Tussen alle miljoenentransfers van de voorbije jaren glipte Mathew Ryan bijna onopgemerkt het Jan Breydelstadion binnen. Om er in een handvol wedstrijden de harten van analisten, diehards en trainers te veroveren. Portret van een “doodgewone jongen uit Plumpton”.

Ik ben niet het type dat de halve wereld rondreist om dan op de bank te gaan zitten… Ik wil de plaats van Vladan Kujovic.” Het klonk misplaatst, het interview van Mathew Ryan op de Australische zender SBS, begin juli, een goede maand nadat hij bij Club Brugge een contract voor drie seizoenen had getekend. Wat had dat kereltje van amper 21 jaar al bewezen? Drie seizoenen titularis bij Central Coast Mariners, ja, maar in de A-League. In Australië. En toch: hij kwam niet naar België om bankzitter te worden.

Met die ingesteldheid stapte Ryan ook de blauw-zwarte kleedkamer binnen. Philippe Clement, assistent-trainer: “Mathew had zeker de ambitie om de nummer één te worden en toonde dat ook, maar niet in die mate dat hij zich untouchable waande.” En, zegt Clement: “De rangorde lag in principe niet vast, al denk ik wel dat we met Vladan aan het seizoen begonnen zouden zijn, want uiteindelijk heeft hij het vorig seizoen heel goed gedaan. En het was ook niet zo dat Mathew in de voorbereiding drie keer beter was. Maar door Vladans blessure heeft Ryan vroeger dan verwacht zijn kans gekregen en daarna heel snel stappen gezet. Zeker als meevoetballende doelman, op dat vlak een van de betere die ik al gezien heb. Niet onbelangrijk in een team dat van achteruit wil opbouwen.”

Een positieve, jonge kerel van 21 jaar, die in Brugge een bijna foutloos parcours aflegde, maar toch kritisch voor zichzelf blijft. Clement: “Een bal gelost tegen Racing Genk, ja, maar ook na de match tegen Wroclaw zei hij meteen dat hij een fout had gemaakt. Maar dan vecht Mathew terug, reageert hij onmiddellijk. Andere jongens blijven even hangen, waardoor alles wat volgt net iets minder is.

“Dat hij ook op die momenten recht krabbelt, is knap voor een gast van 21, al heeft hij ondanks die jonge leeftijd toch al drie seizoenen onder druk gevoetbald. Dat zie ik ook in zijn coaching. Hij kan daarin zeker nog verbeteren, maar dat geldt ook voor de oudere gasten. Een goede ploeg bestaat uit spelers die niet alleen op zichzelf gericht zijn, maar ook kijken naar wat er rond hen gebeurt. Door anderen te helpen, word je als team én als individu sterker. Mathew is op dat vlak geen roeper en probeert zijn jonge verdediging vooral een positieve boodschap mee te geven. En, hij coacht vóór een fase. Aan een keeper die na een tegendoelpunt wilde gebaren maakt, heb je veel minder. Voor mij is Mathew de perfecte prof, iets wat ik niet snel van iemand zeg.”

Met dank aan moeder

13 maart 2011. Mathew Ryan, achttien jaar jong, speelt met Central Coast Mariners zijn eerste A-League Grand Final tegen Brisbane Roars. In de tribunes van het Suncorp Stadium zoekt hij tussen de meer dan vijftigduizend fans naar zijn moeder, aan wie hij alles te danken heeft. Carol, die hem en zijn zus Megan na de scheiding van haar man helemaal alleen heeft opgevoed, behoedde haar zoon voor de verleidingen, betaalde jaren de lidgelden voor zijn voetbalclubs, bracht hem naar trainingen en wedstrijden, steunde hem in de moeilijke momenten… Want: hij was klein. Vaste doelman bij Plumpton/Oakhurst Soccer Club, dat wel, maar de coaches van de state teams selecteerden altijd een grotere keeper. “Allesbehalve leuk,” vertelt Ryan, “maar mijn moeder praatte voortdurend op mij in. ‘Maty, wil je nú of binnen tien jaar de beste zijn?’ Die groeischeut zou wel volgen, zei ze. Dat heeft mij enorm geholpen. Zo kon ik me concentreren op wat ik wél in de hand had. Harder werken, sterker worden…”

En deze namiddag, in zijn eerste Grand Final, wil hij iets terugdoen. “Sommige kinderen beseffen niet wat hun ouders – in mijn geval moeder – voor ze betekend hebben, ik wel. Ze heeft me waarden meegegeven en mij altijd in mijn keuzes gesteund. Zonder haar had ik wellicht nooit in Brugge gespeeld.”

Central Coast Mariners verliest na verlengingen en penalty’s, maar Ryan krijgt de Joe Marston Medal, de trofee voor de beste speler in de finale. “Een magere troost, ik had liever het kampioenschap gewonnen”, klinkt het in The Australian, dat ook zijn trainer, Graham Arnold, citeert. “Mathew heeft het dit seizoen schitterend gedaan. Na de match excuseerde hij zich omdat hij geen enkele strafschop kon pakken, dat zegt veel over zijn karakter.”

Ontgoocheld, ja, maar toch: zijn eerste seizoen bij Central Coast Mariners heeft hem veel meer gegeven dan hij ervan verwachtte. Want bij de start was de pikorde duidelijk: 1. Jess Vanstrattan (31, ex-Verona en -Juventus), 2. Mathew Ryan (18, ex-Blacktown City, een tweedeklasser). Maar wanneer Vanstratten zich na de derde speeldag blesseert, gaat het plots snel voor de tiener. Hij debuteert met een blunder op het veld van FC Sydney (1-1), maar zijn coach laat hem staan. “Jonge spelers máken nu eenmaal fouten.”

Ryan bedankt voor het vertrouwen met dertien clean sheets, waarmee hij een belangrijk aandeel heeft in de finaleplaats voor de Mariners. Op het einde van het seizoen krijgt hij zelfs de Young Footballer of the Year Award. “Ik had niet verwacht dat ik dit seizoen een minuut op het veld zou staan”, klinkt het tijdens de prijsuitreiking. “Ik knijp mezelf elke morgen in de wang: ‘Droom ik?’ Hier en daar een foutje gemaakt, dat wel, maar daar word je sterker van. En met de steun van de coaches heb ik goed gereageerd. Denk ik…”

Een knipoog naar zijn mentor John Crawley, de keeperstrainer, die hij op zijn dertiende op Westfields Sports High School voor het eerst tegen het lijf liep. Een uitzonderlijk talent, vindt Crawley, de ex-doelman die Ryan naar opleidingsclub Blacktown City en later naar de Central Coast Mariners loodst. “Een ongelofelijke kans. Ik zat nog in mijn laatste jaar op de sportschool en ik had al een job.”

In december 2011, iets meer dan een jaar na Ryans debuut, analyseert Crawley zijn jonge protegé op Football Australia: “Goed op crosses en hoge ballen, ook al is Mathew niet erg groot, maar dat compenseert hij met zijn timing en enorme sprongkracht. Sterk in een-tegen-eensituaties, waarin hij zich groot maakt en op zijn reflexen teert. En, hij kan het spel goed verdelen, zijn side-volley – zelfs over vijftig, zestig meter – is heel precies. Onlangs vroeg ik me af op welk vlak Maty nog kon verbeteren. Ik moest er lang over nadenken.” Crawleys conclusie, eind 2011: “Ik denk dat hij alles heeft.”

Philippe Clement: “Voor mij is een goede keeper iemand die de ballen tegen- en liefst ook vásthoudt. Ryan ís balvast, durft naar hoge ballen te gaan en voetbalt goed mee. Dat zijn al heel veel kwaliteiten. In 22 jaar profvoetbal heb ik niet veel betere doelmannen gezien. Enorm leergierig ook. Na de training extra trapoefeningen doen, andere spelers naar het doel laten schieten… Ook daardoor zal hij de volgende jaren nóg stappen zetten. En: Mathew is een winnaar. Heel fanatiek zelfs. In de voorbereiding vroeg ik of hij zin had om, samen met Valentinos(Vlachos, nvdr) en Spyros(Fourlanos, nvdr), op een basketbalveldje wat vrije worpen te nemen. Mathew was diegene die absoluut wilde winnen, wat ook gebeurde. (lacht) Dan weet je: dit is een winnaar, óók een belangrijke eigenschap.”

Een tennisser

Mathew Ryan noemt zichzelf “een doodgewoon kind uit Plumpton”, een dorp van net geen achtduizend zielen in New South Wales, vijftig kilometer ten westen van Sydney. Verstoppertje spelen, fietsen, voetballen (“Ik begon als aanvaller, tot een buurman me vroeg of ik eens in het doel wilde proberen”) en tennissen, de sport waarin hij uitblinkt. Meegekregen met de genen van zijn moeder, klinkt het, maar toch kiest hij op zijn elfde voor het voetbal. “Tot grote spijt van mijn tenniscoach”, vertelt Ryan. “Maar de meesten van mijn vrienden voetbalden. En: ik was een enorm slechte verliezer, waardoor ik vaak met een slecht gevoel én een gebroken racket van het terrein stapte.” (lacht)

“Dat hij op een goed niveau heeft getennist, is belangrijk”, zegt Joost Desender, physical coach bij Club Brugge. “Het meest gekke dat we kunnen doen, is kinderen vanaf vijf jaar alleen maar te laten shotten en denken dat ze dan profvoetballers worden. Door die eenzijdige ontwikkeling zullen ze vanaf hun dertiende minder motorische progressie maken én lichamelijke problemen krijgen. Stabiliteit niet genoeg ontwikkeld, slechte houding, wankel evenwicht… Bij Ajax sturen ze de jongens van zeven, acht jaar naar het judo, om zo de motoriek maximaal te ontwikkelen.

“Voetbal is een laatspecialisatiesport. In tegensteling tot turners, die op hun vijfde moeten starten, is het perfect mogelijk om pas op elf jaar te beginnen voetballen, op voorwaarde dat je voor je puberteit veel andere sporten – waaronder ook voetbal – beoefend hebt. Kinderen bij wie het motorisch vermogen voor de puberteit werd geprikkeld, leren veel gemakkelijker nieuwe technieken aan.

“Dat Ryans motorisch leervermogen op jonge leeftijd werd gestimuleerd, verklaart dat hij heel precies kan trappen en gooien. Wat is ver kunnen shotten? Een combinatie van evenwicht – op één been kunnen staan – en de bal precies raken. Kinderen moeten op jonge leeftijd zo veel mogelijk verschillende bewegingservaringen opdoen. Train niet alleen de spieren, maar ook de hersenen, die precies weten welke spieren ze moeten prikkelen om bepaalde bewegingen uit te voeren. Dat verklaart bijvoorbeeld waarom Luc Nilis en Marc Degryse – technisch sterke voetballers met een groot leervermogen qua coördinatie – goede golfers zijn.”

Een atleet

Nog een cruciale factor in de ontwikkeling van Mathew Ryan: zijn opleiding aan de Westfields Sports High School. “Er heerste een echte topsportcultuur”, zegt de doelman. “Ongelofelijk veel studenten hebben er hun weg naar het professionele voetbal gevonden: Mustafa Amini (Borussia Dortmund II), Miloš Degenek (VfB Stuttgart), Harry Kewell (Leeds, Liverpool en Galatasaray), Jason Culina (PSV en Twente), Bernie Ibini-Isei (Shanghai East Asia)…”

“Belangrijk”, bevestigt Joost Desender. “Opgroeien in zo’n sportklimaat bepaalt je ingesteldheid, je lifestyle. Ryan is het perfecte voorbeeld van empowerment, waarbij spelers grotendeels zelf verantwoordelijk zijn voor hun progressie. Hij wil het maximum uit zichzelf halen, elke dag opnieuw. Op de club, bijvoorbeeld, trekt hij spontaan naar de fitnessruimte.

“Ryan is een typisch ‘product’ van de Australische sportcultuur, waar ze atleten vormen volgens het LTAD-model, Long-Term Athlete Development. Als je naar Mathew kijkt, zie je iemand die de voorbije vijftien jaar is opgeleid om atleet te worden en in elke ontwikkelingsfase de correcte prikkels kreeg. Want elke leeftijd heeft zijn gevoelige leerperiodes, windows of trainability, voor reactiesnelheid, balans, evenwicht, uithouding en kracht. We moeten kinderen van bijvoorbeeld zes jaar meer tik-spelen aanbieden om hun reactievermogen te ontwikkelen, of in de puberteit rustige duurloopjes inlassen, zodat het uithoudingsvermogen op latere leeftijd geoptimaliseerd wordt. De toekomst is aan grote en sterke atleten, die tegelijk goede bewegers – mannen met een goede coördinatie – zijn. De beste voetballers zijn dat doorgaans.

