Bijna tien maanden nadat hij de patellapees van zijn linkerknie afscheurde in de bekerwedstrijd tegen Rupel Boom, steekt Ronald Vargas terug de neus aan het venster bij Anderlecht.

Toen Adrie Koster op de tweede speeldag met Beerschot op bezoek ging bij Anderlecht, kon de Nederlander zijn zwak voor Ronald Vargas niet verbergen: “Hij is niet gespaard geweest door blessures maar de Vargas die ik ken, is een ongelooflijk creatieve voetballer. Ik hoop voor hem dat het ergste nu achter de rug is.”

Ook in zijn periode bij Club Brugge maakte Koster er geen geheim van dat blauw-zwart zijn beste voetbal speelde als de Venezolaan erbij was. Hij ging zelfs zo ver om te zeggen: “Club kan niet zonder Vargas.” En dat was nu net het probleem: door allerhande blessures moest de ploeg het vaak zonder de Venezolaan stellen. Hoe komt het dat La Perla zo blessuregevoelig is? Een mogelijke verklaring gaf Noel ‘Chita’ Sanvincente anderhalf jaar geleden al in dit blad. Sanvincente, de meest gelauwerde voetbalcoach in Venezuela, was Vargas’ trainer bij FC Caracas. Hij zei toen: “Je moet weten: Ronald komt uit de barrios, wat betekent dat hij niet de vorming kreeg van de jeugdspelertjes van FC Caracas. Dat speelt hem nu nog parten. Dat hij pas op zijn vijftiende naar FC Caracas kwam, was eigenlijk al te laat.” De belangrijkste club van het land is immers meteen ook de enige professionele in de voetbalwoestenij die Venezuela is. In het land van president Hugo Chávez is baseball veruit de meest populaire sport en steekt zelfs basketbal voetbal voorbij. De infrastructuur in het voetbal laat er dan ook te wensen over, van oefencomplexen of opleidingscentra is haast geen sprake. FC Caracas is de uitzondering. Sanvincente: “Daar heb je wél infrastructuur, organisatie en visie.”

Gevolg: ook in Venezuela was Vargas al geregeld geblesseerd. Zo sukkelde hij er een tijdje met een scheurtje in een van zijn tenen. Toch was ook Sanvincente een fan van de voetballer Vargas: “Ik zei meteen tegen de voorzitter: ‘Die jongen is anders. Die jongen is geld waard. Die jongen moet naar het buitenland.’ Het zijn niet zozeer de doelpunten die hij maakt, maar de manier waarop hij voetbalt. Met elegantie, met stijl. Kijk, ik heb het geluk gehad om bij FC Caracas met veel jonge talenten te werken, maar Vargas was degene die er het meest bovenuit stak.”

Ronald ‘Frutos’

In het eerste interview dat Vargas aan dit blad gaf – het moet eind juni 2008 geweest zijn – vermeldde de Venezolaan bijna achteloos dat hij nog wat last had van een ‘pubalgie’, alias een overbelastingsletsel in de schaamstreek. Uiteindelijk blijkt het om een blessure te gaan die hem het hele seizoen 2008/09 zou achtervolgen. Coach Jacky Mathijssen ziet zich daarom genoodzaakt om Vargas slechts met mondjesmaat te brengen, meestal dan nog op de rechterflank, niet zijn beste positie. In april 2009 komt Vargas tot de conclusie: “Door die pubalgie heb ik me dit seizoen nooit voor honderd procent kunnen geven.” De medische staf van Club Brugge staat voor de keuze: de jonge parel opereren of een aantal maanden laten rusten. Er wordt gekozen voor het tweede.

Met succes. Als Vargas zich voor het nieuwe seizoen terug in Jan Breydel aanmeldt, blijkt zijn pubalgie verleden tijd. In de eerste competitiewedstrijd – met 1-2 gewonnen op Charleroi – is de Venezolaan meteen goed voor twee assists. Toch springt de medische staf nog voorzichtig met hem om en wordt hij regelmatig gespaard. Maar als hij speelt, is hij vaak beslissend. Zo geeft hij eind augustus nog de assist voor de winning goal van Wesley Sonck in de derby tegen Cercle Brugge (2-3).

De frustratie is dan ook erg groot wanneer Vargas begin september met een spierletsel in de liesstreek terugkomt van een interland met Venezuela. Hij liep de blessure domweg op bij het plaatsen van een versnelling op training. Jan Van Winckel, toenmalig conditietrainer van blauw-zwart, is er het hart van in: “Je kunt een chronische blessure zonder een operatie oplossen, en dan gebeurt zoiets.”

Weer blijkt het een letsel te zijn waarvan de Venezolaan niet zomaar afgeraakt. Na een aantal maanden van vallen en opstaan besluit Clubdokter Jan De Neve begin februari 2010 in Het Laatste Nieuws: “Ronald wordt vandaag nog steeds geconfronteerd met een nasleep van een lieskwetsuur die hij in september opliep met de nationale ploeg. In overleg werd er nu beslist om de Zuid-Amerikaan voor onbepaalde tijd toe te vertrouwen aan de medische staf om hem te laten ‘optrainen’. In gewone mensentaal komt het erop neer dat hij aan het versterken van zijn spiermassa moet werken zonder dat zijn gestel enige vorm van risico loopt. Omdat het een zeer explosieve speler is, moeten zijn spieren sterker worden om ten volle van de frivoliteit in zijn spel te kunnen profiteren.”

Een en ander maakt dat onze huisanalist Peter Vandenbempt Vargas in de onvolprezen plus/minrubriek in dit blad omdoopt tot ‘Ronald Frutos’. Anderlechtspits Nicolás Frutos is in die periode immers aan de laatste weken van zijn carrière bezig. Daarmee geconfronteerd ziet Vargas er niet meteen de humor van in: “Wat kan ik daarop zeggen? Ik heb gewoon pech met mijn blessures. Ik neem dat die journalist niet kwalijk, maar zo’n opmerking kan wel pijn doen natuurlijk. Hij weet niet wat een speler op dat moment doormaakt.” De Venezolaan voegt er nog aan toe: “Je kunt mij ook niet vergelijken met Frutos, want zijn blessure heeft hem gedwongen om te stoppen met voetballen. Dat vind ik heel triest, want als voetballer wil je toch blijven spelen tot een zekere leeftijd.”

Club Brugge slaagt erin om zijn sterspeler ‘op te trainen’ voor de start van play-off 1, maar daarin blijkt duidelijk dat de Venezolaan matchritme tekortkomt. Hij geraakt in totaal aan twee basisplaatsen en zeven invalbeurten, maar beslissend kan hij nooit zijn: in die negen wedstrijden scoort hij nul keer en geeft hij evenveel assists.

Voetballen met angst

Om ervoor te zorgen dat het niet meer kán mislopen met Vargas voor het seizoen 2010/11, zorgt Club Brugge voor een primeur in het Belgisch voetbal: het stuurt in mei een lid van zijn medische staf mee naar Venezuela om te overleggen met Vargas’ kinesist en om erop toe te zien dat de speler zijn individuele oefenprogramma volgt. Bedoeling is om hem in juni topfit terug te krijgen. En het resultaat mag er zijn: Vargas legt betere fysieke testen dan ooit af. Na een aantal wedstrijden komt ook het vertrouwen en begint hij te scoren aan de lopende band. In februari staat hij na Jelle Vossen tweede in de topschuttersstand, met 15 doelpunten in 23 wedstrijden. Maar dan slaat het noodlot weer toe, deze keer in de Cristal Arena van RC Genk. Op 6 februari 2011 om 18.06 uur zakt Vargas er, zonder dat er een andere speler in de buurt is, door zijn linkerknie. Er worden drie scheuren vastgesteld: een in de voorste kruisband, een in de buitenste gewrichtsband en een in de buitenste meniscus. De revalidatie wordt geschat op minstens zes maanden.

Na zijn blessure komt er ruis op de relatie van Vargas met Vincent Mannaert en Bart Verhaeghe, die in januari de macht in Brugge gegrepen hadden. Terwijl Vargas revalideert, begint er een felle strijd over de verlenging van zijn in 2012 aflopende contract tussen de makelaars van de Venezolaan en het bestuur van blauw-zwart. De woelige periode wordt eind juni afgesloten met de transfer van Vargas naar aartsrivaal Anderlecht. In augustus is zijn revalidatie zo goed als achter de rug.

Bij paars-wit begint hij heel voorzichtig aan het seizoen. In een interview met dit blad is Vargas niet te beroerd om toe te geven dat hij met angst voetbalt: “Dat is ook normaal, denk ik. Mijn blessure kwam er niet na een tackle of een bruuske beweging, ik was gewoon aan het lopen. En ik ben uiteraard bang dat dat nog eens kan gebeuren.”

Helaas profetische woorden. In een bekerwedstrijd van eind oktober tegen Rupel Boom zakt Vargas in de tweede minuut opnieuw door zijn linkerknie, deze keer terwijl hij op doel schiet. Hij scheurt daarbij zijn patellapees – de pees onder aan de knieschijf – volledig af. Bij Anderlecht wordt gesproken van een revalidatie van drie tot zes maanden, revalidatiespecialist Lieven Maesschalck, die de Venezolaan onder handen zal nemen, spreekt van vijf tot zes maanden. Uiteindelijk zal Vargas de rest van het seizoen geen minuut meer in actie komen. In het tussenseizoen stuurde ook Anderlecht overigens een kinesist mee met Vargas naar Venezuela om hem optimaal te begeleiden bij zijn revalidatie.

Voorzichtig lanceren

Maar het einde van de lijdensweg is nog niet in zicht. Tijdens de voorbereiding op dit seizoen maakt Vargas een ongelukkige val op training en raakt zijn elleboog volledig uit de kom. Weer kijkt hij tegen een herstel van acht weken aan, een periode die nu bijna achter de rug is.

Het is duidelijk dat ook Anderlecht geen enkel risico met hem wil nemen. Zo werd Vargas vorige week door bondscoach Cesar Farías opgeroepen voor een vriendschappelijke interland in Japan, maar bedong paars-wit bij de Venezolaanse voetbalbond dat de middenvelder in België mocht blijven. In zijn tweewekelijkse column in de Venezolaanse sportkrant Líder kon Vargas zijn ontgoocheling niet verbergen: “Die onderhandelingen tussen de club en de bond werden zonder mijn medeweten gevoerd. En hoewel ik dit seizoen nog geen speelminuten heb vergaard, was ik er toch graag bij geweest in Japan.” Tegelijkertijd heeft hij begrip voor de beslissing. “De club wil me voorzichtig lanceren, we weten hoe delicaat het hele proces met mijn knie is geweest. Godzijdank voel ik me nu goed. Ik hoop dus snel speelminuten te krijgen om mijn fysiek en mentaal vertrouwen op te krikken. Ik ben het beu om wedstrijden te bekijken van aan de kant.”

In intieme kring maakt Vargas er geen geheim van dat hij zich klaar voelt en dat hij gebrand is op zijn zoveelste comeback. Want voetbal, dat is zijn leven. Of zoals hij in 2008 in dat eerste interview met ons al zei: “Iedereen wordt met een bepaalde reden geboren en ik ben geboren om te voetballen.”

DOOR STEVE VAN HERPE

“Ik ben het beu om wedstrijden te bekijken van aan de kant.”

Ronald Vargas Het is duidelijk dat Anderlecht geen enkel risico met hem wil nemen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content