44 minuten en al een doelpunt. Waanzinnig, maar bijna vanzelfsprekend voor de man die aangetrokken werd om een telegeniek collectief om te toveren tot een doelpuntenmachine. Het eerste hoofdstuk van het Gentse avontuur van Jérémy Perbet.
Voetballers heten bijgelovig te zijn. En spitsen schijnen hun eigen rituelen te hebben. Vandaar wellicht dat Jérémy Perbet, net als in Charleroi, helemaal achteraan staat in de rij van elf Gentspelers die zich opmaken om voor het eerst dit seizoen de grasmat van de Ghelamco Arena te betreden.
De Fransman kijkt op de rug van Dieumerci Ndongala, die hij sinds mei haast niet meer losgelaten heeft: samen beëindigden ze het seizoen bij de Zebra’s, ze ontmoetten elkaar toevallig op vakantie in Dubai en versierden allebei een transfer naar de Buffalo’s. Achteraan op zijn shirt draagt Perbet de 24, zoals het aantal goals dat hij in één seizoen moest scoren om eindelijk de poorten van een grote Belgische club te kunnen openbreken.
In Gent is Perbet bijna als een buitenaards wezen neergestreken, zo veel uitzonderingen werden voor zijn komst gemaakt. Michel Louwagie was nooit geneigd om spelers ouder dan dertig te kopen, maar de 31 lentes van Perbet bleken geen rem. Het Buffalobestuur aarzelde ook al niet om de Franse goalgetter een contract van drie seizoenen te bieden, daar waar voor dertigers een contract van maximaal twee jaar de norm is in Gent.
COACH ZOEKT DOELPUNTENMAKER
Dankzij zijn uitstekende fysieke kwaliteiten doorstond de spits – die op dat vlak vaak onderschat wordt – vlot de veeleisende VO2 max-tests die door Hein Vanhaezebrouck werden opgelegd. Nog belangrijker was dat de succestrainer van de Buffalo’s tot alles bereid was om de netten van de tegenstanders vaker te doen trillen. Terwijl zijn aanvallers tijdens de play-offs moeilijk de weg naar doel vonden, stelde hij vast dat Perbet het seizoen beëindigde in een gigantisch ritme van dertien goals in dertien partijen. En dat Jérémy, die nochtans pas eind augustus de competitie was begonnen, op één seizoen bijna evenveel goals (24) had gemaakt als Laurent Depoitre (27) in twee jaar.
Zo hervatte Hein op het Gala van de Profvoetballer van het Jaar het gesprek dat hij met de Franse spits was aangegaan de avond van de ceremonie van de Gouden Schoen. Het respect en de bewondering zijn wederzijds, tussen twee mannen die elkaar via de pers altijd lof hebben toegezwaaid. ‘Perbet is de gevaarlijkste sluipschutter van België. Bij gelijk welke club zou hij meedoen voor de titel van topschutter’, zo verklaarde de trainer van Gent voor zijn eerste competitienederlaag vorig seizoen (1-3 tegen Charleroi, met twee goals van Perbet). Met enkele maanden vertraging bewees de Fransman de Gentse coach een wederdienst door hem op de stemming van de Trainer van het Jaar boven Michel Preud’homme te verkiezen.
‘Je hebt aanvallers zoals Mbaye Leye of Perbet, die wanneer ze voor de goal komen, niet de doelman zien, maar de openingen waar ze de bal kunnen plaatsen’, voegt de leermeester van de Buffalo’s er aan het einde van het seizoen nog aan toe. Vanhaezebrouck, die vaak beweert een autodidact te zijn wanneer zijn invloeden ter sprake komen, brengt nochtans graag deze zin van Aimé Anthuenis in herinnering: ‘Als je een goeie keeper hebt en een spits die doelpunten scoort, zal je een goed seizoen draaien.’
Zijn het de 33 lentes van Leye die de balans in het voordeel van de Franse spits hebben doen doorslaan? Hoe dan ook, drie jaar na de eerste contacten – Perbet verkoos destijds Mons te ruilen voor Villarreal – zijn het lot van de spits en dat van de kampioen van 2015 uiteindelijk verbonden. Met een flinke uitdaging voor het tactische genie Hein Vanhaezebrouck: de vrijheid van een man van de zestien enten op de discipline van zijn aanvalscompartiment.
