ik voor CSKA Moskou uit, om vervolgens terug te keren naar Lokomotiv, bij de beloften. Mijn leven bestond uit voetballen, volleyballen en zwemmen. Met politiek was ik niet bezig en ik kwam niets te kort. Pas als je wat volwassener wordt, besef je uit wat voor een regime je komt. Aan het communisme denk ik niet veel meer, dat is iets wat ik al lang vergeten ben. Tegenwoordig is Moskou een stad in volle bloei, ik keer er graag terug om mijn familie en vrienden te zien.”

Je ouders hebben beiden op hoog niveau volleybal gespeeld, waren ze niet teleurgesteld dat hun zoon voetballer wilde worden?

“Mijn moeder moest haar carrière beëindigen na mijn geboorte: ik nam te veel tijd in beslag. ( lacht) Mijn vader speelde wel lange tijd op het hoogste niveau, voor CSKA Moskou en de nationale ploeg. Ik heb hem nooit echt bezig gezien, enkel de foto’s uit zijn succesrijke verleden wezen mij op zijn status. Ze spelen allebei nog steeds volleybal bij een seniorenclub. Mijn moeder is decaan van een sportfaculteit aan de hogeschool en mijn vader verantwoordelijke voor lichamelijke opvoeding bij een publieke instelling. Ik heb vroeger ook veel gevolleybald en gezwommen, maar ik herinner me nog goed hoe ik besliste voetbal te gaan spelen. Ik reed met mijn ouders voorbij een veldje waar wat jongeren aan het voetballen waren en toen zei ik hen: dat wil ik ook doen. Mijn vader probeerde me nog tot het volleybal te bekeren, maar zonder succes. Een tijdje lang combineerde ik drie sporten – volley, zwemmen en voetbal -, maar die combinatie werd onhoudbaar. Nochtans was ik best goed in die andere sporten, vooral in het zwemmen. Ik heb de sportgenen geërfd van mijn ouders.”

Je speelde voor drie van de grootste vier clubs in Moskou: Lokomotiv, CSKA en Dynamo. Dat lijkt me niet zo evident?

“Dat moet ik nuanceren. Bij Lokomotiv zat ik eerst in de belofteploeg, daar brak ik door en ben ik getransfereerd naar Dynamo. CSKA was bij de jeugd, ik was toen nog geen prof. De rivaliteit tussen Lokomotiv en Dynamo bestaat uiteraard wel. Die transfer lag een beetje moeilijk, daarom hield ik die boot in eerste instantie af. Maar de voorzitter van Dynamo vroeg op een dag of ik voor zijn club wilde spelen, van de afhandeling van die transfer moest ik me niets aantrekken, zei hij. En meer wilde ik daar eigenlijk ook niet over weten. De voorzitter gebood me: ‘Jij moet je omkleden, voetballen en voor de rest zorgen wij.'”

Je werkte je in Rusland op tot international, maar veel scoren deed je nochtans niet. In je meest productieve seizoen tot dusver lukte je slechts tien goals. Dat is niet echt veel voor een diepe spits, toch?

“Mijn doorbraak kwam er bij Lokomotiv, toen ik in de UEFA Cup eens viermaal scoorde in één wedstrijd. Ik won er ook een bronzen en zilveren medaille in het Russische kampioenschap, én een nationale beker. Bij Dynamo dwong ik een plaats in de nationale ploeg af, zo slecht presteerde ik dus niet, denk ik. Al bij al maakte ik toch ongeveer 45 doelpunten in de Russische competitie. Je moet er rekening mee houden dat ik niet altijd speelde. Bij Dynamo was er bijvoorbeeld een seizoen dat ik amper zes wedstrijden meedeed.”

Je had er problemen met de clubleiding, er kwam zelfs een hele zaak bij de FIFA van.

“Er waren veel problemen, ja. Dat kwam omdat de club meermaals van de ene oligarch aan de andere werd doorverkocht. Er passeerde in een paar jaar tijd ook een hele resem trainers. Na het EK in Portugal wilde ik er weg en dat viel niet in goede aarde.”

Je testte toen bij enkele Engelse clubs.

