Dit weekend trekt SV Zulte-Waregem naar Sint-Truiden voor de beker. Drie jaar na de fusie klopt de club stilaan aan de poort van eerste klasse. ‘We moesten onze armoede tonen om iets te kunnen veranderen.’

“Weet je wat mijn vader zo’n plezier doet ?” vraagt Jan Vererfven als we via de trap van het Regenboogstadion het secretariaat binnenstappen. “Dat er in deze gang geen deurwaarders meer passeren. Als er nu iemand aan de deur klopt, betreft het meestal goed nieuws. We komen sinds een drietal jaar weer positief in beeld.” Met zijn vader bedoelt de bestuurder de inmiddels tachtigjarige Rik Vererfven, die in 1959 bij toenmalig derdeklasser SV Waregem aan de slag ging en tot 2001 als secretaris fungeerde. Sinds het bestaan van SV Zulte-Waregem is hij nog bijna dagelijks op het secretariaat terug te vinden “om wat kleine zaken te regelen en toch met iets bezig te zijn.” Rik Vererfven beaamt de stelling van zijn zoon. “In die probleemperiode diende ik regelmatig mijn handtekening te zetten onder exploten. Maar het ergste wat je kan meemaken, is een beslag. Mijn hele bureau werd weggehaald. Gelukkig kregen we later ons materiaal terug. Maar ik denk liever niet te veel meer aan het verleden. Het gaat nu weer goed met de club. Dat telt.”

Daarmee is de toon ook meteen gezet. SV Zulte-Waregem leeft weer, boekt sportieve successen en veroverde de eerste periodetitel in tweede klasse. “Er bestaat een afgelijnde visie en we zijn opnieuw financieel gezond”, constateert Jan Vererfven. “We kregen drie seizoenen lang de tijd om een spaarpot aan te leggen. Voorzichtigheid stond voorop. Bij de mensen van Zulte leefde er nog wat onzekerheid over het avontuur waar ze instapten. We zwalpen niet langer, maar varen onder voorzitter Willy Naessens een stevige koers. Het dynamisme keerde terug.” Rik Vererfven vult aan. “Het voetbal is een bijzonder moeilijk bedrijf. Ik zag hier talrijke industriëlen passeren die dachten dat je met geld alles in een vingerknip kon veranderen. Maar zo werkt het niet. Eugène Bekaert gaf na een jaar voorzitterschap toe dat het niet voor hem was weggelegd. Als hij enkele miljoenen besteedde aan een getouw, kende hij vooraf het rendement. In het voetbal ben je nooit zeker. Een mislukte transfer betekent een zware aderlating. Daarom ben ik blij dat we nu met Luc Van Colenberghe over een nieuwe Germain Landsheere beschikken. Iemand die financieel de touwtjes goed in handen heeft, ervoor zorgt dat er geen onnodige uitgaven worden gedaan. ( Al lachend, omdat de man net voorbijkomt.) Die komt zelfs tussen de middag kijken of er geen lichten te veel branden. Bovendien hebben we met Luc Dhaenens een sportief manager die in de lagere klassen en het buitenland constant op zoek is naar versterking. Vorig seizoen zag hij zijn eigen club maar één keer aan het werk. Je moet het maar doen, hé. Dat zijn positieve signalen.”

In het begin van de jaren negentig was er aan de Gaverbeek nog sprake van hoogmoed, zo moeten beiden toegeven. “We hebben lange tijd de schijn kunnen ophouden, maar het ging hier van kwaad naar erger. Het leidde tot twee vereffeningen. We moesten onze armoede tonen om iets te kunnen veranderen”, zegt Jan Vererfven. “Gelukkig vonden we met Zultse VV een gouden partner. Die mensen speelden in derde klasse voor weinig volk, wij waren in het bezit van een schitterende infrastructuur. We streefden naar een winwinsituatie. Het werd een geslaagd huwelijk.”

Blijkbaar zijn er meer raakvlakken dan vooraf werd aangenomen. “De mentaliteit van een Zultenaar en een Waregemnaar is goed vergelijkbaar”, ervaart Jan Vererfven. “Beiden redeneren als volgt : je kan er maar komen door hard te werken en zuinig te leven. Germain Landsheere is ook Zultenaar, hé. Diezelfde nuchtere gedachtegang wordt door iedereen gevolgd. Ibrahim Tankary moest zich aanpassen aan onze eisen, niet omgekeerd. Willy Naessens is een strateeg in het delegeren. Hij komt niet veel tussen, maar werkt gewoon heel strikt. Vroeger gold dat principe niet. Wie geld had, deelde de lakens uit. Nu kan dat niet meer. Er werd een rechte lijn getrokken, de stabiliteit keerde terug. Iedereen spreekt hier opnieuw dezelfde taal.”

Die samenhorigheid en dat enthousiasme vindt Jan Vererfven ook terug bij de huidige spelersgroep. Hij weet ook waarom. “Nagenoeg al onze voetballers werken overdag. Dat is een niet te onderschatten factor. In de jaren tachtig haalden we ook op die manier onze successen.” Hij somt op. ” Ludwin Van Nieuwenhuyze is kasseilegger. Die zit letterlijk met zijn handen en voeten in de grond, heeft de kans niet om te zweven. Hij moet ’s avonds sprinten om op tijd te komen voor de training. Nathan D’Haemers doet in voegwerken, moet dagelijks uren op een ladder of stelling staan. Met die gasten kan je naar de oorlog. Ik heb daar een gigantische bewondering voor.” Rik Vererfven : ” Yvan Desloover was ook vloerder. Marc en Luc Millecamps moesten ook drie dagen verlof nemen bij meneer Bekaert om in Milaan te gaan spelen.” Jan Vererfven : “Het leidt alleen maar tot meer strijdvaardigheid.”

Enig minpunt is de grote achterstand inzake sponsoring. Er is niet alleen de concurrentie van derdeklasser RC Waregem, maar ook KV Kortrijk en Sporting West vissen in dezelfde vijver. Bovendien sloeg het verleden diepe wonden bij sommige partners. “Er wordt altijd gesproken over het Texas van West-Vlaanderen, maar wij moeten ons behelpen met vele kleine sponsors”, weet Jan Vererfven. “We zijn nog echt aangewezen op de middenstand. We ontvangen van hoofdsponsor Molecule een mooi bedrag, maar het valt niet te vergelijken met wat Fortis en Dexia aan Anderlecht en Club Brugge geven, hé. In deze regio kan je geen grote investeerders meer aan de haak slaan. Er wordt niet meer met geld gegooid in de textiel. Nuchterheid primeert. Gelukkig merken we dat sommigen, bij wie het vertrouwen weg was na de miserie met SV Waregem, stilaan terugkeren. Een beperkte bijdrage kan weer.”

Volgens de beide Vererfvens wordt er nu al werk gemaakt van een scenario voor eerste klasse. “Ons secretariaat zal dan dagelijks bemand moeten worden”, weet Rik Vererfven. “Ook een fulltime manager is dan aangewezen. Maar niet-promotie straks is geen ramp. De voorzitter heeft zichzelf drie jaar gegeven om dat te realiseren.” Het optrekken van het budget vormt geen probleem. “Er is zeker nog voldoende ademruimte. Dat merken we nu al bij onze partners, die staan te springen om terug te keren naar eerste klasse”, zegt Jan Vererfven. “Persoonlijk ben ik geen voorstander van een volledig profregime. Waarom zouden we niet als professionele amateurs verder kunnen gaan ? Zo veel mogelijk professioneel denken en werken, maar zo weinig mogelijk betalen. Bijna niemand wordt hier betaald. Het zou jammer zijn om dat plots te veranderen en op die manier waardevolle mensen aan de kant te schuiven. We zijn snel gegroeid, maar een promotie zou alleen maar een logische stap verder zijn. Vooral de supporters snakken ernaar. ( Grijnst.) Maar wij ook hoor.”

door Frédéric Vanheule

‘Wie geld had, deelde hier vroeger de lakens uit. Nu kan dat niet meer.’

‘Ludwin Van Nieuwenhuyze is kasseilegger. Die zit letterlijk met zijn handen en voeten in de grond, heeft de kans niet om te zweven.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content