Ook goalgetters van weleer ontwaren bij spits François Sterchele die ene, unieke gave : ‘Waar je hoort te lopen en wanneer, dat moet je voelen. Hij hééft dat.’
Een tot de nok gevuld Kiel scandeerde anderhalve week geleden de naam van François Sterchele toen die gewisseld werd in de 74e minuut van de wedstrijd Germinal Beerschot – Club Brugge. Het bezoek van de topschutter van vorig seizoen aan zijn ex-club werd zo in stijl afgesloten, met de Antwerpse en Brugse supporters eventjes broederlijk en eendrachtig naast elkaar. België omarmt een nieuwe voetbalheld, maar wat is die waard in de ogen van voetbalhelden uit het verleden ? Kenneth Brylle, die vroeger scoorde voor Anderlecht en Club, Jan Ceulemans, die als speler blauw-zwart ettelijke seizoenen in vervoering bracht en Erwin Vandenbergh, die onder andere bij Lierse en Anderlecht de netten ontelbare keren deed trillen, laten hun licht schijnen over die jongen met Italiaanse roots, die in enkele jaren tijd van Oud-Heverlee Leuven, via Charleroi en Germinal Beerschot opklom tot de hoop van Club Brugge.
‘Aangenaam verrast’
“Ik zal iets bekennen”, begint Kenneth Brylle. “Ik twijfelde een beetje of Sterchele, met zijn 25 jaar en maar twee seizoenen ervaring in eerste klasse, het niveau van Club Brugge zou aankunnen. Maar ik ben aangenaam verrast, hij bewijst dat hij zijn mannetje kan staan. Hij is sterk aan de bal, maar ook een jongen die op het fysieke vlak stevig voor de dag komt : moeilijk opzij te zetten, heel bruikbaar in de combinatie en hij kan acties maken. Een allround voetballer bijna, die niet te beroerd is om wat vuil werk op te knappen, dat is iets wat de Clubsupporters erg zullen appreciëren. En vooral : hij scoort gemakkelijk, met links en rechts. Neem nu dat eerste doelpunt dat hij voor Club maakt in de eerste competitiematch, daar geeft hij blijk van grote klasse.
“Zijn voornaamste troef is dat hij zich van heel weinig iets aantrekt. Hij doet me daarom denken aan een landgenoot van mij, Preben Larsen, die nog bij Lokeren gespeeld heeft. Die zijn motto was ook : ‘Laat alles maar op mij afkomen, ik doe toch mijn ding.’ Veel spitsen krijgen problemen met hun zelfvertrouwen als ze een paar kansen de nek omwringen. Ik denk niet dat François zo is. Trapt hij de bal naast het doelkader, dan lijkt hij te denken : ‘Niet erg, ik scoor de volgende keer wel.’
“Volgens mij was Club de juiste keuze voor hem. Ten eerste omdat hij daar min of meer zeker is van zijn plaats. Dat is belangrijk, zeker voor een spits. Bij Anderlecht is er meer rotatie en concurrentie. Al denk ik dat hij zich daar, net door zijn ingesteldheid, weinig van aangetrokken zou hebben. Daarnaast was het ook nog een prima beslissing omdat er bij Club meer in het belang van het team wordt gedacht dan bij Anderlecht. Bij paars-wit is het – hoewel Frank Vercauteren altijd hamert op collectief voetbal – toch iets meer ieder voor zich. In Brugge zullen enkele spelers zich ten dienste van hem opstellen, iets wat je bij de landskampioen niet zo snel zou zien.
“Ik denk persoonlijk niet dat Sterchele zijn spel nu moet aanpassen, ik denk eerder dat Club zich moet afstemmen op hem. Kijk naar Mbark Boussoufa : de kwaliteiten die hij had bij Gent, zie ik niet meer terug bij Anderlecht, omdat hij zich ten dienste moet stellen van de ploeg. Voor een voetballiefhebber als ik is dat jammer. Vaak wordt een speler gekocht met bepaalde kwaliteiten, maar moet die bij zijn nieuw team plots heel anders gaan voetballen, zodat het er niet meer uit komt. Ik denk dat ze bij Brugge wel de kwaliteiten van Sterchele naar het voorplan zullen schuiven, omdat dat belangrijk is voor de club. Jongens als Ivan Leko, Sven Vermant of Philippe Clement willen zich wel wat aanpassen. Niemand heeft daar problemen mee, zolang Sterchele ook voor de anderen werkt. Dat is trouwens allemaal bijzonder relatief, want volgens mij hoeft er echt geen al te grote verandering te komen. François is gemakkelijk aanspeelbaar, en met Leko heb je iemand die de laatste pass kan geven. Die ruikt waar Sterchele loopt en hoe hij hem moet aanspelen.
