Op Charleroi bereidde R. Antwerp FC de topper van volgend weekend tegen Anderlecht voor. Beter bereiden de Brusselaars zich voor op het gevaar-Goots.

Vriendelijke mensen, daar in het Stade du Pays de Charleroi. Officiële mededelingen die in twee talen gebeuren, de persverantwoordelijke die de persconferentie met de bezoekende trainer inleidt in het Nederlands. Taart, broodjes en witte wijn voor de pers.

Alleen jammer dat er zo weinig sfeer hangt in dat mooie stadion. Amper 7140 toeschouwers daagden er op zaterdagavond. Misschien dat de mensen wel wachten tot Charleroi een goed ingespeeld elftal heeft. Dat kan nog wel even duren, met enkele geblesseerde spelers en wat nieuwkomers die nog naar hun beste vorm zoeken. Eerst zei voorzitter Abbas Bayat dat debuterend trainer Etienne Delangre het maar moest rooien met wat er vorig seizoen al was, maar uiteindelijk kwam er vanuit Molenbeek toch een spits ( Kolotilko) en een verdedigende middenvelder ( Kargbo) bij. Daar is Delangre erg blij mee.

Tegen Antwerp draaide zijn elftal nog niet op volle toeren. Enkel in het laatste half uur kwam de thuisploeg onder stoom, met een paar aardige acties van Eduardo en technische hoogstandjes van Yazdani en het jonge buitenspelertje Fernandez. Maar verder dan een 1-1-gelijkspel geraakte Charleroi niet.

Antwerp speelde een simpel spelletje. Het voorzag de twee thuisaanvallers van een bewaker, respectievelijk Pinxten en Leleu, hield daar een libero ( Campara) achter en liet linksachter Evens en rechtsachter Ouon lekker achterin blijven. Beide backs zijn eigenlijk nogal geneigd om de lijn af te gaan, maar dat gebeurde op Charleroi dus nauwelijks, zodat Antwerp de hele tijd met vijf verdedigers vanuit een zetel speelde.

Op het Antwerpse middenveld knokte Imagbudu, zoals hij dat vorig jaar deed bij Aalst, verbeten voor elke bal, ook als hij er in zijn eentje voor staat. Desnoods stopt hij de tegenstand af met een fout. Zaterdag stond 75 procent van de zestien Antwerpse overtredingen op zijn naam.

Marathonloper van dienst is Tony Sergeant, heen en weer sleurend tussen de verdediging en de aanval. In de eerste helft mocht Yatarra zijn nummertjes opvoeren, maar eens Antwerp op voorsprong stond, koos Henk Houwaart voor de tactisch gedisciplineerdere Anders Nielsen in steun van de spitsen.

Die spitsen, dat zijn Omar Mussa en Patrick Goots. Het recept van Antwerp op Charleroi was eenvoudig : even wachten tot de technisch vaardige, maar fysiek weinig imponerende thuisspelers zich te pletter liepen op de goed georganiseerde en rijzige verdedigers, Leleu of Evens die vervolgens een lange bal naar vuur stuurde, en Mussa die doorkopte tot bij Goots, die op zijn manier toeslaat. Vier van de vijf Antwerpkansen waren door hem gesigneerd. De manier waarop hij twee keer vanuit het niets een bal in één tijd met een volley in doel deponeerde, was op zich al de prijs van een toegangsticket waard.

Henk Houwaart glunderde na afloop. Zijn ploeg, vorig seizoen op verplaatsing vaak onzichtbaar, verloor daar nu nog niet. Antwerp draait mooi mee in het midden van de rangschikking. Daar hoort zijn team ook thuis, weet de trainer : “Wij gaan geen degradatievoetbal spelen. Een plaats in de linkerkolom is het streefdoel.”

Houwaart heeft meer mogelijkheden dan vorig seizoen. Hij kreeg er de ervaren Anders Nielsen bij, plus de 18-jarige aanvaller Yasser Hussaine, de eerste voetballer uit Qatar ooit in onze competitie, die via Manchester United arriveerde. Hussaine is een leuke pingelaar, klein maar hardnekkig en altijd hard werkend.

Werd vorig jaar het hele jaar gezocht en geëxperimenteerd op de rechterflank, dan loste de komst van Ouon dat probleem op. Ouon arriveerde met een paar andere testspelers tijdens de voorbereiding op de Bosuil en liet aanvankelijk geen grote indruk op de andere spelers. Tot veler verbazing stuurde Houwaart de andere testers door en hield hij de Fransman (die bij de Italiaanse tweedeklasser Cagliari vegeteerde) over. Niet als centrale middenvelder, zoals hij aangekondigd werd, maar als rechtsachter. Eens te meer had Houwaarts neus het bij het rechte eind, waardoor Antwerp een probleem minder heeft.

Centraal op het middenveld probeerde de trainer lang de bij AA Gent wegkwijnende Martin Laamers, die hem uit Harelbeke naar Gent gevolgd was, binnen te halen. Toen dat niet lukte, vond hij met Imagbudu een bikkelhard alternatief.

Voorin teert Houwaart op de wereldvorm van Patrick Goots, intussen al 34. “De goals die hij op Charleroi maakte, kan alleen hij maken. Hoewel, er is nog een speler die het kon : Marco van Basten.” Houwaart zegt niets in Goots’ drankje te doen om de Kempenaar scherp te houden. “Het enige wat je met Goots moet doen, is hem belangrijk maken. Vorig jaar was hij niet belangrijk en voelde hij dat ook zo aan. Als hij zich niet belangrijk weet, heb je niets aan hem. Daarom : bij mij is hij heel belangrijk. Ik geef hem alle opdrachten bij de vrije trappen. En Mussa knapt het vuile werk voor hem op.” Aanvankelijk probeerde Houwaart het met de aanvallende driehoek Nielsen-Yatarra-Goots. “Maar dat was slap, die maakten geen oorlog in de zestien meter.”

Het grootste pluspunt is de bereidheid om voor elkaar te vechten. Vorig jaar vond Houwaart de mentaliteit verziekt met te veel spelers die altijd kankerden op hun ploegmaats en de rest van de wereld, spelers ook die wanneer ze niet opgesteld werden geen klap uitvraten op training en de anderen in een overbevolkte kleedkamer maar tot ergernis waren. Ondertussen werd er flink gesnoeid : spelers struikelen niet langer over elkaars ondergoed in de kleedkamer. Af en toe zelfs voelen de spelers zich eenzaam, als er met slechts achttien man getraind wordt. Maar de intensiteit ligt er wel een stuk hoger door, nu overbodige of ontevreden spelers niet langer in de weg lopen.

De nieuwkomers dichten niet alleen de hiaten, ze halen ook het voetballend vermogen van de ploeg omhoog. Vorig seizoen wilde Antwerp bij momenten aanvallend voetballen, maar slaagde het daar vaak niet in omdat het weggedrukt werd. Het werd een wisselvallig seizoen, soms met goed voetbal, maar af en toe was het niet om aan te zien. Wel kon het in de moeilijke momenten terugvallen op een stevige verdediging met grote jongens, maar vaak konden ook zij de druk niet houden. Met Imagbudu als breekijzer voor hun neus kunnen Leleu & co nu ademhalen.

Achter hen staat voor het eerst sinds het vertrek in 1996 van Yves Van der Straeten nog eens een Belgische keeper tussen de palen. Yves Feys lijkt helemaal terug van weggeweest, waardoor het ernaar uitziet dat Antwerp, ook voor het eerst sinds lang, nog eens een seizoen vol lijkt te gaan maken met één titularis in het doel.

door Geert Foutré

‘Scoren zoals Goots dat kan, kon maar één speler het ook : Marco van Basten.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content