Hij heeft een portefeuille waarin meer dan tachtig spelers zitten en een carrière van meer dan twintig jaar. Twaalf ervan bracht hij door in het gezelschap van Vincent Kompany. Maak kennis met Jacques Lichtenstein, een centrale en ook zeer discrete figuur in ons voetbal. Tot dit gesprek.

Zijn intrede in het voetbal? Ongeveer twee decennia geleden, ergens halverwege de jaren negentig. Een man met ervaring en connecties, nog steeds in de actualiteit. Vorige zomer bracht hij Cheikhou Kouyaté voor 8 miljoen euro naar West Ham. Niet toevallig een speler van Anderlecht, want de naam van Jacques Lichtenstein zal altijd wel worden verbonden aan de Brusselaars.

“Achter elke grote club staat een grote meneer”, zegt hij. In het geval van Anderlecht was dat Constant Vanden Stock. Zonder hem zou de landskampioen nooit een referentie zijn geworden in de hele wereld. “Ik heb hem een paar keer mogen ontmoeten, het zijn momenten die in mijn geheugen gegrift blijven. Vandaag heeft het Belgisch voetbal geluk dat het beschikt over zakenlui als Marc Coucke, Bart Verhaeghe of Roland Duchâtelet. Dat zij geld in de sport willen investeren, daar mogen alle amateurs dankbaar voor zijn.”

Wie was eigenlijk uw eerste speler?

JacquesLichtenstein: “Chris De Witte, iemand die zweefde tussen de A-ploeg en de reserven van Anderlecht. De enige Belgische aanbieding voor hem kwam van tweedeklasser Dender. De Witte wilde eigenlijk een contract tekenen bij Louis Devries, op dat moment de belangrijkste zaakwaarnemer op de markt. Ik had geen enkel contact, maar ging wel af en toe naar de reserven op Neerpede kijken. Daar viel ik voor De Witte en zijn kwaliteiten. Ik zag voor hem mogelijkheden in Nederland. Ik ben altijd een fan geweest van het Nederlandse voetbal, van Johan Cruijff, Robbie Rensenbrink, Johan Neeskens.. En ik was er ook van overtuigd: op het hoogste niveau zijn er geen goeie of slechte spelers. Er zijn wel profielen, die passen bij clubs of competities.

Maarten Martens is later ook bij mij gekomen. Ook hij had een profiel dat paste bij Nederland, Maarten hoorde niet in de Bundesliga. Ook Kurt Van de Paar heb ik naar Nederland gebracht, hij is daar nog revelatie van het jaar geworden. Daarna volgde Frédéric Peiremans, die eerst door Anderlecht werd uitgeleend aan Charleroi en daarna aan FC Twente werd verkocht voor 350.000 euro. Een jaar later ging hij voor het tienvoudige naar Real Sociedad. Mijn netwerk was niet beperkt tot Twente, want ik heb ook nog Tom Caluwé en Geert De Vlieger naar Willem II gebracht, Yannis Anastasiou en Tom Soetaers naar Roda JC en daarna naar Ajax, Nana Asare naar Utrecht, Maarten Martens naar AZ… Daniel De Temmerman (ex-Anderlecht, ex-Union, nvdr) werd mijn partner en bleek een goeie hulp.”

Persoonlijkheid

Wat was uw eerste spraakmakende transfer op eigen bodem ?

“Ik denk die in juni 2001, toen Tomasz Radzinski voor 8 miljoen euro werd getransfereerd naar Everton. Op dat moment had ik een stevige voet binnen Anderlecht, waar ik ook de belangen verdedigde van Glen De Boeck, Olivier Doll, Elos Ekakia, Davy Oyen en Daniel Zitka.”

Dat u de schoonzoon was van Philippe Collin vergemakkelijkte allicht de zaken?

