Wie wordt Profvoetballer van het Jaar? En wie zijn dé Doelman, dé Trainer en dé Ref? Een paar dagen voor het verdict valt, neemt Gert Verheyen, analist voor Belgacom TV, de genomineerden onder de loep.

Tenzij Standard en Anderlecht er anders over beslissen en de spanning in de competitie nog gaande houden, volgt zondagavond de apotheose van het voetbalseizoen. Eén dag na de slotspeeldag van de competitie wordt op het 26e Gala van de Profvoetballer bekendgemaakt wie de opvolger is van Milan Jovanovic als Profvoetballer van het Jaar. We weten dan meteen ook wie de spelers uit eerste klasse verkozen tot Trainer, Doelman en Scheidsrechter van het Jaar. Gert Verheyen, wekelijks op de tribunes als analist, vindt het een seizoen met iets minder mooie matchen, waarbij de topclubs het te vaak te lastig hadden om zich door te zetten, maar waarbij de spanning wel veel goedmaakte. Voor ons overloopt hij kritisch alle genomineerden, die we, om niks te verklappen, telkens alfabetisch rangschikken.

Mbark Boussoufa, Dieumerci Mbokani en Bryan Ruiz zijn de drie genomineerden als prof.

Gert Verheyen: “Qua uitgesproken talent is Ruiz op dit moment de beste in België. Die kan alles. Speelt vanaf de linksbuiten, maar komt daarbij heel veel naar binnen. Weet op elk moment waarmee hij bezig is. Toen hij hier kwam, was dat minder. Nu voelt hij goed aan wat hij moet doen, wanneer hij naar binnen kan komen en wanneer niet. Wat ik het mooie aan hem vind, is zijn lichaamscontrole. Altijd meester over de situatie en de bal. Zijn heenronde was iets minder, allicht is hij ook niet toevallig beter gaan draaien op een moment dat Gent marcheerde. Plus: in het begin hebben ze 4-4-2 gespeeld, dat ligt hem iets minder. 4-3-3 is voor hem ideaal. Hij was beslissend voor Gent: hij maakte goals en gaf assists. Je hebt wel andere types nodig om hem te omringen, op dat gebied zit Gent heel goed in mekaar. Zeker vanaf de winterstop. Ik denk dat Gent daarna van het beste voetbal heeft gespeeld dat er op dat moment te zien was in België.”

Ook beslissend voor Anderlecht en spelend vanuit een vergelijkbare positie is Mbark Boussoufa. Verheyen: “Standard heeft net iets meer uitgesproken talent. Mannen die het naar zich toe trekken. Anderlecht heeft dat minder, op Boussoufa na. Boussoufa is puur kwaliteit, maar eigenlijk zie ik hem net iets liever centraal spelen. Net zoals Ruiz mag hij niet te veel in de hoek staan. Hij moet vaak aan de bal komen. Maar voor het evenwicht van de ploeg is het wel beter dat hij vanuit die linkerhoek speelt. Boussoufa was dit seizoen vaak beslissend, ook in topwedstrijden. Slimme speler. Sterk op stilliggende ballen ook, maar wel afhankelijk van de ploegvorm. Zelden uitblinkend als de ploeg zelf ook niet draaide. Maar goed, dat geldt voor de meesten. En zodra de ploeg draaide, stak hij er wel direct boven uit.”

Is Dieumerci Mbokani de beste van Standard? Verheyen: “Bij elke verkiezing is het een nadeel dat je met ploegmaats zit. Witsel, Defour, Jovanovic, Mbokani, … dat zijn er veel. Allemaal jongens die vanuit hun eigen positie of kwaliteiten belangrijk zijn voor Standard. Mbokani is van alle spelers in België volgens mij de voetballer die de kans maakt op de grootste carrière. Ik zie hem het goed doen in een nog betere competitie. Omdat hij alles heeft wat een moderne spits moet hebben: hij kan dribbelen, is sterk, kan klappen opvangen, een goal maken. Het enige minpunt is nog de concentratie en honger in de ‘gewone’ matchen. Dat is al beter, het is ook de enige manier om topschutter te worden. In die matchen kun je er twee of drie maken. En hij heeft zéker het talent om beslissend te zijn in topwedstrijden. Dan ben je een goeie. Het is nu aan hem om te bevestigen en er het hoofd bij te houden. Je mag van hem wel nooit verwachten dat hij ineens een keigedisciplineerde prof wordt. Dat gaat dan weer ten koste van dat beetje improvisatie en spontaniteit op het veld. ”

Had titelverdediger Jovanovic minder impact dit seizoen?

Verheyen: “Hij heeft veel aan de linkerkant moeten spelen. Vaak zonder morren, maar hij is beter in een centrale positie.”

Zonder morren? Was het niet Jova die vond dat Standard altijd met twee spitsen moest spelen?

Verheyen: “Ja, maar dan zeg ik: die hele goeie matchen, Standard Europees, zijn er wel allemaal in een 4-3-3 geweest. Ik snap hem, als de back diep gaat en je moet erachter lopen, is dat niet plezant. ( lacht) Als een speler wat zegt over de ploegtactiek, bekijkt hij dat meestal vanuit zijn eigen standpunt. Het is ook geen speler die kan verdragen maar drie ballen te raken op drie kwartier, dan wordt hij nerveus.”

Jovanovic en Mbokani hadden het dit seizoen al een paar keer met mekaar aan de stok. Verheyen: “Ofwel gun je elkaar iets als spits, ofwel niet. Als die twee samen het veld op komen en ze willen voor mekaar werken en elkaar goals gunnen, is er geen enkel duo beter. Maar het grootste gevaar zijn zij zelf. Dat is even serieus uit de hand gelopen met het gooien van dat trui-tje, dat zegt veel over die mannen. Ze kunnen niet allebei topschutter worden, er zal altijd eentje meer profiteren dan de ander. Maar dat de ene zich de ene week wegcijfert en de andere de match erna kan ook perfect. Dat moet je elkaar gunnen. Na het incident was het iets beter, maar ik zie nog steeds situaties waarvan ik denk: kom op, speel die bal. En ze hebben het allebei, ze moeten elkaar niks verwijten op dat gebied.

“Jovanovic vind ik een goeie, maar niet goed genoeg voor een topteam in een topcompetitie. Ik zeg niet dat zulke ploegen in hem niet geïnteresseerd kunnen zijn, maar ik zie hem daar niet elke week aan de aftrap staan. Hij kiest beter net iets daaronder.”

Wie was de belangrijkste van de twee voor Standard? Verheyen: “Mbokani was even out, Benteke heeft dat goed ingevuld. Maar in de matchen waarin het echt nodig is, is er nog altijd een verschil tussen Mbokani en Benteke. Ik denk niet dat je kan zeggen dat de ene belangrijker is dan de andere. Misschien was Jovanovic dit seizoen minder bepalend dan vorig jaar, maar dat heeft allemaal met zijn rol te maken.”

Opvallend: al de genomineerden zijn aanvallend ingestelde spelers. Verheyen: “Dat is toch logisch? Waar kijken mensen naar? Het is moeilijker om iemand voorbij te gaan dan om iemand tegen te houden. Ik word ook niet wild van een verdediger. Dat is maar gewoon … verdedigen.” ( lacht) S

door peter t’kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content