Nog maar zelden maakte een jonge buitenlandse voetballer van bij zijn komst naar België zo’n sterke indruk als de Kroaat Ivan Perisic de voorbije maanden bij SV Roeselare. Een portret.

Hij moet om zichzelf lachen. “Wil je melk? Of verkies je yoghurt? Sorry, er is niets anders.” Ivan Perisic woont voor het eerst op zichzelf en dat is nog een beetje wennen, merkt hij op. Een mediterrane jongeman is niet graag alleen, daarom verblijft hij geregeld bij zijn Servische ploegmaat Mladen Lazarevic. “Mijn moeder is onlangs komen schoonmaken, het was hoognodig ( lacht). Zij blijft in Sochaux, mijn zus van vijftien moet er nog drie jaar schoollopen. En mijn vriendin studeert in Split economie tot 2010. Nadien komt ze bij mij leven, tenminste als de relatie tot dan standhoudt ( lacht).”

Hyperactief

Ivan Perisic werd op 2 februari 1989 geboren in Split en groeide 25 kilometer verder op in het stadje Omis. “Tot vijf jaar geleden had mijn vader er een groot bedrijf van legkippen”, vertelt hij. “We deden in eieren. Mijn moeder werkte er in de administratie.

“Vroeger was mijn pa basketbalspeler. Hij is 1 meter 98, elf centimeter groter dan ik. Ooit speelde hij tegen Drazen Petrovic. Dat vertelt hij nog altijd graag. Er bestaan ook beelden van: in twee minuten maakt hij vijf fouten op hem ( lacht).

“Als kind was ik hyperactief. Iedereen had problemen met mij. Mijn moeder moest heel de tijd achter mij aan zitten en ook op school was ik niet te stuiten. Wat ze mij zegden, ging het ene oor in en het andere weer uit. En: ik sjotte alles kapot ( lacht).

“Ik speelde ook tennis en basket, maar voetbal lag mij blijkbaar het best. Ik begon bij Omis. De tweelingsbroer van mijn moeder voetbalde ooit een half jaar bij Namen, hij was het die mij op mijn elfde naar Hajduk Split bracht. De eerste jaren stond ik daar in de spits, daarna rechts op het middenveld.

“Vanaf mijn vijftiende trainde ik in Omis op dinsdag- en donderdagavond nog eens extra met Branko Susnjara, een vriend van mijn vader. Hij oefende met mij heel veel op traptechniek. Daarom is mijn linker nu even goed als mijn rechter. In de grote vakantie deden we op een paar weken voor de start van de voorbereiding altijd looptraining op het strand. Toen ik zeventien was en Zoran Vulic mij bij de A-kern van Hajduk nam, bleek ik in de fysieke tests bij de beste twee te zijn. Op een toernooi in Slovenië scoorde ik toen op pass van Niko Kranjcar.

“Ik had op dat moment nog geen profcontract gekregen en in overleg met Tonci Martic besloten we om het in het buitenland te proberen. Eerst was ik tien dagen op stage in Sochaux, daarna testte ik bij Anderlecht. Ik trainde er met de eerste ploeg, ik herinner mij nog Boussoufa, Biglia, Vanderhaeghe, Odjidja, Vercauteren en De Boeck. Eén keer deed ik mee met het tweede elftal: ik stond er samen met Mbo Mpenza in de spits. Met de beloften speelde ik aan de kust een internationaal toernooi ( het Eurofoottoernooi in Oostduinkerke, nvdr). Sven Kums was aanvoerder. Tot aan de finale wonnen we alles. Ik scoorde acht of negen keer, onder meer tweemaal tegen PSV in de halve finale. In de finale waren we moe: we verloren van Sparta Rotterdam, ploeg die we in de groepsfase met 4-0 hadden geklopt.

“Er waren veel scouts en ik genoot belangstelling van Club Brugge, Charleroi, PSV, Ajax en Hamburg. Maar ik moest ook nog een wedstrijd met het tweede van Sochaux spelen. Hoofdcoach Alain Perrin kwam kijken en stelde mij meteen een profcontract voor. Omdat er op korte tijd zoveel was gebeurd, keerde ik naar Split terug om op adem te komen en rustig na te denken wat ik zou doen. Met een privéjet zijn Perrin en de sportief directeur mij toen komen opzoeken. In een restaurant tekende ik er een contract voor vier jaar. Maar Hajduk gaf mijn licentie niet meteen vrij en ik moest wachten tot mijn achttiende verjaardag om te kunnen spelen. Sochaux betaalde voor mij een opleidingsvergoeding van 240.000 euro: zes jaar tegen 40.000 euro per seizoen.

“In februari begon ik met de beloften te voetballen. We wonnen toen net als de eerste ploeg de beker van Frankrijk. Een onvergetelijk moment. Maar daarna vertrok Perrin en bij de start van mijn tweede seizoen kreeg ik te horen dat ik bij het tweede elftal zat. Ik was heel boos. Eigenlijk had ik toen al uitgeleend moeten worden, zei ik onlangs nog tegen Tonci. Ik beleefde er heel moeilijke tijden. Gelukkig woonde ik in Sochaux bij mijn moeder en mijn zus. Zonder hun steun weet ik niet wat er was gebeurd.

“Iedereen kreeg er een kans behalve ik. Er was grote jaloezie omdat ik al een profcontract had, op training werd ik moedwillig langs achteren aangetrapt. Een keer of twee of drie kwam het zelfs tot een handgemeen. Ik ben er sterker uitgekomen, nu reageer ik rustiger in zulke situaties.

“De CFA is in Frankrijk de vierde klasse, maar het niveau is er goed. Er lopen veel oudere spelers rond, mannen met ervaring in de Ligue 1 en de Ligue 2. Ik speelde er doorgaans als verdedigende middenvelder, maar soms ook als centrale verdediger.

“Mijn derde seizoen maakte ik duidelijk: zonder garantie dat ik zal trainen en spelen met het eerste elftal vertrek ik. In de voorbereiding mocht ik meedoen tegen Shakhtar Donetsk en zat ik voor de beker op de bank tegen Marseille, maar na het sluiten van de transferperiode was het weer voorbij. Ik trok mij toen op aan de woorden van Afolabi: hij drukte mij op het hart dat ik de moed niet mocht laten zakken en dat ik moest blijven werken voor mezelf. Maar in oktober stond mijn hoofd op springen. Ik vroeg Tonci toen om een andere club voor mij te zoeken. Sochaux bleek bereid om mij voor zes maanden te verhuren. Lang zag het ernaar uit dat het KV Kortrijk zou worden, maar uiteindelijk werd het SV Roeselare.”

Razend ambitieus

FC Sochaux blijft zijn maandloon storten, Roeselare betaalt de premies en zorgde voor een wagen en een appartement. Ivan Perisic zelf explodeerde: hij maakte als offensieve middenvelder ondertussen al vijf doelpunten in de Jupiler Pro League en drie in de Cofidis Cup. “Na tweeënhalf moeilijke seizoenen bij Sochaux is Roeselare voor mij het paradijs”, zegt hij. “Ik werd hier meteen door iedereen aanvaard.

“Hopelijk kunnen we nog anderhalve maand op hetzelfde niveau blijven presteren en ons zo rechtstreeks redden. Als we de eindronde moeten spelen, zullen we vier weken langer bezig zijn. Dan wordt het een korte vakantie, want volgend seizoen start de competitie vroeger door het WK 2010 in Zuid-Afrika.”

Het contract van Ivan Perisic bij Sochaux, momenteel in degradatiegevaar in de Ligue 1, loopt nog tot eind volgend seizoen. “Maar ik liet Tonci weten dat ik niet naar daar wil terugkeren”, zegt hij. “Was ik er nog langer gebleven, dan was mijn carrière misschien voorbij.

“Ik was er ongelukkig, maar achteraf bekeken was het wel een goede jeugdschool. Fysiek ben ik er geëvolueerd, ik won er aan spiermassa en ik werd sterker op het defensieve vlak. Ik kan nu elke positie spelen, alleen in doel probeerde ik het nog niet. Maar als ik zie wat er hier nu met mij gebeurt, denk ik: bij Sochaux heb ik het gehad.

“Binnenkort komt Tonci mijn situatie bespreken. Daarna gaat hij met Sochaux discussiëren. Wellicht wordt het niet gemakkelijk. Als ze mij een nieuw contract voorleggen, zal ik dat niet tekenen. Laten ze mij niet los, dan móét ik wel terugkeren. Maar ze weten ook: dan ben ik eind volgend seizoen vrij en krijgen ze geen eurocent meer voor mij. Het is dus het moment om mij te verkopen.

“Het punt is: ze zijn verrast bij Sochaux, dit verwachtten ze niet. Velen vragen zich nu af: waarom kreeg die jongen hier nooit een kans?! De sportief directeur is al komen kijken tegen Moeskroen en Zulte Waregem. Terwijl ze mij niet zagen staan toen ik bij hen speelde. Blijkbaar is alles nu plots veranderd.”

Naast de eettafel in zijn appartement ligt een matje met twee halters. Ivan Perisic is razend ambitieus. Hij wil graag naar de absolute top reiken, maar leerde ondertussen al dat het leven niet rechtlijnig is. “Het belangrijkste nu is: een transfer naar een goede club waar ik kan spelen. Dromen doe ik van de nationale ploeg. Bondscoach Slaven Bilic volgt mij en zal mij binnenkort bellen, kreeg ik te horen. Ik weet dat er in een carrière moeilijke momenten komen, maar ik wil er alles aan doen om het zo te houden zoals het nu loopt.”

Te beginnen zaterdag in Tubeke. Daarna volgen nog Genk (thuis), Dender (uit), Gent (thuis), Westerlo (uit), Anderlecht (uit) en Cercle Brugge (thuis). “Naar Anderlecht komen mijn ouders, grootouders en vijf of zes vrienden kijken”, besluit hij. “Dat verheugt mij. De weken dat mijn moeder en mijn zus hier waren, maakte ik de ene goal na de andere. Sindsdien scoorde ik al twee wedstrijden niet meer ( lacht).” S

door christian vandenabeele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier