De stad Lier neemt het stadion van Lierse niet over. Dorpspolitiek brengt de honderdste verjaardag van geel-zwart in gevaar.

Na de nipte bekerwinst op Oostende juichte de talrijk meegereisde Lierse-aanhang niet echt uitbundig : wie feest er nu in de kamer van een doodzieke patiënt, waar de enige beschikbare dokter na enig nadenken besluit toch het reddende medicijn niet toe te dienen, omdat dat geen algemene genezing garan-deert ?

Bij Lierse blijven ze na de mededeling van VLD-burgemeester Marleen Vanderpoorten met een beduusd gevoel achter. Sinds Vanderpoorten na haar terugkeer uit de nationale politiek de voorbije zomer plaatsvervangend burgemeester Patrick Tersago afloste, veranderde het optimisme op een spoedige overname in twijfel. Vanderpoorten zou zich in een onbewaakt moment al eens hebben laten ontvallen dat dit het grootste ” shit-dossier” was dat ze ooit op haar bureau kreeg. Al een tijdje roepen CD&V-schepenen, die samen met de VLD de stad Lierse besturen en zich de andere Lierse club Lyra (van katholieke oorsprong) meer genegen zijn, dat er geen euro meer in Lierse mag worden gestopt. Die opmerking werd niet gehoord toen CD&V samen met de VLD, Lierse SK en het onderzoeksbureau Strategus in mei rond de tafel ging zitten. Naar aanleiding van de Lierse licentieperikelen richtten ze samen Comité 2006 op om in overleg een “structurele oplossing te vinden voor het voetballandschap in Lier en het optimaliseren van de voetbalsites.” Besliste de stad op dat moment om Lierse niet te helpen, dan kreeg de club toen waarschijnlijk géén nieuwe licentie.

Niemand in Lier twijfelt aan Vanderpoortens sympathie voor de club : heet het Lisp immers niet officieel Herman Vanderpoortenstadion, naar haar overleden vader ? Maar de politieke situatie gijzelt haar : drukt ze in weerwil van de coalitiepartner de overname door, dan is zo’n tweespalt electorale zelfmoord met het oog op de nakende gemeenteraadsverkiezingen in 2006. Een wisseloplossing met het Vlaams Belang (de derde partij in Lier na VLD en CD&V, nvdr) zou haar binnen de VLD zwaar aangerekend worden. Bovendien stapt het Vlaams Belang dan straks naar de kiezer als redder in nood van Lierse. Dus blaast de voormalige minister door de toenemende kritiek binnen de eigen coalitie veiligheidshalve de zaak af. Vanderpoorten is, als het straks slecht afloopt met Lierse, niet de doodgraver van de club, maar zij wordt algemeen wel als de enige beschouwd die de club had kunnen redden.

“Lierse redden”, zegt schepen van sport en cultuur, Walter Grootaers, “is niet de core-business van een kleine stad als Lier, met amper 32.000 inwoners. Maar wij gaan de stekker niet uit het stopcontact halen, ik zal er alles aan doen om Lierse in eerste te helpen houden. Maar Lier is als stad te klein om een bodem onder de put te steken, blijkt nu.” Grootaers gaf toe dat de twee onafhankelijk van elkaar uitgevoerde economische en financiële studies, door Ernst en Young enerzijds en door Strategus anderzijds, tot dezelfde resultaten komen. Die resultaten maakte Strategus al op 6 september over aan de burgemeester.

Als Lierse failliet gaat, zegt Grootaers, moet de stad de jeugdscholen van Lierse en Lyra redden. Hoorde hij onlangs niet in Engeland hoe een vertegenwoordiger van Arsenal de jeugdschool van Lierse tot de vijftig beste in Europa rekent ?

Grootaers engageert zich ook mee om naar een oplossing te zoeken via privé-sponsors. Het probleem is dat die piste al eerder bewandeld werd. Geen van die gesprekken leverde een alternatief op, zodat een aankoop van het stadion door de stad als enige oplossing overbleef. Dat op 28 november een stemming van alle gemeenteraadsleden ‘in eer en geweten’ toch nog een ommekeer teweegbrengt, lijkt gezien de manipulaties en de interne druk binnen de verschillende fracties, haast onmogelijk.

Opmerkelijk is dat de doorlichting niet aantoonde dat Lierse ook na een overname niet leefbaar zou zijn. Integendeel. Dit seizoen zou de club, mits verkoop van het stadion, zelfs een positief saldo van 100.000 euro op de begroting overhouden. In twee jaar bracht Lierse de salarislast terug van 76 naar 57 procent. Volgend jaar zou die na het aflopen van een aantal dure contracten nog 52 procent bedragen, volgens bedrijfsnormen aanvaardbare cijfers. Het seizoen 2005/06 ziet er budgettair heel goed uit. Maar, zegt een beheerder, “je moet er eerst geraken.”

Hét probleem blijft de infrastructuur die als een molensteen om de nek van de club hangt. Vijf jaar geleden, toen de noodzaak aan verhoogde commerciële inkomsten zich liet voelen, werd beslist het stadion, tot dan privé-eigendom, te kopen en te verbouwen. Op dat moment was Lierse ongeveer schuldenvrij. Onder impuls van Gaston Vets werd een ambitieus bouwproject uitgevoerd dat door zijn voorganger Freddy Van Laer nooit zo groots zou zijn uitgevoerd. Wie niet meer mee kon of wilde betalen, of een andere koers wilde varen dan Vets, haakte in die periode af. Daardoor runt de laatste jaren Gaston Vets en niet het bestuur Lierse. Ook nu nog worden hem fouten aangewreven, maar de term mismanagement valt niet. Natuurlijk fronsten sommigen de wenkbrauwen bij de recente transfers de voorbije zomer : als je al geen geld hebt om twintig spelers te betalen, moet je er geen drie bijhalen. Overigens heeft Lierse op dit moment geen alternatief voor Vets : niemand staat te trappelen om zijn plaats over te nemen. Met Vets zou de club haar laatste persoon met extra financiële draagkracht verliezen.

De bouw van de nieuwe tribune annex kantoorruimte kostte in 1999 tien miljoen euro. Voor die doorgeeflening die over vijftien jaar afbetaald moest worden, stelde de stad zich garant. Ze bouwde wel een aantal veiligheidsmechanismen in : een percentage op elke uitgaande transfer én een hoofdelijke aansprakelijkheid van alle clubbeheerders tot een bepaald bedrag (1,2 miljoen euro). Het was de eerste keer dat de stad Lier zich met de club moeide. Als enige eersteklasser in België kan Lierse niet rekenen op enige vorm van subsidie vanwege stad of gewest.

Toen twee jaar na de verbouwing de transfermarkt ineenstortte, moest Lierse bijna alle operationele middelen aanwenden om de lening af te betalen. Als levensvatbare oplossing suggereerde Strategus de stad om het stadion aan te kopen voor 6,6 miljoen euro : minder is dat dan de 10,5 miljoen euro waarop een onafhankelijk bureau vooraf de waarde van het stadion schatte, maar meer dan de 4,2 miljoen euro die de stad wilde ophoesten. Die 4,2 miljoen is het bedrag dat na de aflossing van 5,8 miljoen euro nog als lening openstaat. Strategus vroeg een extra cashinjectie van 2,4 miljoen euro waarmee Lierse meteen aan de slag kon om niet opnieuw schulden te moeten maken.

Toen de stad zelf een onafhankelijke schatter aanstelde om de waarde van de accommodatie te bepalen, kwam die ook uit op 6,6 miljoen. Té veel geld voor een kleine stad, oordeelt Lier, al wijzen sommigen er fijn op dat Lier financieel een van de gezondste steden in Vlaanderen is, met een flinke spaarpot, waaruit onder meer een ultramoderne atletiekpiste en een subtropisch zwembad gefinancierd werden.

De plotse bocht die de stad nu neemt, laat vermoeden dat de uitkomst van de onderzoeken van Ernst en Young en Strategus een aantal plaatselijke politici niet beviel. Daarom moest een andere stok gezocht worden. Bijvoorbeeld een plaatselijk veiligheidsverslag waar gebreken en kosten uit bleken die de vertegenwoordigers van Binnenlandse Zaken op hun inspectietocht niet opmerkten.

De plotse bocht van het stadsbestuur laat Lierse weinig overlevingsmogelijkheden over. Zoals het nu gaat, raakt Lierse straks nooit aan een nieuwe licentie. Oplossingen met andere clubs in de regio, genre KV Mechelen en Westerlo, wees Lierse nooit af, maar de anderen wel.

Als Lierse ten gevolge van politiek gekrakeel zijn honderdste verjaardag in 2006 niet haalt, zal een feestje gebouwd worden aan de andere kant van de stad, waar Lyra speelt. Lang zou dat feestje niet duren, wordt gewaarschuwd. De financiële toestand van de derdeklasser zou op zijn minst even belabberd zijn als die van de gehate concurrent. Als Lyra, twintig jaar na het afspringen van de fusie, met de steun van bevriende politici Lierse in een wurggreep houdt, zou het wel eens mee kunnen verdrinken.

door Geert Foutré

‘Wij gaan de stekker niet uit het stopcontact halen.’ (Walter Grootaers)

Als Lyra Lierse in een wurggreep houdt, zou het wel eens mee kunnen verdrinken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content