Het succes van Standard maakt Luciano D’Onofrio niet overmoedig, maar dé hamvraag blijft: kan Standard zijn goudhaantjes houden?

Goed 20 miljoen euro heeft Standard op de rekening staan, de startgelden voor de komende Champions League niet inbegrepen. Ook de tv-gelden van de dubbele testmatch tegen Anderlecht zijn er nog niet in verrekend. Evenmin de 500.000 euro die Borussia Mönchengladbach nog voor Dante moet nu het zich sportief gered heeft (een clausule die Luciano D’Onofrio nog snel in de transferovereenkomst had laten opnemen).

Maar Standard is niet van plan de inhoud van dat spaarpotje snel te verteren. Het wil ook dit keer geen grote uitgaven doen. Het overschot laat de Rouches toe al eens een vergissing te begaan op de transfermarkt zonder dat men meteen het mes op de keel voelt. Toen Standard in 1998 op de rand van de financiële afgrond stond, lag dat anders. Toen kon elke misser fatale gevolgen hebben. Met het oog op de Cham-pions League wil Luciano D’Onofrio zijn kern versterken, maar hij weet als geen ander dat je de beste inkopen doet als de markt bijna dichtgaat. Die politiek wijzigt hij niet, ook al zou de Luikse club het zich financieel kunnen permitteren. Nogal wat van de betere spelers uit de hoogste afdeling worden aan Standard gelinkt: Franck Berrier, Bryan Ruiz, Milos Maric, Björn Vleminckx, Jelle Van Damme. In december meldde Standard zich bij Tom De Sutter, maar toen Anderlecht bereid was een flinke transfersom te betalen, haakten de Rouches af en haalden ze Sinan Bolat en Christian Benteke. De inkomende transfer van Bolat toont aan dat men niet noodzakelijk veel hoeft te investeren om een maximaal rendement te bekomen. Wie, behalve de trainers van Standard en de broers D’Onofrio, had in januari gedacht dat Bolat zo’n aandeel zou hebben in de titel?

Panathinaikos

Het vertrek van Marouane Fellaini (die niet vervangen werd) gaf al aan dat Standard eerst in eigen midden naar een mogelijke vervanger speurt wanneer een titularis vertrekt. Door het vertrek van Fellaini ontbolsterden Axel Witsel en Steven Defour samen in het centrum van het middenveld. Waarom zou bij een mogelijk vertrek van Oguchi Onyewu niet de kans gegeven worden aan Eliaquim Mangala, op zijn best als centrale middenvelder, maar al eens depanneur op links en ook best in staat om zich te ontwikkelen in het centrum van de verdediging? Onyewu lijkt, samen met Milan Jovanovic, de enige basisspeler waarvan men verwacht dat hij deze zomer Sclessin verlaat. De kans dat hij naar Anderlecht gaat, dat hem al een paar jaar wil, en waar hij Ariël Jacobs zou terugvinden die hem destijds bij La Louvière in de basis opstelde, lijkt klein. De Amerikaan wil graag de lucht van een andere competitie opsnuiven. Vorige week zegde hij Borussia Mönchengladbach af – waar hij eerder aan gelinkt werd. Misschien stapt hij helemaal niet over naar Engeland of Duitsland. Het meest achter hem aan zit momenteel Marseille. De toekomstige trainer Didier Deschamps kwam bij de uitreiking van de Gouden Schoen aan Witsel ook flink onder de indruk van de prestaties van Onyewu, bij Standard de speler met de meeste dienstjaren.

Als Jovanovic vertrekt, is dat niet omdat D’Onofrio hem een moeilijke vent vindt. Ten tijde van Sérgio Conceição moest de boss vaker in de kleedkamer tussenbeide komen dan nu met Jova, die nog een jaar onder contract ligt en vorige zomer bleef ondanks een bod van acht miljoen euro namens PSV. Afgelopen winter wees de spits zelf een voorstel af van Real, dat hem tot het eind van het seizoen wilde huren met een optie tot aankoop en een verdrag van twee jaar, zegt D’Onofrio. Bij een riant bod zal hij de Servische spits niet tegenhouden, maar weg wil hij hem niet: “Als ik moet kiezen tussen Ruiz en Jova, ga ik voor de sterkste van de twee, degene die de meest directe weg naar doel zoekt.” Schalke, Stuttgart en Panathinaikos worden aan Jovanovic gelinkt. In Griekenland wacht hem een vierjarig contract en kan hij in die tijd elf miljoen euro verdienen. Jovanovic probeert nu dat bedrag over een periode van drie jaar te krijgen.

Witsel-Zidane

Naast Onyewu en Jovanovic zijn nog drie Rouches hot op de transfermarkt, maar alleen voor een fabuleus bod is Standard bereid Steven Defour (in de belangstelling van Milan), Axel Witsel of Dieumerci Mbokani te laten gaan, nooit de drie samen. In Defour ziet Luciano D’Onofrio een nieuwe Andrea Pirlo, op voorwaarde dat hij hoger gaat spelen en vaker infiltreert.

Dat Witsel geen jaren meer op Sclessin blijft, weet de grote baas ook, maar het beste zou zijn dat hij samen met Defour nog een jaar extra leergeld betaalt, kennis-maakt met de Champions League en op die manier zijn marktwaarde nog wat verhoogt. Witsel vergelijkt de grote baas van Standard, die nochtans spaarzaam is met complimenten, in een onbewaakt moment al eens met Zinédine Zidane. “Zelfde speelstijl, zelfde elegantie. Axel is niet explosief? Zidane was dat ook niet. Sommige kwaliteiten springen niet bij het eerste zicht in het oog. Ik bood Zizou aan Juventus aan, ook al waren de laatste scoutingrapporten over hem niet positief. Juventus twijfelde, ik belde Gianni Agnelli, die zijn twijfel uitte, maar ik drong aan. Uiteindelijk kocht hij Zidane voor vijf miljoen euro en verkocht hem aan Real voor 75 miljoen. Ik weet niet of Axel dezelfde weg zal volgen, maar hij wordt een fenomeen.” Mbokani vindt D’Onofrio dan weer zwaar onderschat in België. Voor zijn nakend huwelijk schoof de boss van Standard hem een voorschot op zijn salaris van 25.000 euro toe, de helft van wat de speler had gevraagd.

Blijft Laszlo Bölöni, dan wacht hem net als dit jaar een contract voor één jaar. Maar ook met de trainer wil D’Onofrio financieel niet te ver gaan als de concurrentie het aanbod opdrijft. Belangrijk, zegt de baas van Standard, is weten wat goed voor je is: “Op een dag bood Robert Louis-Dreyfus me een speler die tussen zes en zeven miljoen euro waard was gratis aan. ’s Anderendaags heb ik hem gebeld en gezegd dat ik die man niet wilde. Die speler had de sfeer in de kleedkamer kapotgemaakt. Standard is ambitieus, maar het volstaat niet altijd veel geld uit te geven om je doel te bereiken. Vraag maar aan Roman Abramovich.” S

door pierre bilic – beelden: reporters

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier