Tegen Club Brugge kwam de 19-jarige Andreas Pereira twee keer niet in actie. Maar de in België geboren Pereira staat bij Manchester United wel voor het seizoen van de doorbraak. Maak kennis met de gedoodverfde opvolger van Adnan Januzaj.

Het is half augustus en dan klimt het kwik zelfs in Manchester vlotjes boven de twintig graden. De zon geeft Piccadily Gardens, Beetham Tower – de hoogste wolkenkrabber van de stad – en de in gotiek opgetrokken Manchester Cathedral een extra cachet. De Pereira’s wonen op zo’n vijftien kilometer ten zuiden van het bruisende stadscentrum, waar Greater Manchester langzaam overgaat in het landelijke graafschap Cheshire.

Ondanks het subtiele gekietel van de zonnestralen blijft Andreas Pereira bloedserieus naar de lens staren. De mondhoeken van de Belgische Braziliaan geven geen kick. ‘Zeg jongen, glimlach eens naar de fotografe.’ Marcos Pereira zegt het ietwat plagend, maar met een dwingende stem. Een invitatie om samen met zijn zoon op de foto te gaan, slaat Pereira senior beleefd af. ‘In mijn carrière heb ik genoeg in de spotlights gestaan. Nu is het de beurt aan mijn zoon.’

De oud-voetballer van KV Mechelen, Sint-Truiden, Antwerp en KVSK United meent het. Hij waakt als een Engelse bulldog over de voetbalcarrière van zijn zoon. De ene keer gemoedelijk en uiterst vriendelijk, een andere keer beschermend. Tijdens het interview zal de 40-jarige Marcos haast elk woord van zijn zoon verslinden, terwijl hij schijnbaar ongeïnteresseerd op zijn smartphone tokkelt. ‘Ik heb veel van mijn vader opgestoken. Hoe ik de bal moet afschermen, het indraaien, dat soort dingen’, vertelt Andreas Pereira. ‘Hij was geen strenge voetbalvader, maar eerder een opmerkzame leermeester. Zag hij iets dat hem niet aanstond, dan zei hij dat meteen. Maar na een goede wedstrijd kon hij ook complimenten geven.’

Wat herinner je je van je vaders carrière ?

ANDREAS PEREIRA: ‘Ik heb hem bewust zien voetballen bij Sint-Truiden, Antwerp en KVSK United. Bij elke ploeg waar mijn papa ging spelen, sloot ik mij aan. Na de match dook ik dan de kleedkamer in. Dan zat ik daar tussen al die mannen. Dat was een fijne tijd.’

Jij bent net als je vader een voetballer met vooral offensieve kwaliteiten. Zijn jullie hetzelfde type voetballers?

PEREIRA: ‘Je kan ons niet met elkaar vergelijken. Hij was een snelle, sterke spits, die enkel aan scoren dacht. Ik ben een aanvallende middenvelder die de openingen creëert. Van een ding ben ik overtuigd: op het veld zouden we een complementair duo hebben gevormd.’

KNOP OMDRAAIEN

Je trok al vrij vroeg naar PSV.

PEREIRA: ‘Ik was amper negen jaar. Samen met een pak andere Belgen werden we met een busje opgepikt aan de Nederlands-Belgische grens. Mijn vaste reismakkers waren Kaan Baycal, nu bij Galatasaray, Yassine Oualach, Okan Köse en Olivier Rommens. Dat heen en weer gereis was heel vermoeiend. We werden verondersteld te studeren in de bus, maar ik viel geregeld in slaap met een leerboek in de hand. Of ik deed alsof ik vlijtig aan het leren was.’

In Eindhoven was iedereen ervan overtuigd dat je het eerste elftal zou halen. Je was voorbestemd om te schitteren bij PSV. Waarom trok je eind 2011 toch naar Manchester United?

PEREIRA: ‘Op televisie zag ik het samenspel tussen Wayne Rooney en Cristiano Ronaldo en toen wist ik: ooit wil ik het shirt van Manchester United dragen. Arsenal, Chelsea en Liverpool toonden ook interesse, maar Manchester United drong echt aan. Na mijn bezoek aan Old Trafford en het trainingscomplex was ik meteen verkocht. Ik wilde niet meer terug naar Nederland.’

Hoe moeilijk was het om PSV te verlaten?

PEREIRA: ‘Mijn eerste maanden in Engeland waren vreselijk. Ik miste mijn ploegmaats, de omkadering, de club. Ik had enorme heimwee. Op een dag heb ik tegen mijn vader gezegd: ‘Kom, we gaan terug naar PSV.’ Maar volgens hem zou het wel overgaan. Plots was ik ook niet meer verplicht om dagelijks op de schoolbanken te zitten. Ik ging een paar uur per week naar de Engelse les en dat was het. Het heeft drie maanden geduurd voor ik de knop had omgedraaid.’

Kwam je ook in een totaal andere voetbalomgeving terecht?

PEREIRA: ‘In Nederland ligt de nadruk op balbehandeling, dribbelen, passing. Engelse jeugdtrainers kijken helemaal anders aan het tegen het voetbal. Hier geven ze voorrang aan sterke jongens, die technisch minder begaafd zijn. Tactisch staan ze wel een tikkeltje verder. Maar als je technisch onderlegd bent, dan kan je je tactisch nog altijd bijschaven. Omgekeerd is het moeilijker. Daarom komen Engelse clubs veel spelers weghalen in België en Nederland.

‘Ik heb mij letterlijk met vallen en opstaan moeten aanpassen aan het viriele Engelse voetbal. Hier moet je sterk op je benen staan, je lichaam gebruiken en snel de bal afspelen. Toch merk ik dat de mentaliteit aan het veranderen is. Ze nemen nu ook buitenlandse trainers aan. Pepijn Lijnders, een van mijn trainers bij PSV, is nu actief in de eerste ploeg van Liverpool.’

Op het eerste gezicht is het een vreemde beslissing om PSV te verlaten voor Engeland, een land dat niet bekendstaat om zijn jeugdpolitiek. In België zouden Mathias Bossaerts, Charly Musonda junior en jij elke week vast in de basis staan.

PEREIRA: ‘In België mogen de mensen denken wat ze willen, een slechtere voetballer word je niet door in Engeland te komen voetballen. Er bestaat niet zoiets als te vroeg naar het buitenland vertrekken. Als je goed genoeg bent, dan kom je er vroeg of laat. Je moet in de eerste plaats overtuigd zijn dat je het kan maken. Is dat niet het geval, dan blijf je beter in België.’

Op 26 augustus van vorig jaar mocht je 45 minuten invallen in de League Cup tegen MK Dons. Je competitiedebuut kwam er pas in maart toen je een kwartier voor tijd mocht invallen tegen Tottenham.

PEREIRA: ‘Halfweg de tweede helft deed Louis van Gaal teken dat ik moest warmlopen. Op dat moment besefte ik niet dat ik echt zou invallen. Tot ik op het veld stond en al dat volk op de tribunes zag zitten. Ik had geen last van stress. Ik heb zelfs geen enkele bal verkeerd geraakt. Van Gaal vertelde mij achteraf dat ik goed was ingevallen. Die paar minuten waren… (denkt na) een jongensdroom die uitkwam.’

Wat deed je als eerste wanneer je het veld opliep? Oogcontact zoeken met je vader?

PEREIRA: ‘Ik weet ongeveer waar mijn vader in het stadion zit. Maar je bent zo gefocust op de match dat je familie even op de tweede plaats komt. Na het fluitsignaal heb ik naar hem gezwaaid. Toen we elkaar in het spelershome zagen, hebben we elkaar toch even omhelsd.’

NIET BANG VAN ROONEY

Op 1 mei kreeg je een contractverlening tot 2018. Klopt het dat je dicht bij een overgang naar PSG stond?

PEREIRA: ‘Het is altijd goed voor het vertrouwen dat topploegen je volgen. Mijn makelaars zullen misschien even in contact zijn geweest met PSG, maar ik was helemaal niet bezig met een transfer. Ik ben naar Manchester gekomen met maar een doel: een plaats veroveren in de ploeg.’

Op het einde van het vorige seizoen werd je uitgeroepen tot de beste speler bij de reserven van Manchester United. Spelers als Nicky Butt, John O’Shea, Adnan Januzaj, Darren Fletcher en Ritchie De Laet gingen jou vooraf. Je kan dus niet anders dan slagen in de Premier League?

PEREIRA: ‘Ik zal die onderscheiding alleszins koesteren. Ze opent een aantal deuren, maar ze is geen garantie op succes. Ik verwacht wel dat de staf van het eerste elftal mij extra in de gaten zal houden. Ze willen zeker zijn dat ik klaar ben voor de volgende stap.’

Als beloning mocht je mee op preseason tour in de VS. Na je doelpunt tegen de San Jose Earthquakes was de Engelse pers lyrisch over jou.

PEREIRA: ‘Ik heb in die wedstrijd een goede indruk gelaten. Mijn doelpunt tegen San Jose – al ging het maar om een oefenduel – heeft iets in gang gezet. Ik heb aan de club, de manager en mijn medemaats getoond dat ik iets kan toevoegen aan de ploeg. Iedereen heeft toen ook gezien dat ik met lef voetbal. Ik wil altijd de bal hebben. Mij maakt het niet uit of Rooney aan de bal is of een andere speler. Je moet ontzag hebben voor de dragende spelers van de ploeg, maar hoe dwing je het best respect af van je ploegmaats? Door je te laten gelden. Daarom ben ik niet bang om de bal op te eisen. Als je je wegsteekt, dan zet je jezelf buitenspel.’

Tegen Club Brugge had je je ook aan België kunnen tonen, maar je viel twee keer naast de kern. Hoe ver of hoe dicht sta je eigenlijk van de eerste ploeg?

PEREIRA: ‘Ik zat dit seizoen nog maar één keer op de bank tegen Tottenham. Maar ik voel dat ik er dichtbij ben. Als ik hard blijf trainen, zal ik wel speelminuten krijgen. Mocht de club het te vroeg vinden voor mij, dan zouden ze mij wel uitgeleend hebben. Maar daar is nooit over gesproken. Van Gaal heeft duidelijk gemaakt dat hij zijn spelersgroep bij elkaar wilde houden en daar rekende hij mij ook bij. Ik zal dus gewoon moeten vechten voor een plaats en speelminuten.’

Waar ziet Louis Van Gaal jou evolueren in het elftal?

PEREIRA: ‘Het zijn vooral de assistenten Ryan Giggs en Albert Stuivenberg die veel met mij praten. Maar ik heb begrepen dat ik in aanmerking kom voor de beide posities op de flanken en als valse spelmaker achter de spits. Met Memphis Depay heeft de club voor die plaatsen een klepper gekocht, maar dat hoort erbij. Een club als Manchester United is het aan zijn stand verplicht om elk seizoen drie à vier topspelers te kopen. Ik moet gewoon tonen dat ik beter ben.’

DOLLEN MET WERELDKAMPIOEN

Is het ingewikkeld om vrienden te maken in een spelersgroep die uitpuilt van de vedetten?

PEREIRA: ‘Ik trek vooral op met Fellaini en de Spaanstalige spelers zoals Mata, Herrera en Rojo. Hoe ongeloofwaardig het ook mag klinken, maar we hebben geen vedetten in de ploeg. Het zijn allemaal fijne jongens. Bastian Schweinsteiger, mijn buurman in de kleedkamer, is een doodnormale kerel hoor. Met Schweinsteiger heb ik de geknipte ploegmaat naast mij om over voetbal te praten. Wie ben ik om een Duitse wereldkampioen tegen te spreken?’

Heeft hij jou al een paar plaagstoten uitgedeeld voor die 7-1-overwinning tegen Brazilië op het WK?

PEREIRA: ‘Ik moet zeggen dat zijn pesterijen meevallen. Basti doet af en toe een beetje stoer. Hij komt dan de kleedkamer binnengewandeld en zegt: ‘Gasten, ik ben wereldkampioen hé.’ De dag dat hij mij durft uit te lachen, zal ik hem een truitje van Brazilië tonen. Wij hebben vijf sterren, geen vier zoals Duitsland.’ (lacht)

Hoewel je amper wedstrijden op het hoogste niveau hebt gespeeld voor Manchester United ben je een hit op de sociale media. Je heb 170.000 volgers op Twitter en je Instagramaccount is zelfs goed voor een half miljoen abonnees. Hoe ga je daarmee om als tiener?

PEREIRA: ‘Ik sta ’s morgens niet op met de gedachte: amai, ik word door zo veel mensen in de gaten gehouden. Het voelt best goed aan. Ik vind het fijn dat mensen mij volgen. Het betekent dat ze mij appreciëren. Ik heb er een pak Braziliaanse fans bij gekregen na het WK U20. Alle Brazilianen hebben naar dat toernooi gekeken. Ze wisten dat er een landgenoot bij Manchester United zat en nu konden ze met hun eigen ogen zien wat ik als voetballer voorstelde. De dag dat ik vast in de ploeg sta bij United, gaan mijn accounts echt ontploffen.’

DOOR ALAIN ELIASY IN MANCHESTER – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Hoe dwing je het best respect af van je ploegmaats? Door je te laten gelden.’ ANDREAS PEREIRA

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content