“Laat Sterchele los, laat hem spelen zoals hij het aanvoelt, niet met looplijnen en dergelijke. Wáár je hoort te zijn en wanneer, dat is instinct. En hij hééft dat. Acht keer op de tien staat hij op de juiste plaats. In de uitstraling van Sterchele lees je niet, zoals bij Bosko Balaban : ‘Ik ben hier de man.’ Maar eens François aan de bal is, straalt hij wel uit dat hij het doel weet staan.
“Hij zou een hele grote kunnen worden, al verwacht ik geen tweede Erwin Vandenbergh. Het is ook een andere tijd : een spits die elk jaar twintig à dertig doelpunten maakt, dat bestaat haast niet meer. Maar hij zal Club dit seizoen en de volgende een enorme meerwaarde geven. Blauw-zwart én België zullen veel plezier aan hem beleven. Zelf droomt Sterchele van de Serie A, maar laat hem eerst bij Club maar wat aarden, tonen dat hij ook daar kan scoren. Zijn beste tijd moet in principe nog komen. Over twee à drie jaar, waarom niet ? Ik spreek dan niet over AC Milan, maar misschien maakt hij het wel bij een middenmoter in Italië.”
‘Goede wedstrijdmentaliteit’
“Op basis van wat je hoort, leest en ziet,” zegt Jan Ceulemans, “kan je stellen dat hij een goede wedstrijdmentaliteit heeft, en dát is positief. Hij is een speler die zich niet wegstopt als hij minder goed in een match zit. Sterchele blijft werken voor de ploeg, terwijl veel jongens in zo’n situatie liefst zo weinig mogelijk aan de bal komen, omdat ze denken dat ze er toch elke keer iets verkeerds mee zullen doen. De mensen zien dat graag, zo’n jongen die er negentig minuten voor gaat. Dan mag hij al eens een mindere match hebben, de supporters zullen achter hem blijven staan. Dat is toch een ongelooflijk wapen.
“Het is een beweeglijke jongen, bij wie de acties – als hij in vorm is en vertrouwen heeft – meestal ook lukken, een spits die je altijd in het oog moet houden, een jongen die weegt op een defensie, die jou als verdediger niet gerust laat.
“Je hebt er die alleen meespelen als ze in balbezit zijn, maar je hebt er ook die, zoals hij, gaten trekken voor de ploegmaats. Niet enkel voor jezelf denken, maar je ook voor het team nuttig maken, is een heel belangrijke kwaliteit in het voetbal.
“Met Sterchele zal Club meer aanwezig kunnen zijn, meer druk kunnen ontwikkelen en dwingender voetballen. Of dat ook resulteert in een plaatje dat er globaal gezien beter uitziet, valt nog af te wachten. We zijn tenslotte pas drie wedstrijden ver.
“François is een jongen met een toekomst voor zich. Alleen is nu de vraag : hoe zal hij met de druk omgaan ? Hij heeft een goede start gekend en vandaag is hij de grote vedette, maar verwachten ze dat nu iedere week van hem ? Als dat zo is en het mislukt, wat dan ? Het doet mij momenteel allemaal een beetje denken aan de tijd met Gilles De Bilde bij Eendracht Aalst. Toen leek er ook maar één spits te bestaan en was de rest een stel meelopers. We moeten nog een beetje geduldig zijn en afwachten of hij echt zal doorbreken want we hebben ook al andere voorbeelden gehad. Salou Ibrahim is een prachtige voetballer, maar hij doet het momenteel niet. Laat ons rustig blijven, want vandaag is Sterchele God, maar morgen komen er misschien vijf slechte wedstrijden en dan zegt men plots dat hij de kwaliteiten niet heeft om in een topploeg te spelen. Zo zit dat allemaal ineen. Persoonlijk denk ik wel dat hij de capaciteiten heeft om het te maken in Brugge, de kans op slagen is groter dan die op falen.”
‘Een moeilijk seizoen’
“Hij is op korte termijn als een pijl uit een boog geschoten,” zegt Erwin Vandenbergh. “Als je ziet waar hij enkele jaren geleden nog speelde. Bij Club heeft hij zijn debuut zeker niet gemist, maar ik denk dat voorzichtigheid geboden is. Je mag vooral zijn leeftijd niet vergeten. Hij is ondertussen al 25. Op dat moment móét je er ook staan. Een goede voetballer staat er dan dikwijls al jaren. Er wordt altijd gezegd dat je op je 26e op je best bent. Langs de ene kant mag je het dus een beetje verwachten, langs de andere kant moeten we nu bekijken of hij de bevestiging kan brengen. Ik denk dat hij om die reden voor moeilijke maanden staat. Als hij dit seizoen overleeft, is hij vast en zeker vertrokken, en niet alleen voor België.
