Spreekwoorden uit zijn thuisland Nigeria loodsen Germinal Beerschotspits Tosin Dosunmu in een bruisend gesprek over tierende trainers, losgeslagen liefjes en verleidelijke vrouwen. ‘Hoe bekender je wordt, hoe moeilijker je een goed meisje vindt.’

Liefde is als zeewier: zelfs al duw je het weg, het komt terug.

Tosin Dosunmu: “Ik ken Toyin al van in de middelbare school. Ze was een vriendin van het liefje van mijn beste vriend. Ik vond haar mooi. We zeiden indertijd wel hallo en vroegen hoe het ging, maar daar bleef het bij. Toen ik naar België kwam, begon ik iets met een ander meisje, maar het werkte niet. In feite kon je dat geen serieuze relatie noemen. We sukkelden van het ene probleem in het andere. Telkens ik thuis was, wilde zij gaan feesten. Af en toe kun je wel eens uitgaan, vind ik, maar niet week na week. Het was een moeilijke tijd voor mij, want ik zocht toen eigenlijk iemand bij wie ik de kalme persoon kon zijn die ik ben. In je leven heb je verschillende fases, je groeit uit de ene en belandt in de andere. Toen ik hier in het begin alleen woonde, ging ik ook veel uit. Elk weekend. Maar rond mijn 21e begon ik aan belangrijkere dingen te denken. Ik was eraan toe om mij te settelen en om kinderen te krijgen. Maar daar zat ik, met een lief dat bleef steken in de feestroes. Ze was ook geen betrouwbare partner. Op momenten dat ik er niet was, hing ze rond bij andere jongens.

“Op de verkeerde persoon verliefd zijn, dat is iets wat je niet wilt meemaken. Ik zat één keer in dat hoekje en ik zou er niet graag nog eens belanden. Als je vlinders voelt, dan aanvaard je soms dingen die je niet hoeft te dulden. Ik had vaak last om me nog te concentreren op het voetbal. Als je net aan de telefoon ruzie gemaakt hebt, stap je niet zorgeloos het veld op. In Westerlo zei Jan Ceulemans me meer dan één keer dat ik te gemakkelijk mijn concentratie verloor.

“Stilaan zag ik vrienden kinderen krijgen en werd ik echt ongerust. Op een ochtend schoot ik wakker en dacht ik: Tosin, als je deze stap niet zet, zul je nooit vooruit geraken. Het was glashelder. De moeilijkste beslissing uit mijn leven, maar wel de beste. Ik had last om haar na vijf jaar los te laten, maar het was zij of mijn carrière.

“In Nigeria kwam ik twee jaar later Toyin toevallig weer eens tegen, op een diner. We hadden elkaar lang niet gezien. Die avond praatten we wat bij en sindsdien spraken we geregeld eens af. Onze band groeide. We begonnen een relatie, enorm op het gemakje. We praatten niet direct over trouwen, want geen van ons tweeën was echt zeker van de zaak. Gaandeweg leerde ik haar kennen als een heel matuur meisje. Nogal een omwenteling eigenlijk. ( lacht) From a crazy girl to a lovely woman. Na drie jaar trouwden we en intussen zijn we nog eens drie jaar verder. We hebben nu een dochtertje van één: Naomi.

“Toyin is in haar hoofd sterker dan ik. En ze is heel positief. Ik hou van dat optimisme, ik heb graag mensen die vooruitdenken. Mijn ex-vriendinnetje, die was niet bemoedigend. Om het even wat ik voorstelde, nooit reageerde ze enthousiast. Toyin daarentegen gelooft dat er uit niets iets kan groeien. Zij laat mij stappen vooruit zetten, louter door dingen te zeggen. Dat is toch het beste wat je van je vrouw kunt verlangen? Elkaar motiveren is belangrijk, zeker als het niet goed gaat. Toyin begrijpt ook het voetbal, want ze heeft zelf nog gespeeld. Ook dat is heel belangrijk. Prestaties in het voetbal zijn als jaargetijden, zegt ze altijd, die komen en gaan. Soms moet je geduldig zijn. Er zijn jaren waarin alles mooi is en er zijn ruwere tijden. Zoals in het leven.

“Mijn vader hield me altijd voor: als je niet getrouwd bent, is je carrière om zeep. En dat is waar. Speel je als vrijgezel in een goed team, heb je geld en rijd je met een deftige wagen, dan loeren de problemen om de hoek. Hoe bekender je wordt, hoe moeilijker je een goed meisje vindt. Dan kun je hun gedachten niet meer zo duidelijk lezen en wordt het lastiger om te achterhalen of iemand echt verliefd op je is. Ik wilde geen partner die louter in mijn geld geïnteresseerd was.

“Je moet er een goede vrouw uitpikken en de deur dichtgooien. Dán kun je een lange carrière hebben. Scharrels hebben me nooit geïnteresseerd. In de voetbalwereld kom je dikwijls mooie meisjes tegen, maar mijn opvoeding helpt me om gedisciplineerd te zijn. Dat is niet altijd gemakkelijk, ik zal dat maar eerlijk toegeven. Het is voor zulke dames simpel om in je leven te komen. Jij belt hen niet, zij bellen jou. Ze verschijnen plots voor je neus, ze werpen je complimentjes toe: ‘Je bent een goede voetballer, ik hou van je spelstijl…’ En ze zijn bereidwillig, zelfs al hebben ze een relatie. Ik ben altijd vriendelijk tegenover iedereen, maar ik laat voelen waar de grens ligt. Als ze me vragen om mee te gaan naar dit of dat feestje, dan wimpel ik dat beleefd af. Ik blijf bij mijn vrouw. ( lacht) Er is altijd datzelfde zinnetje van mijn vader dat in mijn hoofd opduikt: it’s cheaper to keep her.”

Een kip eet graan, drinkt water en verorbert kiezeltjes, maar klaagt er toch nog over dat ze geen tanden heeft. Als ze er had, zou ze dan staal eten?

( lacht) “Grappig. Klagen zit in de natuur van de mens. Als je alles hebt, wil je toch nog meer. Mijn vader peperde me vroeger in dat ik moest leren tevreden zijn. Anders begin je te piekeren en denk je niet goed meer na. Veel mensen willen meer uitgeven dan mogelijk is. Samen met Toyin probeer ik mijn leven te organiseren in functie van wat we hebben.

“Iedereen droomt van een mooie villa. Maar een thuis is een thuis. Je kunt toch niet in twintig kamers tegelijk slapen. Toyin lonkt nu naar een open bebouwing. Ik zeg dat ze met dit rijhuis hier in Ekeren tevreden moet zijn. Vrouwen hebben smaken en wensen, die kunnen twee keer per week gaan shoppen en willen altijd iets nieuws. Zo zitten ze nu eenmaal ineen. Een man geeft daar niet om. Voor mij moet een woning proper en comfortabel zijn, de rest kan me niet zoveel schelen.

“Nu ben ik voorzichtiger met geld dan vroeger. Ik wil geen fouten begaan. En ik hoop dat ik mijn vader niet meer hoef op te bellen om centen te vragen. Toen ik in Molenbeek zat, betaalde de club me eens zes maanden niet uit. Pa moest me toen geld toestoppen. Niet leuk, ik zweer het je. Ik begon na te denken: wat als er eens een probleem is? Vroeger gaf ik veel uit, aan dingen die op niks slaan: feestjes, drank,… Ik gaf zelfs geld aan mensen die het niet eens nodig hadden. Die zagen hoe ik mijn centen spendeerde en kwamen naar mij. Dat is nu gedaan. Ik heb een relatie en een kind: verantwoordelijkheden. Ik help nog weleens iemand, maar trek veel sneller een lijn.

“Ik ben niet jaloers op voetballers die meer verdienen. Er zijn er ook die het met minder moeten stellen. Niet omdat ze slecht spelen, maar omdat ze niet met hun gat in de boter zijn gevallen zoals ik. Elke speler wil meer. Dat geldt ook voor mij. Maar gelukkig zijn komt eerst. In Oostenrijk, bij Wenen, had ik na een tijdje niemand meer om mee te babbelen. Ik voelde me er niet goed meer en wou weg. Toen Germinal Beerschot geïnteresseerd was, waarschuwde mijn manager me: mijn loon hier zou niet hetzelfde zijn. Ik trok me dat niet aan. De dag dat ik op het Kiel moest gaan tekenen, belde Standard. Die mensen beloofden dat ze me zouden geven wat ik in Wenen kreeg. Ik ging daar niet op in. Ik had mijn woord gegeven aan Germinal Beerschot. Ik geloof in correct zijn. Op het Kiel werd ik dat seizoen topscorer. Misschien was dat in Luik niet gebeurd.”

Als de muis met de kat lacht, dan is er een gat in de buurt.

“Als supporters achter mijn rug commentaar geven op mij of als ik iets negatiefs over mezelf lees in de krant, dan zit ik daar niet van in de put. Mijn vader leerde me dat iedereen een andere kijk heeft op de wereld. Verschillende mensen hebben verschillende meningen.

“Ik probeer tegenover iedereen beleefd te zijn, maar je kunt niet alleman te vriend hebben. Soms moet een ploegmaat je niet. Mij overkwam het met Sigurd Rushfeldt, een Noor in Wenen. Zelfs hallo zeggen viel hem zwaar. Zoiets trek ik me niet aan. Ik groette die jongen ’s morgens even en schonk verder geen aandacht aan hem. Zoiets kun je toch niet oplossen. Zelfs vriendelijk zijn helpt dan niet. Iemand heeft je graag, of niet. Dat kan je carrière beïnvloeden, af en toe zelfs zonder dat de mensen het weten, als het over een voorzitter of een manager gaat. Als zulke dingen gebeuren, probeer ik die gewoon te aanvaarden. Tough times don’t last, tough people do. Ook dat is een gezegde. Wie sterk in zijn hoofd is, slaat zich door moeilijke tijden.”

Een luidruchtig paard heeft een luidruchtige beteugeling nodig.

Harm van Veldhoven riep veel op mij. Jos Daerden is anders, deze trainer zegt dingen als: ‘ Move your ass, Tosin!‘ ( lacht) Dat is grappig. Harm brulde, zelfs tijdens trainingen. Het is zijn aard. Hij denkt je zo te kunnen motiveren. Ik raakte dat gewoon, het hoort vaak bij de Europese stijl. Leuk vond ik het niet. Afrikaanse spelers houden meestal niet van geroep en getier.

“Soms breken ploegmaats je echt af als je een fout maakt. Maar ook zij zijn niet onfeilbaar. Als zulke gasten zelf de mist ingaan, probeer ik hen daarop te wijzen. Waarom kunnen die jongens niet wat positiever zijn? Als de druk groot is en je begint dan ook nog eens met scheldtirades, dan verliest iedereen makkelijker zijn concentratie en heeft de tegenstrever vlug drie stappen voorsprong. Bart Goor is een voorbeeld van hoe het anders kan. Die schreeuwt niet, die motiveert je: ‘Kom op, Tosin! Het is oké, Tosin! Kom terug, Tosin!’…

“Harm vroeg vorig seizoen wat te veel van mij. Malki bleef als targetspits vooraan, ik moest de aanval openbreken en de linker- en rechterkant opzoeken. Ik voetbalde niet meer als een spits, maar zoals de vertrokken creatieve spelers Hernán Losada en Gustavo Colman. Voor even kan ik dat wel, maar niet de hele tijd. Het is niet mijn stijl.

“Een trainer tegenspreken, doe ik niet. Dat zit niet in mijn mentaliteit. Thuis was dat niet anders. Of een beslissing van mijn vader juist of fout was, dat deed er niet toe. Je pa is je pa en dus moet je accepteren wat hij zegt. Mijn vader is iemand met wie ik altijd heel close geweest ben. Ook hij heeft gevoetbald en begrijpt mij dus, al speelde hij niet om carrière te maken. Mijn moeder snapt er niks van. Geregeld vraagt ze me nog hoe ik aan het geld geraak om bepaalde dingen te kopen. ‘Betalen ze je nu echt om als een gek achter een bal te lopen?’, mummelt ze dan keer op keer. ( lacht)”

Hoe ver de stroom ook vloeit, hij vergeet nooit zijn bron.

“Ik hou even veel van België als van Nigeria. Ofwel kom ik na mijn carrière vaak terug, ofwel blijf ik hier. Ik kan niet zomaar de Belgische deur achter mij dichtgooien. Ik heb een sterke passie voor dit land en zijn volk. Overal waar ik hier al speelde, ben ik op een wonderlijke manier onthaald.

“In Nigeria groeide ik op, maar hier leerde ik mezelf kennen. Tot je puberteit weet je nog niet goed voor wat je staat en welke waarden voor jou van tel zijn. Een van mijn belangrijke principes werd: niet egoïstisch zijn. Enkele jaren geleden was ik in een seizoen enorm zelfzuchtig. Ik wilde koste wat kost topscorer van België worden. Kwam ik in het strafschopgebied van de tegenstander, dan wou ik per se zelf de goal maken. Passes geven, daar had ik toen geen oog meer voor. Zestien doelpunten scoorde ik dat jaar… Te weinig om topscorer te zijn. Enkele seizoenen later stelde ik me niet meer zo egocentrisch op. Ik gaf assists aan Jurgen Cavens, aan Mohamed Messoudi, aan om het even wie. Dat seizoen maakte ik achttien goals en werd ik topschutter. Soms ben je egoïstisch en krijg je niet wat je wilt, soms komt het allemaal je richting uit gevlogen. Je moet niet voor je ego spelen, leerde ik, maar voor het team. Dan zie je wel waar je zelf uitkomt.”

door kristof de ryck

A chicken eats corn, drinks water and swallows little pebbles, but still complains of having no teeth. If she had teeth, would she eat steel?

When the mouse laughs at the cat, there is a hole nearby.

A boisterous horse needs a boisterous bridle.

Je moet er een goede vrouw uitpikken en de deur dichtgooien. Dán kun je een lange carrière hebben.

However far the stream flows, it never forgets its source.

Love is like seaweed: even if you push it away, you don’t prevent it from coming back.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content