Venezolaan. Geboren op 2 december 1986 in Caracas. 1,74 meter –

76 kilo. Profiel: de dandy.

R onald Vargas: “Koud hè! Mijn tenen vriezen van mijn voeten. In Bergen leek het alsof ik de bal niet voelde. Zelden heb ik het zo koud gehad …

“Snel onafhankelijk op je eigen benen staan, dat is typisch voor ons. Je krijgt niet zo veel kansen als voetballer en als je die laat schieten omdat je liever thuis blijft wonen, ben je niet goed bezig. Wie iets wil bereiken, moet snel afscheid nemen van mama en papa en het zélf doen. Zeker in ons vak. Ik was daar zeker niet bang van.

“Verloren voelde ik me nog niet. Niet de eerste keer, toen ik van thuis naar Caracas verhuisde en later ook hier niet. Caracas was de stad waar ik met mijn ouders en mijn zusje sowieso geregeld naartoe ging. Daar later ook effectief gaan wonen, was maar een kleine stap. Naar hier verhuizen, was een grotere stap, maar ik ben eigenlijk haast zelden alleen. Mijn papa, mijn mama, mijn zusje, allemaal zijn ze al voor korte of langere tijd geweest. Op dit moment zijn mijn neefje en mijn papa er. Ik ben hier dit seizoen al – even uitrekenen – vier dagen écht alleen geweest … Als me tijd rest, bezoeken we hier en daar wat. Ik heb ondertussen ook nog een andere Venezolaan leren kennen, die in Moeskroen woont. Een beeldhouwer. Soms ga ik bij hem, andere keren komt hij bij mij. En Roberto ( Rosales van AA Gent, nvdr), die is bijna altijd bij mij thuis. Ik begin hem stilaan als mijn kleine broertje te zien.

“Voor mezelf koken, dat is nog wél een probleem. Daar vond ik een oplossing voor. In het centrum van Brugge is een Spaans restaurant, Lorena’s, en daar gaan we vaak eten, als er niemand tijd of zin heeft om te koken …”

“Mijn karakter? Gevoelig. Bescheiden. Rustig. Vrij zeker van mezelf. Beschermd opgevoed, dat toch ook. Ik ben de jongste thuis, heb de ogen van mijn mama, ik denk dat ik in haar visie altijd diegene zal blijven die ze zal moeten beschermen. Gevoelig ben ik in alle omstandigheden. Ook op het veld. Anderzijds, ik speel op het middenveld en daar is de strijd bijwijlen bits. En als ik voel dat de tegenstander het op mij gemunt heeft, kan ik uitbarsten. Durf ik impulsief te zijn. Toen ik nog in Caracas voetbalde, werd ik twee keer geschorst voor een onfaire reactie. Toen heb ik me voorgenomen nooit meer iemand een klap te verkopen.

“Ik kijk niet naar geld om iemand te beoordelen. Maar ik hou wel van uiterlijke dingen, er goed uitzien. Ik ga vaak kleren kopen, niet louter merkkleding, maar zaken die ik mooi vind. En daar mag een duur stuk tussen zitten, al bestaat niet heel mijn kleerkast uit pakweg Dolce & Gabbana. Kettingen, schoenen, uurwerken, het afmaken met wat leuke dingen erbij, dat is ook een stukje van je werk. Misschien ben ik dus ook een tikkeltje trots. Maar ik probeer er bij anderen wel door te kijken. Zit iemand goed in mekaar, is het een leuk, vrolijk iemand, iemand zoals ikzelf? Dat vind ik veel belangrijker.

“Belangrijk voor ons Zuid-Amerikanen is contact, warmte. Dat merk je. Bij vrienden zijn, momenten delen met de familie. Samen naar een film kijken of computerspelletjes spelen. Mijn favoriete spelletje? In het voetbal Pro Evolution. En strategische spelletjes. Ook actiespelletjes, genre Grand Theft Auto, Syphon Filter, … Soms uren na mekaar. Zenuwachtig word ik er niet van, absoluut niet. Het blijven spelletjes hé, ontspanning na de inspanning.” S

door peter t’kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content