“Eenmaal een spits scoort, blijft die dat normaal gezien doen. Dat is een gave, dat héb je. Veel zal nu van zijn mentaliteit afhangen. Dat hij mindere periodes zal kennen, daar moet je niet aan twijfelen. Bij Germinal Beerschot werd daar misschien overheen gekeken omdat die club niet zo in de schijnwerpers staat als Brugge, maar bij blauw-zwart is het elke week van moeten, zeker dit seizoen. Dat zijn allemaal dingen die hij zal moeten verwerken, maar ik heb er het volste vertrouwen in. Ik denk dat hij boven de druk kan staan.
“Hij moet zich natuurlijk wel realiseren dat goals maken voor Brugge zeker niet gemakkelijker wordt dan scoren voor Germinal Beerschot. Ik heb dat zelf ook meegemaakt bij mijn overstap van Lierse naar Anderlecht. Elke club die tegen Brugge speelt, zal zichzelf een beetje overtreffen. En Brugge zal veel op de helft van de tegenstander voetballen, terwijl Germinal Beerschot meer op de counter kon spelen. De ruimtes zullen bij momenten kleiner zijn, maar Sterchele heeft de kwaliteiten en genoeg technische bagage om zich daaraan heel snel aan te passen.
“Vorig seizoen volgde ik de match tussen Germinal Beerschot en Westerlo. Een wedstrijd lang had ik hem niet gezien, maar plots kwam er een center van Jurgen Cavens en boem, hij was daar : goal. Dat typeert de grote spitsen, vind ik. Je ziet dat hij er tijdens de match niet mee bezig is dat hij minder goed in die wedstrijd zit. Hij laat zich door niemand op stang jagen en wacht geduldig op die ene kans.
“Sterchele is een speler met heel veel snelheid, iemand die graag van buiten naar binnen komt. Zijn kopspel is misschien niet honderd procent in orde, maar hij is geen targetman. Hij is ook geen spits die zegt : ‘Speel me in de voet, ik laat twee verdedigers op mij afkomen, met de rug naar doel.’ Centraal in een driespitsensysteem zou hij het daarom ook moeilijk krijgen. Laat hem in een 4-4-2 maar rond een diepe spits zwerven, daar ligt zijn sterkte. Bij Standard zou hij het moeilijk gehad hebben, denk ik, hoewel hij daar naar verluidt van droomde. Je hebt op Sclessin een iets ander spel. Als je bekijkt welke spitsen daar spelen : Igor De Camargo en Milan Jovanovic zijn toch heel andere types. Kopbalsterk, stevig, veel op kracht, dat zou hem misschien niet zo goed gelegen hebben, want het ploegspel is daar dan ook op afgestemd.
“Bij zijn keuze voor Club heeft volgens mij vooral de trainer de doorslag gegeven. Die kent hij en de trainer kent ook de speler. Sterchele heeft daar zijn hart laten spreken. Hij vindt het belangrijk dat Jacky Mathijssen honderd procent achter hem staat, ook als hij straks een mindere periode beleeft. Zo’n periode zal hij bij Charleroi ook wel gehad hebben, met diezelfde trainer. Mathijssen kan dus perfect inschatten hoe hij daarmee moet omgaan en Sterchele is gerust dat Mathijssen op zulke momenten nog altijd weet wat hij kan. Zoiets komt de prestaties van een voetballer ten goede. Trek je naar Anderlecht, dan is het op dat vlak afwachten.
“Als hij blijft evolueren zal de volgende stap het buitenland worden, daar moet je niet aan twijfelen. Of dat dan echt wereldtop zal zijn, daar durf ik me niet over uitspreken. Als je naar een buitenlandse club kunt die hoger ingeschat wordt dan de Belgische top, dan zit je daar toch al heel dicht tegenaan. Dat moet voor hem haalbaar zijn.
“Welke progressie hij nog moet maken ? Bijleren kan je als speler altijd, maar het is niet noodzakelijk zo dat de gave die je hebt meegekregen nog veel zal verbeteren. Ik betwijfel of hij kwalitatief nog veel winst kan maken op 25-jarige leeftijd. Verwacht bijvoorbeeld niet dat hij over twee jaar dingen zal doen die je nu totaal nog niet ziet bij hem. Hij zal veel ervaring opdoen, ook bij de nationale ploeg, en zo in totaliteit als speler sterker worden. Ik heb het dan over het mentale vlak, weerbaarheid en zo. Ook dat zal natuurlijk de kwaliteiten van die jongen ten goede komen.” S
door kristof de ryck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier