Al vier jaar is Duitsland een ploeg in de steigers. Nog wat groen op het WK in eigen land wil het op dit EK oogsten.

De eindzege op het EK 96was Duitslands laatste toernooizege en de laatste gewonnen wedstrijd op een EK tot nu. Op Euro 2000 won Duitsland geen wedstrijd, vier jaar later verdween het beschaamd al in de eerste ronde van het EK in Portugal.

Die vroegtijdige uitschakeling liet het Duitse voetbal in schok achter. Jürgen Klinsmann werd ingehaald, hij kreeg volmachten en plots stonden de Bundesligaclubs eensgezind achter de aanpak in de nationale ploeg. De opvolging van Klinsmann door Joachim Löw zorgde niet voor ongerustheid: iedereen wist dat Löw onder Klinsmann al voor de tactische omlijsting zorgde, terwijl de bondscoach zelf vooral een goede motivator bleek. “Pas toen Joachim het me op de trainersschool in Keulen uitlegde, begreep ik het belang van een verdediging met vier op een lijn”, gaf Klinsmann toe.

Op grote toernooien is Duitsland een diesel die traag op gang komt. In een haalbare poule met Kroatië, Oostenrijk en Polen als tegenstanders kan Die Mannschaft van match tot match groeien.

Opmerkelijk is dat van de 23 geselecteerde spelers er negentien in Duitsland zelf spelen. Bayern is met vijf internationals Duits hofleverancier.

Duitsland neemt voor de negende opeenvolgende keer deel aan de eindronde van een EK. In 1988 was het als organisator automatisch geplaatst, de acht andere keren plaatste het zich vlot. Drie keer won het een EK, twee keer onder de naam West-Duitsland (1972 en 1980), één keer sinds de hereniging (1996).

Het team

Toen Klinsmann tussen 2004 en 2006 tal van jonge talenten een kans gaf, vroeg men zich af: welke automatismen kunnen daaruit groeien? De kritiek verstomde toen resultaten samengingen met goed en modern voetbal. Nochtans kwam het WK te vroeg. Vooraf verkondigden Klinsmann en Löw dat hun team op zijn sterkst zou staan tegen Euro 2008. De spelers zijn sterker geworden, beter op mekaar ingespeeld ook. Al op 13 oktober was Duitsland geplaatst voor de eindronde, als allereerste land.

Tactiek

Löw staat voor aanvallend voetbal: een vlotte balwisseling, zonder omwegen recht naar doel. Verdedigend staat Duitsland zoals steeds sterk. Voor alle mogelijke situaties zijn de scenario’s uitgetekend: wat te doen bij achterstand, wanneer de vermoeidheid toeslaat, wanneer het team tegen een muur moet opboksen?

In Löws favoriete 4-4-2 blijven de spitsen centraal, terwijl de buitenste middenvelders voor gevaar langs de flanken moeten zorgen. De verdediging blijft op één lijn, daarvoor opereert spelverdeler Michael Ballack, bijgestaan door een verdedigende middenvelder, doorgaans de loopsterke Torsten Frings. Door de blessure van Bernd Schneider mist Löw op het middenveld een extra creatieve speler.

Sterke punten

De omschakeling van achter naar voor gebeurt snel, met een minimum aan balcontacten. Ballack is tegelijk orkestmeester en spits. De fysieke conditie van de Duitsers laat hen toe een hoog spelritme op te leggen aan de tegenstander, met gevaarlijke ritmeveranderingen. Löw rekende uit dat zijn spelers gemiddeld anderhalve seconde nodig hebben om de bal aan te nemen én weer door te spelen.

Elke speler kent perfect zijn taken, die welomlijnd zijn. Hoe te lopen met of zonder bal, hoe de passing te verzorgen, alles is tot in den treure geoefend, zonder dat de creativiteit van de spelers in het gedrang komt.

Meteen is ook de sfeer in en rond de nationale ploeg een stuk positiever dan een paar jaar geleden. Opnieuw trekken internationals met plezier het shirt van de Mannschaft aan, die opnieuw één hecht én ambitieus team vormt. De fysieke kracht laat hen toe een tegenstander te slopen die zich terugplooit voor eigen doel.

Zwakke punten

In doel behoudt Jens Lehmann het vertrouwen van de bondscoach. Evident is dat niet: Lehmann wordt 39 en was het afgelopen seizoen geen titularis meer bij Arsenal, waarvoor hij slechts dertien wedstrijden keepte. In de nationale ploeg bleef hij tot de oefeninterland tegen Wit-Rusland van vorige week (2-2) 681 minuten ongeslagen. Nummer twee is Robert Enke van Hannover, nummer drie de internationaal onervaren maar getalenteerde René Adler (Leverkusen).

De spitsen van de nationale ploeg scoorden weinig in competitie, met uitzondering van Stuttgarts Mario Gómez, Speler van het Jaar in 2007 en nog maar 22. Doorgaans zorgt Miroslav Klose voor veel goals. Klose is snel, heeft een goed kopspel, ziet het spel, dribbelt, maar gleed als afwerker helemaal weg in de schaduw van ploegmaat Luca Toni. Toch blijft hij eerste keuze, naast Gómez, die wel in vorm is maar internationale ervaring mist. Lukas Podolski of Kevin Kuranyi zijn alternatieven voorin, samen met oudgediende Oliver Neuville, de enige geselecteerde die voor een tweedeklasser speelde (Borussia Mönchengladbach, dat één jaar na de degradatie terugkeert naar de Bundesliga). S

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content