“Met Portsmouth had ik een overeenkomst, mijn arbeidsvisum was zelfs al in orde. Maar toen dook er een aantal dubieuze mensen op die ook een centje wilden bijverdienen, en sprong de deal af. Ik heb nadien een heel jaar bij de beloften van Dynamo moeten spelen. Even leek er een oplossing in de maak toen een voormalige coach van Lokomotiv aan het roer kwam, maar dat duurde helaas niet lang. Mijn waarde was ondertussen tot een miljoen euro gezakt, beneden mijn peil, vond ik. Ik wilde mijn contract met Dynamo opzeggen, maar dat nam heel veel tijd in beslag. Via de rechtbank verkreeg ik uiteindelijk mijn vrijheid en kon ik bij Leverkusen tekenen.”

Beter dan Pavlyuchenko

Door het weinige spelen voordien verscheen je in Leverkusen met zes kilo overgewicht.

“Dat is wat overdreven, drie kilo ligt dichter bij de waarheid. Ik had mijn conditie in Moskou onderhouden met een goede vriend van me, Ilya Kovalchuk, een speler uit de National Hockey League ( Amerikaanse ijshockeycompetitie,nvdr). Die had van zijn coach een programma meegekregen om tijdens de zomer zijn conditie scherp te houden, dus ging ik vaak samen met hem lopen. Ik heb behoorlijk wat vrienden binnen de sportwereld. Ik kom bijvoorbeeld ook goed overeen met Marat Safin of de basketbalspeler Andrei Kirilenko ( NBA-speler,nvdr).”

Wat waren je gloriemomenten bij Leverkusen?

“Mijn twee goals in de UEFA Cup tegen FC Zürich. Maar twee weken na mijn aankomst in Leverkusen zat ik er al op de bank. Heel erg vond ik dat niet, want alles was beter dan die situatie bij Dynamo Moskou. Nu zat ik tenminste bij een grote club.”

Al je topmomenten beleefde je tot nu toe in de UEFA Cup. Wel jammer dat Anderlecht niet Europees speelt dit seizoen …

“Ach, we zullen er alles aan doen om volgend jaar weer Europees te spelen. Dat kan enkel door dit seizoen goed te presteren in de competitie. Trouwens, Bayer Leverkusen speelt ook niet Europees.”

Je kan in ieder geval pronken met een Bundesligarecord op je naam: de snelste gele kaart ooit.

“( grijnst) Dat klopt. In februari, tegen Karlsruhe. We waren twaalf seconden ver, er kwam een lange bal en ik ging in een kopduel, waarbij Maik Franz – een echt smeerlapje – deed alsof ik hem een elleboogstoot verkocht had. Wat nog erger was: het was mijn eerste wedstrijd in de basis en wat later in de wedstrijd blesseerde ik me. Meteen weer drie weken aan de kant.”

Met welk voornemen heb je nu bij Anderlecht getekend?

“Ik wil natuurlijk veel scoren om zo Anderlecht aan de landstitel te helpen.”

Hoe kom je best tot je recht, vind je?

“Als er lange, hoge ballen op me afkomen. Met het hoofd ben ik sterk, de meeste van mijn doelpunten scoorde ik trouwens met het hoofd. Ik wil na al die povere jaren bij Dynamo en Bayer gewoon weer lekker voetballen en weer in de nationale ploeg raken.”

Sinds Guus Hiddink daar overnam, hoor je niet langer bij de selectie. Was je verrast door de sterke prestaties van je land op het voorbije EK?

“Eigenlijk wel. Ik speelde destijds in de nationale ploeg nog samen met Roman Pavlyuchenko, maar toen was ik nog beter, hij zat op de bank. Ik ga er alles aan doen om weer terug te keren.”

Ik wil nog één weetje controleren voor we afsluiten: klopt het dat niemand minder dan Pelé een truitje van jou in zijn bezit heeft?

“Ja. Ik was aanvoerder van Dynamo Moskou en een van de voornaamste spelers in de selectie. Pelé was er op bezoek en ik heb hem toen mijn shirt met het nummer tien gegeven. Een mooi moment. Pelé is een van de allergrootste voetballers ooit. Ik was vroeger grote fan van Jürgen Klinsmann. In feite van alle spitsen die vaak scoorden.”

En hoeveel denk jij er dit seizoen te maken?

( grijnst weer) “Meer dan tien.”

Succes.

door matthias stockmans – beelden: jonas hamers/ reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content