De Giro van 2009 werd voorgesteld.
Wordt de komende Giro even attractief als de Tour? Vast staat in ieder geval dat er zelden zo veel grote namen over elkaar heen struikelden om deel te nemen. Dat zevenvoudig Tourwinnaar Lance Armstrong en zijn opvolger-to-be Ivan Basso op 9 mei aan de start zullen staan, stond al vast. Afgelopen week bevestigden ook Tourwinnaar Carlos Sastre en runner-up Cadel Evans hun deelname – al trok die laatste meteen zijn staart weer in, ondanks gemaakte afspraken met de ploegleiding. Ook Gilberto Simoni, Danilo Di Luca, Marzio Bruseghin en Denis Menchov zijn van de partij: daarmee staan zowat alle grote ronderenners aan de start, met uitzondering van titelverdediger Alberto Contador, die zich zoals bekend volledig op de Tour concentreert.
Aan Belgische zijde zal Jurgen Van den Broeck zijn vijfde plaats van vorig jaar (na de uitsluiting van Emanuelle Sella en Riccardo Riccò) waarschijnlijk niet verdedigen; hij mag bij Si-lence-Lotto debuteren in de Tour. Jurgen Van Goolen, vorig jaar in dienst van Carlos Sastre zestiende in de Vuelta, krijgt van Bjarne Riis een vrije rol in de komende Ronde van Italië.
Niet alleen het deelnemersveld, maar ook het parcours van de Giro 2009 oogt prestigieus. De rittenkoers viert zijn 100-jarig bestaan en dus zorgden de organisatoren voor historiek en spektakel. Het begint met een start in Venetië, waar een ploegentijdrit over 21 kilometer verreden wordt. Na twee vlakke etappes over Triëst duikt het peloton meteen de Dolomieten in, met aankomsten boven op San Martino di Castrozza en Alpe di Siusi. Daarna gaat het via twee geaccidenteerde etappes in Oostenrijk en Zwitserland naar het westen, naar Bergamo en Milaan. Daar wordt een soort sprinterskampioenschap georganiseerd op een circuit rond het Piazzale Loreto, startplaats van de eerste Giro d’Italia in 1909.
Na de rustdag tekenden de organisatoren in de Alpen de tiende rit uit ter ere van de lange ontsnapping die Fausto Coppi hier in 1949 opzette, met de cols Maddalena, Vars, Monginevro, Sestriere en Izoard. Uitkijken wordt het ook naar de 61,5 (!) kilometer lange tijdrit van Sestri Levante naar Riomaggiore in Ligurië. Onderweg liggen er twee beklimmingen van 600 en 500 meter.
Verder zuidwaarts doet het peloton eerst Firenze en daarna Bologna aan. Ook de twee dagen nadien blijven de renners in de Apennijnen, met vlak voor de tweede rustdag alweer een aankomst bergop boven op Monte Petrano in Cagli. Na de rustdag volgt een bijzonder korte rit – amper 79 kilometer – van Chieti naar Block Haus. De klim is 22,5 kilometer lang met aankomst op 2064 meter.
De caravaan trekt vervolgens verder zuidelijk, om op vrijdag 29 mei, drie dagen voor het einde, aan te komen boven op de vulkaan Vesuvius. Over Napels gaat het tot slot richting Rome, waar in een tijdrit van vijftien kilometer duchtig zal worden uitgepakt met monumenten als de Porta Pia, de Piazza del Popolo, de Piazza Venezia en het Colosseum.
door Loes Geuens