“Mathew zit sinds zijn dertiende op de sportschool, maar ook onze jonge gasten in de A-kern – Brandon Mechele, Björn Engels, Sven Dhoest, Birger Verstraete – hebben veel winst gehaald uit de extra uren voetbal in de Topsportschool in Brugge. Op dat vlak hebben we de laatste tien jaar ook in België vooruitgang geboekt.

“Met zijn gevormd lichaam kan Ryan zijn gebrek aan gestalte compenseren. Heel explosief. Op sprongtesten, bijvoorbeeld, zit hij duidelijk bij de betere van onze groep. Net zoals dat bij Thibaut Courtois het geval is. Thibaut is groter, ja, maar hij heeft lang gevolleybald en daardoor zijn coördinatie, timing en sprongvermogen ontwikkeld.”

Europa kijkt mee

Na zijn debuutseizoen, 2010-2011, blijft Ryan bevestigen. Voor de tweede keer Young Footballer of the Year (2012), het jaar waarin hij ook de Golden Glove – beste doelman van de competitie – wint, van zijn club de Mariners Medal krijgt én een zomerstage bij Tottenham Hotspur en West Bromwich Albion versiert. En toch: heel down to earth, zo blijkt uit een gesprek met Adelaide Now, net voor zijn vertrek naar Londen. “Het moet vooral een leuke ervaring en een kennismaking met het Europese voetbal worden.”

Op Hotspur Way, het nieuwe trainingscomplex van Tottenham, loopt de Australiër tijdens zijn tweede training een lichte schouderblessure op, maar hij bijt anderhalve week op zijn tanden en vergaapt zich aan de kunstjes (“Een plezier om naar te kijken”) van Rafael van der Vaart en Gareth Bale. Ryan reist nog even door naar Birmingham, maar wanneer de blessure verergert, vindt hij het verstandiger om zijn stage bij West Bromwich te onderbreken. Hij keert terug naar Australië. Zonder contract. “Totaal niet ontgoocheld. Als doelman van twintig jaar heb je in de Premier League niets te zoeken. Het zou zelfs onverstandig zijn om zo’n stap te zetten.”

Na een goede start van zijn derde seizoen in de A-League, blijft Europa mee kijken. Mathew Ryan wordt gelinkt aan Rijsel, Hull City en Glasgow Rangers, maar wil absoluut zijn contract uitdoen bij de Mariners, waarmee hij op weg is naar zijn tweede Grand Final. Bernie Ibini-Isei, de Nigeriaanse aanvaller met wie hij al meer dan twee jaar langs de Central Coast samenwoont, reist wél naar Europa. Naar Brugge zelfs, waar hij in januari acht dagen met Club zal meetrainen. “Schitterende ervaring. De trainingsfaciliteiten bij de Mariners zijn goed, maar niets in vergelijking met wat ik in Brugge meemaakte”, zegt hij in FourFourTwo, dat weet dat Ryan óók op de Brugse radar staat. “Eerst het kampioenschap, daarna bekijk ik het wel.”

21 april 2013, Grand Final: Central Coast Mariners wint met 2-0 van Western Sydney Wanderers. “Een mooie manier om een punt te zetten achter mijn periode hier. It was a great ride…”, klinkt het bij de keeper. Na een gesprek met onder anderen Paul Okon en Frank Farina kiest hij voor Club Brugge, dat om en bij de 180.000 Australische dollar – 125.000 euro – betaalt. Peanuts, een transfer die bijna onopgemerkt passeert. 21 jaar, Australiër, doelman… Die niet naar Brugge kwam om op de bank te zitten. ?

DOOR CHRIS TETAERT – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Zonder die blessure zou Vladan Kujovic wellicht aan het seizoen begonnen zijn.” Philippe Clement

“Mathew is een typisch ‘product’ van de Australische sportcultuur, waar ze in de eerste plaats atléten vormen.” Joost Desender

“In 22 jaar profvoetbal heb ik niet veel betere doelmannen gezien.” Philippe Clement

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content