Begin augustus stelde SV Roeselare met de nodige trots drie nieuwkomers van Standard voor. Serhiy Kovalenko (23), Felipe Soares (22) en Gabriel Ngalula Mbuyi (25), of kortweg Junior, moesten de uitgedunde selectie een kwaliteitsinjectie geven. Na dertien speeldagen verzamelde Soares 349 speelminuten, Junior 151 en Kovalenko amper 142. Een heel magere balans. “Je moet de drie gevallen apart analyseren”, stelt trainer Dirk Geeraerd. “Alleen Soares had bij zijn komst een manifest gebrek aan basisconditie. Met de inspanningsfysioloog bepaalden we dat hij veel aan uithoudingslopen moest doen. Anders zou hij zich forceren bij partijvormen en achteraf een terugval krijgen. Maar van de drie jongens was hij het gretigst en stond hij het verst door zijn technische bagage.”

Bijkomend probleem: Soares bleek geen linksmidden. “Hij noemt zichzelf een linksback. Maar naar Braziliaanse normen, in een 3-5-2, waar hij de hele flank voor zijn rekening moet nemen. Wij spelen 4-4-2, of 4-3-3, wat als spelsysteem niet eenvoudig bleek. Hij is een voetballer die moet komen vanuit de tweede lijn. Dat, samen met de communicatie, vormde een zwaar struikelblok. Gelukkig is zijn bereidheid om te slagen heel goed.”

Dat criterium geldt ook voor Junior. “Hij doet echt zijn best”, vervolgt Gee- raerd. “Junior kan niet verbergen dat hij de laatste twee jaar amper speelde. Je moet dus bij de invallers en op training dat tikkeltje extra willen brengen of doen. Vooral voor jezelf is die drive noodzakelijk. Dat is niet altijd zo. En op het moment dat hij klaar was, viel hij uit met een klein letsel en incasseerde hij rood bij de beloften. Eventueel kunnen we hem ook als rechtsachter nog gebruiken.”

Eigenlijk is het vooral Kovalenko die het moeilijkst integreerde en zich in een lastig parket manoeuvreerde. “Van bij de kennismaking was er al een misverstand”, herinnert Geeraerd zich. “Ik wees hem op het feit dat wij niet dominant voetballen en veel achter de bal moeten lopen. Hij dacht dat ik de conditietrainer was, wist zelfs niet eens dat ik zijn coach was. (grijnst) De stap terug onderschatte hij dus zwaar. Dat hij het ook niet te nauw nam met de disciplinaire regels, begon op een gegeven moment de groep te irriteren. Als je niet mag bellen in de kleedkamer, waarom doe je het dan drie dagen na mekaar? De uitgaanskledij droeg hij niet, omdat hij de schoenen niet mooi vond. De wagen van de club beviel hem niet, hij toonde liever zijn dure auto, eentje waarvoor ik nog vijftien jaar moet sparen. Zo’n attitude wordt hier niet getolereerd, want SV Roeselare duldt geen vedetten en jongens met streken. Hij moet leren meedenken met het groepsproces.”

Ook sportief zit Geeraerd met twijfels, want hij ziet de Oekraïner niet als een spits. “Zijn sterkte is zijn versnelling, hij moet zijn dribbels en acties met bal aan de voet kunnen maken als hij wat kan terugvallen. Hij heeft kwaliteiten en potentieel, maar mag niet denken dat het allemaal zal loslopen. Hard werken en knokken, verdorie, om beter te presteren! Nu staat Serhiy met beide voeten weer op de grond, is hij niet langer een last. Ik denk dat hij de boodschap heeft begrepen. Daarom laat ik hem niet vallen. Na de winterstop moet hun inlooptijd definitief voorbij zijn.”

FRéDéRIC VANHEULE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content