In het voetbal is de factor psychologie een veel onderschatte maar heel belangrijke factor. Eerst bij de scheidsrechters. Scheidsrechters met een grote gestalte zullen doorgaans makkelijker standhouden in een moeilijke match dan kleinere arbiters, die daarom niet minder kwaliteiten hebben. Ze stralen namelijk ontegensprekelijk meer autoriteit uit dan hun kleinere collega’s. Daarop is, volgens mij, deels de carrière van Pierluigi Collina gestoeld. Hij combineert zijn gestalte en zijn argusogen om zijn autoriteit door te drukken.

Ten tweede is de psychologie bij de aanpak van trainers zeer belangrijk. Trainers die dicht bij de groep staan, zullen doorgaans geen grip verliezen op de spelersgroep en ieder individu tot zijn maximale rendement kunnen brengen. Een krak in dit vak is GeorgesLeekens. Je kan week na week zien dat hij met zijn psychologisch doorzicht en wonderbaarlijke kennis van het voetbalspel AA Gent weer tot een degelijke subtopper maakt. Hij staat dicht bij de spelersgroep door met vele spelers individueel te praten en staat tevens bekend om het beste uit iedere speler te halen. Het falen van Leekens als bondscoach is daarom te wijten aan een gebrek aan continu contact. Zo verloor zijn normale manier van werken te veel aan kwaliteit door het omschakelen van systeem.

Nog een voorbeeld van een trainer met psychologische aanpak is FrankVercauteren. Hij nam na Broos de fakkel succesvol over en staat er eveneens voor bekend dat hij zijn spelers nooit met rust laat. Zo kon hij door veelvuldig praten de faalangst en onzekerheid uit de ploeg halen en er zekerheid en vertrouwen aan toevoegen. Je mag niet dictatoriaal omgaan met de spelers, maar begripsvol en tevens de spelers duidelijk makend wie de baas is.

In derde instantie speelt de psychologie ontegensprekelijk bij de spelers. Spelers die zich gesterkt voelen door een psychologische aanpak zullen doorgaans met veel zelfvertrouwen acteren en zullen al gemotiveerd zijn voor een wedstrijd. Zo zie je dat spelers als Klukowski en Ishiaku de ommekeer inluiden tegen hun ex-ploeg en dat omdat de motivatie om zich te tonen van hen zelf kwam. Zoiets kan je als trainer verwachten en daar mag je natuurlijk op inspelen. Zo zie je ook dat DeBeule twee keer scoorde tegen z’n ex-ploeg Lokeren en een zeer goeie wedstrijd speelde, alleen al maar om te bewijzen dat ze het bij Lokeren aan het verkeerde eind hadden.

Last but not least is psychologie zeer sterk aanwezig bij de ploegen. Ploegen die op en naast het veld ook nog eens een vriendengroep zijn, zal je in moeilijke momenten toch zien standhouden. Zo zag je dat vorig jaar Club Brugge na het verlies tegen RC Genk toch de moed had en erin slaagde om toch nog die tweede plaats te pakken. Zoiets heet sfeer. Als trainer kan je meewerken aan zo’n sfeer, maar je hebt hem nooit in de hand. Het is wel een troef in geval van nood. Maar met kameraadschap alleen komt een ploeg er ook niet. De hele ploeg moet daarom ook mentale weerbaarheid tonen. Zo zag je bij momenten dit seizoen dat de spelers van Anderlecht zich al neerlegden bij een nederlaag terwijl net de 1-0-achterstand was aangetekend. Ze toonden onvoldoende weerbaarheid.

Evenzeer als het kunnen is die weerbaarheid een niet te overziene factor. Ploegen die in de winning mood zijn, kennen in die bepaalde periode geluk in alles. Geluk bij de afwerking, geluk bij de passing… Deze ploegen zullen dan minder problemen hebben in zogenaamde topwedstrijden. Denken dat je de betere bent, zonder de tegenstander te onderschatten, is een vuistregel in het voetbal. Er moet een geloof zijn in eigen kunnen en een gevoel dat men met de hele ploeg een prachtprestatie gebracht kan worden. Voetbal is toch een teamsport !

Kristof Galle, Oosterzele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content