“Anderlecht heeft een bepaalde cultuur en ik was nooit aanwezig in de eretribune en op de recepties. Ik denk niet dat ik bevoordeeld werd. Ik kom uit een familie van diamantairs, het gemakkelijkste voor mij was om die weg te volgen. Maar ik wilde geen vaderskindje zijn, laat staan een schoonvaderskindje. Toen men mij verweet dat ik alleen spelers had op Neerpede, liepen er al zes jongens bij Mechelen van wie ik de belangen behartigde. Men zei toen ook dat ik alleen sterk was in België, terwijl ik spelers had in Nederland, Engeland en Duitsland. Joris Van Hout kwam via mij bij Bochum terecht, Stéphane Stassin bij Borussia Mönchengladbach, Vincent Kompany in Hamburg. Ons bureau bracht ook spelers naar Saudi-Arabië en Xavier Chen naar China.”

De komst van Ahmed Hassan naar Anderlecht in 2006 leverde u ook veel aandacht op. Hoe kon u zo’n speler overtuigen om voor Sporting te tekenen?

“Anderlecht zocht in die periode een centrale verdediger. Een van mijn vrienden is Bekir Tedik, iemand met veel invloed in Turkije. In het gezelschap van Philippe Collin en Herman Van Holsbeeck gingen we met hem naar een wedstrijd van Besiktas. Tijdens dat bezoek bleek Ahmed Hassan een speler die voor ons eigenlijk niet haalbaar was. Maar de directie van Anderlecht wilde het toch proberen en gaf ons een mandaat. Toen we een raadsman van Hassan contacteerden, een zekere Icham, zei die dat er best wat concurrentie was, want het contract van de speler liep af. Om hen te overtuigen, brachten we Hassan in contact met Frankie Vercauteren, toen de hoofdcoach. Een blijk van respect. Respect bleek ook uit de finan-ciële inspanning die de club deed. Ik heb Hassan vaak ontmoet, samen met Vincent Kompany is hij een van de grootsten – als voetballer, maar ook als mens – die mijn pad kruisten. Je hebt ook geen carrières zoals die twee zonder een buitengewone persoonlijkheid.”

Was Hassan uw mooiste inkomende transfer in België?

“Het lijkt me moeilijk om beter te doen. Maar ik ben er, op een ander niveau, ook trots op dat ik Andy Najar heb kunnen brengen. Toen nog onbekend, maar iemand die de club een mooi bedrag kan opleveren.”

Hoe is dat gelukt?

“Met de tijd heeft ons bedrijf zich ontwikkeld op internationaal niveau. Op dit moment hebben we veertien partners in veertien verschillende landen. In de VS werken we samen met Lyle Yorks van James Grant Sport. Een van mijn medewerkers, Geert Mosselmans, had Andy gezien op een van de video’s die ons van ginder werden aanbevolen. We hebben de speler op de club voorgesteld en die heeft hem een week op stage genomen. Bij zijn tweede baltoets bleek al dat hij boven de rest uitstak. Daarop heeft Anderlecht spoed achter de zaak gezet.”

Waarden

De komst van spelers uit niet zo traditionele landen is een trend van de laatste jaren. Net als het contracteren van steeds jongere voetballers.

“Vroeger waren dat uitzonderingen, nu is dat de norm. Ergens betreur ik dat, maar de realiteit van het voetbal vandaag is dat men een speler volwassen acht op zijn zestiende. Waarom zestien? Omdat hij dan zijn eerste profcontract mag tekenen. Dat heeft voor gevolg dat je de eerste contacten met een speler legt als hij veertien is, soms zelfs dertien. Ik hoop dat ik geen zaakwaarnemer meer ben de dag dat men spelers op hun negende begint te zoeken, zoals onlangs gebeurde met een speler van Anderlecht die naar AS Roma trok. Dat wij inzetten op zulke jongens is enerzijds een gok, maar anderzijds ook een blijk van vertrouwen tegenover de familie. Zelfs al riskeer je er op het einde niks aan te verdienen.”

Zo’n gok nam u niet met Vincent Kompany.

“En nochtans heb ik nooit een contract met Vincent getekend. We hebben het hier dan ook over iemand voor wie een woord nog echte waarde heeft.”

Werd hij echt overal gevraagd?

“Ja. Ik werd ontvangen door Emilio Butragueño bij Real Madrid, door de clubleiders van Barcelona, door Arsène Wenger namens Arsenal… Maar rechtstreeks naar de absolute top was niet de juiste oplossing, want Vincent is iemand die zich alleen goed voelt in een omgeving die hem naar waarde schat. Vincent kan het nummer drie of vier niet zijn. In Hamburg was dat niet het geval, hij werd er ten andere de grootste transfer uit de geschiedenis van de club. De basis van zijn succes zijn waarden, zowel binnen de familie als met zijn vrienden. Dat is het verschil tussen hem en de andere bovenmatig getalenteerde voetballers. Jongens die het nooit zullen schoppen tot aanvoerder van Manchester City en de Rode Duivels.”

Kon hij onlangs naar Barcelona?

“Natuurlijk. Hij kreeg de kans. Maar hij heeft beslist om in Manchester te blijven. City biedt hem alles wat hij van een club verwacht.”

Is hij, met al zijn zaken, zijn aandacht niet wat te veel aan het versnipperen?

“Neen. Ik denk dat hij dat nodig heeft om echt te bloeien. Vincent is iemand met brede schouders. Letterlijk én figuurlijk. Hij kan incasseren en heeft een hoofd dat zeer goed functioneert. Hij heeft zoiets zen-achtigs, zowel op het veld als erbuiten.”

Tranen

Als u nog een ander succesverhaal zou willen belichten, wat zou u dan kiezen?

“Ik denk dan direct aan Olivier Deschacht. Ik heb een oneindig respect voor hem. In het begin van zijn carrière had hij één ding tegen: zijn afkomst, uit een welgestelde familie. Ik denk dat zoiets geen voordeel is. Olivier is ook een voorbeeld van clubtrouw. Hij kreeg aanbiedingen van Wimbledon en Espanyol Barcelona, maar legde die naast zich neer. Hij is stabiel, trouw, constant. Het talent van Alin Stoica of Yasin Karaca had hij zeker niet, maar leg hun carrières eens naast elkaar…”

Dennis Praet werd zeer snel genoemd als een toekomstige topper.

“Ik heb zijn vader Herman een eerste keer ontmoet toen Dennis zestien was. Er zijn overeenkomsten met Vincent Kompany. Om te beginnen: het is een family man. Zijn ouders en zijn zus volgen hem van dichtbij. De eerste keer dat Dennis op het veld stond tijdens een wedstrijd van de Champions League zocht hij tijdens de hymne oogcontact met zijn vader. Die had de tranen in de ogen. Tweede overeenkomst met Vincent: het belang van hun studie voor hun ontwikkeling. En daarnaast is Herman een voetbalkenner die nooit het geld maar altijd de carrière als prioriteit heeft gesteld. Daarom was hij ook zo geraakt door de kritiek op het salaris van zijn zoon. Contracten hebben ook een relatieve waarde, moeten worden gelezen in de tijd. Het contract dat Dennis tekende, was er eentje voor vier jaar. Het werd plots een item toen het wat minder ging. Maar als je ziet wat hij nu brengt, zal men zeggen dat het niet overdreven is.”

Mag Anderlecht zijn vertrek verwachten?

“Wat kan een extra seizoen in België hem nog bijbrengen na verscheidene campagnes op Europees niveau en na bijgedragen te hebben bij drie opeenvolgende titels? Dennis zal niet naar om het even waar gaan. Clubs als Valencia, Liverpool, Arsenal of Atlético Madrid komen in aanmerking, Dinamo Kiev niet. Dennis moet in elk geval naar een ploeg waar voetbal wordt gespeeld. Hij staat niet zo ver van het niveau van een club als Arsenal, waar ze hem een jaar aanpassingstijd kunnen geven. Maar ik zal een speler nooit in de richting van een transfer duwen. Je maakt geen carrière van twintig jaar zonder een visie op de lange termijn.”

DOOR THOMAS BRICMONT

“Ik heb een oneindig respect voor Olivier Deschacht. Hij is stabiel, trouw, constant.”

“Ahmed Hassan was een speler die voor ons eigenlijk niet haalbaar was. Maar de directie van Anderlecht wilde het toch proberen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content