René Vandereycken heeft gelijk. Een overwinning van de nationale ploeg, zo stelde hij donderdagmiddag na de landing in Zaventem vast, wordt meestal snel gerelativeerd, een nederlaag niet. Zelfs als het goed is, is het dus nooit goed genoeg.

Nu is Vandereycken een bondscoach met weinig krediet, maar dat heeft hij toch vooral aan zichzelf te danken en in dit geval heeft het er weinig mee te maken. Het gelijkspel tegen Turkije is in mentaal opzicht een overwinning waard en verdient het zeker om naar waarde te worden geschat. Maar de Turken misten drie, vier van hun beste spelers en toen ook Tunçay al vroeg moest worden afgevoerd, waren de omstandigheden ideaal om een slag te slaan tegen een hoger aangeschreven maar verzwakte concurrent. Daarom was het gelijkspel ook een gemiste kans. Dat scheen Vander-eycken zelf ook wel te vinden, al zocht hij de verklaring hiervoor vooral bij de scheidsrechter en de intimidatie van Fatih Terim.

Fundamenteler is de vaststelling dat in Istanboel dezelfde tekortkomingen bloot kwamen te liggen als vier dagen eerder in Luik. Van de vier centrumspelers die tegen Estland nog op de flanken stonden, werd er één ( Vincent Kompany) uit zijn lijden verlost. Gill Swerts verving hem en hoewel dat een echte rechtsback is, werden de problemen er niet minder om. Arda Turan draaide hem dol en nog voor het halfuur stond de AZ-verdediger geel geboekt. Ook Thomas Vermaelen had het niet onder de markt wanneer het nieuwe Turkse wonderkind zijn kant kwam opgedribbeld.

De keuze voor Swerts was een gok. Tijdens de eerste training op Turkse bodem had assistent-bondscoach Frankie Vercauteren hem voortdurend moeten bijsturen, waarna ook Vandereycken het veld overstak. Minutenlang onderhield hij zich met de rechtsachter. Terwijl de bondscoach achteraf aan de rand van het oefenveld van geen probleem zegde te weten, stapten in zijn rug Vercauteren en Swerts als laatsten samen het oefenveld af.

De inbreng van Gaby Mudingayi halfweg tegen Turkije was het ultieme bewijs van het gebrek aan vertrouwen in Swerts. Vandereycken motiveerde de ingreep als “meer steun voor Gill”, die volgens hem nadien niet meer in de problemen was gekomen. Dat het gevaar op een tweede gele kaart reëel was, had zijn beslissing mee beïnvloed. Na amper negen minuten echter had Mudingayi ook al geel op zak. En nog eens twaalf minuten later ontsnapte de schoffelaar van Bologna aan rood voor een drieste tackle op Arda.

Als het waar is dat aan dit nationale elftal twee jaar is gebouwd, is het merkwaardig dat tegen Estland en Turkije nog risico’s moesten worden genomen. Van alle op rechts uitgeprobeerde combinaties (Kompany- Steven Defour tegen Estland, Swerts-Defour en Swerts-Mudingayi tegen Turkije) maakte geen enkele een goede indruk. Swerts, als enige op zijn voorkeurpositie, deed meer twijfels rijzen dan hij er wegnam. Alleen Kompany overtuigde: na de sof tegen de Esten bevestigde hij in Istanboel dat hij een man is voor de as.

Dat is ook Defour. Dat hij tegen de Turken werd gewisseld voor Mudingayi, had niet alleen te maken met Swerts. Defour, voor wie het al niet prettig moet zijn geweest dat hij slechts tweede of derde keus is voor het centrum, speelde als rechtsmidden een ondermaatse eerste helft. Hij bewees er het elftal geen diensten, noch zichzelf. Vandereycken echter herhaalde donderdag zijn uitgangspunt: liever een goede speler op een voor hem minder vertrouwde positie dan een minder goede op zijn beste plaats. Daar moet ook Defour het voorlopig mee doen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content