3-4-2-1 EN AUTOMATISMEN
Op het veld, tegen Olympiacos en zijn nieuwe trainer Víctor Sánchez del Amo, begint Gent zijn galamatch in een 3-4-2-1, met Dieumerci Ndongala en Moses Simon heel dicht bij Perbet. Danijel Milicevic, Renato Neto, Nana Asare en Laurent Depoitre bekijken de wedstrijd vanop de tribunes, en zien Ndongala afhaken bij balverlies om de nummer 10 te worden van een 3-4-1-2, klaar om te ontploffen in de omschakeling.
In de punt raakt Perbet heel weinig ballen tegen de ambitieuze Grieken, maar hij blinkt al uit door zijn tactisch werk bij balverlies en snijdt handig de paslijnen tussen de verdedigers af om de Gentse pressing aan te sturen. De lange ballen van Thomas Foket, uit de lucht geplukt door de Atheense defensie, doen het thuispubliek snel beseffen dat het Gent van Perbet niets van doen zal hebben met dat van Depoitre, maar de Fransman onderscheidt zich door af te haken tussen de lijnen om de combinatie op te zoeken zodra Sven Kums in balbezit komt, terwijl Moses Simon onmiddellijk de diepte zoekt. Perbet, het gietijzer in de tactische mal van Vanhaezebrouck, is goed begonnen, ook al zullen enkele misverstanden met Gustav Wickheim de realiteit vertroebelen, op een moment dat Ndongala en Foket elkaar al blindelings lijken te vinden. ‘Jérémy is een week na mij aangekomen, logisch dus dat het nog wat moeilijker is voor hem om zich alle bewegingen eigen te maken’, verklaart de Congolees na de match. ‘Maar ik maak me geen zorgen om hem, dat zal heel rap komen.’
‘Het systeem ligt me, maar ik moet de automatismen nog vinden met mijn nieuwe ploegmaats’, bevestigt Perbet, opgeslorpt door de journalisten wanneer hij zijn nieuwe kapitein probeert te volgen om niet te verdwalen in de gangen van het stadion terwijl hij een telefoontje pleegt. ‘De aanwezigheid van Didi is vanzelfsprekend een voordeel, want dat kan ons wat tijd opleveren in deze context. We kennen elkaar door en door.’
EEN GOAL, UITERAARD
Onmogelijk natuurlijk om het over Perbets eerste match voor zijn nieuwe publiek te hebben zonder een ommetje te maken langs het strafschopgebied van de tegenstrever. De Fransman raakt er zijn eerste bal na 27 minuten, maar de twee Griekse verdedigers die hem geen duimbreed lossen, verhinderen hem om in schietpositie te komen.
Zeven minuten later, wanneer Moses Simon de score geopend heeft – Perbet kwam hem als eerste feliciteren -, bevindt de nieuwe spits van het huis zich in een situatie die alleen hij kan verzinnen. Op een voorzet van Rob Schoofs profiteert de nummer 24 van de onoplettendheid van een verdediger om de buitenspelval te omzeilen en schenkt hij zichzelf een enorme kans aan de rand van het strafschopgebied, maar zijn schot belandt op het lichaam van de doelman van Athene.
Een andere keer dan maar, want juist voor de rust zal zijn derde bal in de zestien de goede zijn om zijn reputatie van ‘meneer één goal per match’ eer aan te doen. Handspel van een verdediger van Olympiacos en penalty. Perbet grijpt spontaan de bal, overlegt met Sven Kums aan de stip, zonder één moment het leer uit zijn handen te laten, om het uiteindelijk met zijn rechter tegen de netten te trappen. Eerste match en eerste doelpunt voor de vos uit de Auvergne. ‘Het was belangrijk om te kunnen scoren bij mijn debuut in mijn nieuwe stadion’, vertrouwt Perbet ons na de wedstrijd toe, eraan toevoegend: ‘Sven liet me inzien dat het voor mijn vertrouwen goed was die strafschop te geven.’ De gok was nochtans gewaagd, want Jérémy had geen enkele van zijn strafschoppen bij de Zebra’s omgezet, maar ook Kums stond op een weinig glorieuze één op vier vanop de stip in 2016.
‘In alle clubs waar ik al speelde, heb ik altijd de penalty’s getrapt’, besluit de spits, blij dat hij ‘gepusht werd door het publiek’ in de Ghelamco Arena, dat zijn naam driemaal luid scandeerde om zijn eerste doelpunt voor Gent te begroeten. Het eerste van een lange rij?
DOOR GUILLAUME GAUTIER – FOTO’S BELGAIMAGE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier