Nadat hij eerder genoemd werd bij Standard, vond de ex-kampioensmaker van Montpellier emplooi bij Lille. Deze grote kenner van het Franse voetbal heeft een uitstekend zicht op de laatste ontwikkelingen in de Ligue 1.

De nieuwe coach van Les Dogues heeft heel Frankrijk doorkruist voor zijn volgende opdracht: met Lille weerwerk bieden aan de Parijse en Monegaskische vloedgolf die de competitie dreigt te overspoelen. Het handelsmerk van deze voetballiefhebber pur sang, was dat hij zich, eerst als speler en later als trainer, nooit te beroerd voelde om zijn mouwen op te stropen. Er zal dus meer nodig zijn dan de grote Pak De Poen Show van de twee topclubs om René Girard onder de indruk te krijgen. Van 2008 tot 2012 nam de oud-middenvelder van Bordeaux (59 jaar, drie keer Frans kampioen, twee keer bekerwinnaar) Montpellier onder zijn hoede en maakte er naar zijn eigen beeld een hardwerkend, collectief denkend en onverschrokken team van, dat in 2012 tegen alle verwachtingen in op het hoogste trapje eindigde. Girard heeft de zon van de Hérault intussen achter zich gelaten voor de Nord, waar de warmte vooral van de mensen zelf komt. Op een steenworp van de Belgische grens, in het prachtige opleidingscentrum Domaine de Luchin, straalt hij rust, sereniteit en vertrouwen uit. Eigenschappen die Lille OSC, in 2011 nog goed voor de dubbel, dit seizoen maar al te goed zal kunnen gebruiken.

Wie er de Franse pers op naslaat, krijgt de indruk dat er dit jaar twee kampioenschappen zijn in de Ligue 1. Een dat uitsluitend tussen PSG en Monaco gaat, en daaronder eentje waar de andere 18 ploegen aan mogen deelnemen.

René Girard: “Ik geloof dat dat fenomeen op zich niet al te veel verschilt van de evoluties in de andere grote competities. Of het nu om Italië, Spanje, Engeland of Duitsland gaat, je ziet altijd twee of drie clubs die alle aandacht naar zich toe zuigen. Is het niet door hun rijke palmares, dan wel door hun recente koopwoede. Dat belet de anderen daarom het bestaan niet, integendeel. Ik bekijk het positief: misschien dat iets van de uitstraling van al die grote namen die nu naar de Ligue 1 komen, ook aan de kleintjes zal blijven kleven. Maar goed, niemand kan ontkennen dat die financiële golfslag nooit geziene gevolgen met zich meebrengt. Parijs zal altijd Parijs blijven, voor velen nog steeds het centrum van de wereld…”

Ik dacht dat Nîmes dat was…

“Voor mij persoonlijk wel. Nîmes is mijn stad, ik hou er meer van dan van Parijs. Maar als de allergrootste spelers op aarde naar de Lichtstad komen, dan brengt dat iets teweeg dat het voetbal overstijgt. Er is een zodanige globale impact dat het al die investeringen rechtvaardigt. In mijn ogen hoeft de ontwikkeling van het Franse voetbal daar niet onder te lijden. Het beste bewijs: de Franse U20 zijn wereldkampioen en de U19 speelden de finale op het EK. Het werd hoog tijd.”

Frankrijk heeft er lang op moeten wachten?

“Ik heb tien jaar bij de Franse voetbalbond gewerkt, op vraag van Aimé Jacquet (in 1998 als bondscoach wereldkampioen met Frankrijk, nvdr), die destijds mijn coach was bij Bordeaux. Ik heb er de hoogdagen meegemaakt, zo was ik assistent van Roger Lemerre tijdens Euro 2000 in Belgie en Nederland. In al die jaren heb ik gezien hoe ons succesmodel overal geïmiteerd, of met lichte wijzigingen overgenomen werd. Mettertijd, en zeker na alle successen die we toen beleefden, is het ergens te begrijpen dat we wat verzadigd raakten. We zijn toen wat te veel op onze lauweren gaan rusten. De prestaties van de U19 en de U20 deze zomer hebben ons net op tijd weer wakker geschud. Monaco heeft sterk toegeslagen door Radamel Falcao bij Atlético Madrid te gaan halen, hetzelfde geldt voor PSG met de komst van Edinson Cavani. Ik kijk ernaar uit om die twee aan het werk te zien, want het betekent dat onze competitie nu meespeelt met de top van Europa. Anderzijds valt te vrezen dat die clubs hooguit één of twee landgenoten gaan opstellen. Het stoort me niet, maar het doet me wel denken aan mijn tijd bij Bordeaux in de jaren tachtig. Toen onze voorzitter een spits zocht, moest hij er altijd een gaan zoeken in het buitenland. Dat moest wel, want onze opleidingen schoten toen nog tekort. Daarom denk ik dat onze jongeren net op het juiste moment een signaal hebben gegeven.”

Iets om in het achterhoofd te houden.

“Kijk naar Olympique Lyon, dat jarenlang zijn mannetje stond tussen de Europese top. Zelfs zo’n grote club moet zichzelf heruitvinden nu de financiële ontwikkelingen het hele voetballandschap hebben hertekend. Lyon is nu gedwongen om weer op zijn jeugdopleiding te focussen. Komt ook bij dat het nationale controleorgaan DNCG nu streng op de financiële wandel van alle clubs moet toezien, iets wat ik alleen maar kan toejuichen. Het probleem is in mijn ogen de tijd, of beter het ontbreken ervan. Niemand heeft nog geduld, dat is het meest frustrerende voor mensen met een voetbalhart.”

Twee monsters

Hoe bedoelt u?

“Ik mis het denken op lange termijn. De grootste clubs willen zich onmiddellijk met elkaar kunnen meten. Alle andere clubs zitten in een andere branche: die van de lange duur, het vakmanschap, het geduld. Alleen: iedere kleine club weet dat ze op elk moment leeggeroofd kan worden. Eigenlijk is dat een schaduw die constant over ons hangt. Clubs als Manchester City, Chelsea of PSG weten dat ze zonder probleem al je toptalenten kunnen komen wegplukken. Zolang niemand die financiële spiraal weet te doorbreken, zullen we verplicht zijn eeuwig van nul af aan te herbeginnen.”

PSG is linksachter Lucas Digne komen halen bij Lille voor 13 miljoen euro. Een jaar eerder was er de transfer van Eden Hazard naar Chelsea.

“Precies. Op zich waren dat deals die zowel voor de club als voor de speler interessant waren. Maar veel anderen vertrekken nu al op veel jongere leeftijd, en dat is wel een grote handicap. Vroeger vertrok een speler op zijn 22e of 23e, tegenwoordig is hij al op zijn 17e of zijn 18e weg. Dat betekent dat hij zijn opleidingsclub nauwelijks nog iets oplevert. Ik wil dat tegengaan en bouwen bij Lille. We gaan de jongeren de best mogelijke omstandigheden bieden om zich hier te ontplooien.”

Wat was het geheim van Montpellier?

“Onze kracht zat in het mentale: er was vertrouwen, werklust en zelfopoffering. Ik ben ervan overtuigd dat die formule blijft werken en dat ook dit jaar een minder gemediatiseerde club boven zich uit kan stijgen. Geloof me vrij: men doet er verkeerd aan om Marseille, Lyon en Bordeaux nu al compleet af te schrijven. PSG en Monaco hoeven van niemand cadeaus te verwachten. Toen we in 2012 de titel wonnen met Montpellier, hadden we maar één puntje minder dan PSG vorig jaar. Dat toont aan dat het Franse kampioenschap een werk van lange adem is. Een andere statistiek: we hadden dat jaar de beste aanval en de op twee na beste verdediging. Wie had dat verwacht? Het betekent dat alles mogelijk is en dat je niet te vroeg de handdoek in de ring moet gooien. Ik weet zeker dat er nog anderen zijn die er zo over denken. Op het veld dacht ik er ook al zo over: ik respecteerde de vedetten wel, maar daar hield het ook op. Er zijn twee monsters in de Ligue 1, als we ze dan ook nog eens de vrije doorgang geven…”

Wat valt eraan te doen?

“PSG en Monaco hebben al een financieel en een sportief voordeel. Als we daarbij nog eens poeslief gaan zeggen: ‘Heren, komt u er alstublieft langs…’Respect, dat is er net alles aan doen om de twee monsters te verslaan. De komst van Monaco en PSG is de best mogelijke motivatie voor Lille en alle andere ploegen. Ik verzeker je: wie kampioen wordt, zal het verdiend hebben. De beker kun je nog winnen met wat meeval, de titel over 38 speeldagen niet. Let wel: PSG en Monaco beschikken over eindeloze fondsen, de rest zal niet te hoog van de toren moeten blazen.”

Club met geschiedenis

Heeft Lille na zijn titel in 2011 niet hetzelfde meegemaakt als uw Montpellier een jaar later?

“Ergens wel. De grote clubs beschikken altijd over spelers die het gewend zijn om in de Champions League te spelen, aanbiedingen te krijgen van andere clubs, een zekere roem te hebben… In Rijsel was dat minder het geval, maar ik heb wel al vastgesteld dat dit een echte voetbalstad is. Het onthaal dat ik hier kreeg, was hartverwarmend. Telkens als ik hier rondwandel, komen mensen me bedanken dat ik voor Lille OSC gekozen heb. Dit is een club met geschiedenis en de middelen zijn er om er weer iets moois van te maken. Ik denk dan aan het fantastische opleidingscentrum en aan het nieuwe stadion, een van de mooiste van het land. Ik wil blijven groeien. Na PSG, Monaco en Marseille ligt de weg vrij voor verrassingen. Ik hoop dat Lille dit jaar al een van die verrassingen kan zijn.”

Uw kern is nochtans sterk afgeroomd.

“Dat besef ik. Lucas Digne zit bij PSG, Aurélien Chedjou is naar Galatasaray en Dimitri Payet zijn we kwijt aan Marseille. Dat zijn verliezen die je niet zomaar opvangt. Met hen erbij zou het een stuk gemakkelijker geweest zijn, maar ik ben geen fatalist. Het zal ons alleen wat tijd kosten om op kruissnelheid te komen. En de vertrekkers laten plaatsen vrij voor gretige jongeren: Divock Origi, Ronny Rodelin, John Ruiz… Ruiz heeft er een interessant seizoen op zitten bij Moeskroen, een club die ik met veel aandacht volg. Net als het hele Belgische voetbal, zeker ook de Rode Duivels. Wat een uitzonderlijke generatie! Een van mijn beste vrienden is trouwens een fervent Standardsupporter.”

U bent deze zomer nog in contact geweest met Standard?

“Er is inderdaad een gesprek geweest met Roland Duchâtelet. Maar verder dan die ene babbel zijn we niet geraakt: de club heeft voor een andere oplossing gekozen. Het lijkt een beetje mijn lot: bij Bordeaux heb ik ook nooit met Belgen samengewerkt. Ik heb Raymond Goethals en Enzo Scifo toen net gemist. We hadden een ongelooflijk sterke ploeg bij Bordeaux, met de broers Vujovic en Dieter Müller. Om op de Ligue 1 van vandaag terug te komen: het is alleen door met de allerbesten te spelen dat je zelf vooruitgang kunt boeken. Onze coach Aimé Jacquet hield niet op dat te herhalen. Een boodschap waar nog steeds geen sleet op zit. Ik vond het enorm verrijkend om eerst bij Bordeaux en later bij de Franse bond met hem te mogen werken. Elke dag bracht hij je wel iets nieuws bij. Tegenwoordig sukkelt hij helaas met zijn rug en heeft hij zich teruggetrokken in de buurt van Annecy.”

Geluk gehad

Wat mogen we van jullie beider ex-club Bordeaux verwachten? Zit er een grote rol in dit jaar?

“Dat kan haast niet anders. Als je bij Bordeaux binnenstapt, voel je overal het gewicht van de traditie. Bordeaux kent de smaak van de overwinning en de sfeer van de grote Europese avonden. Als ze PSG of Monaco een beentje kunnen lichten, zullen ze het niet laten. Wees er maar zeker van dat ze de rode loper niet zullen uitrollen. Marseille is dan weer de derde hond in het kegelspel, een rol met minder druk die hen uitstekend zou moeten liggen. Vergeet ook Lyon, Guingamp, Lorient en Montpellier niet. Ook van Toulouse verwacht ik een uitstekend seizoen. ”

Hoe kijkt u terug op uw parcours?

“Ik ben intussen een van de oudste coaches in de competitie. Toen ik jong was, had ik me dat nooit kunnen inbeelden. Waarom ik en niet mijn broer? Omdat ik er altijd heel veel voor gedaan heb, zoals ik ook in gelijk welk ander beroep gedaan zou hebben. Ik geloof ook in het belang van de juiste ontmoetingen, zoals dat zowel bij mijn eerste club Vauvert als later bij Nîmes en in Bordeaux het geval was. Ik heb het geluk gehad mensen als Kader Firoud, Stevan Kovacs, Michel Hidalgo en Aimé Jacquet op mijn weg te treffen. Zonder hen zou mijn carrière nooit dezelfde geweest zijn.”

Toen u jong was, moest u allerlei klusjes doen om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen.

“Ik wil dat niet wegsteken. We waren van bescheiden komaf, maar toch gelukkig. Eigenlijk kan ik alleen maar dankbaar zijn voor wat me overkomen is. In mijn vier seizoenen bij Montpellier heb ik alleen maar memorabele momenten meegemaakt. Voorzitter Nicollin is een ongelofelijke figuur zoals je er geen twee vindt. De pagina is intussen omgeslagen: nu telt enkel Lille nog.”

DOOR PIERRE BILIC – BEELDEN IMAGEGLOBE

“Iedere kleine club weet dat ze op elk moment leeggeroofd kan worden.”

“Zonder Firoud, Kovacs, Hidalgo en Jacquet zou mijn carrière nooit dezelfde geweest zijn.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content