“Het verschil tussen links en rechts kennen bleek spijtig genoeg geen garantie op een goed oriëntatievermogen. In mijn buurt rijd ik nooit verloren. Maar als ik naar de Nikeshop in Laakdal ga – anderhalf uur rijden – dan heb ik toch mijn gps nodig, ook al leg ik die weg om de twee maanden af. Wie een contract heeft bij Nike, krijgt per wedstrijd x euro op een budgetrekening. Met dat geld kun je vrijetijdskledij kopen in de winkel ginder, vlak bij de fabriek. Die kleren draag je als er een foto van je gemaakt wordt voor de krant of als een tv-ploeg langskomt.”

Zijn blondjes dom?

“Nee. Neem nu mijn vriendin, die is zeker niet dom. Ik val op blond. Annelore staat natuurlijk op nummer één, maar ook Ellen Petri kan mij wel bekoren.”

Wie is je favoriete Samsonpersonage?

Van Leemhuyzen. ( lacht) Ik vind die echt grappig, jong. Die probeert altijd de slimme uit te hangen. En hij is zo’n beetje de man van de rare moves. Als kind was ik wel nog meer in de ban van de Power Rangers. Met Benny en Tommy zat ik daar vaak al om halfacht ’s morgens naar te kijken, net voor we naar school gingen.”

Begroef je ooit al een dier in je tuin?

“Ja. We hadden vroeger een gele kanariepiet, Pieteko. Hij kwam om bij een brand, die was veroorzaakt door een kortsluiting. Ik zat op school toen het gebeurde. Mijn moeder was wel thuis, die reageerde gelukkig alert. De helft bluste ze zelf met een brandblusapparaat dat in de garage stond en de brandweer was er snel om over te nemen. Uiteindelijk waren we enkel onze keuken kwijt. En Pieteko, die te veel rook had binnengekregen. Ik was zes en nogal gehecht aan dat beestje, meer dan mijn twee broers. Toen vloeiden er wel traantjes. We begroeven hem in de tuin en zetten een kruisje op zijn graf.

“Er bleven nadien thuis nog veel vogels over. Mijn pa hield vinken in een volière en nam daarmee soms deel aan wedstrijden. Eigenlijk was zijn broer daar nog fanatieker in. Ik wilde nooit meegaan. Zo op een stoeltje zitten en streepjes trekken … Doodsaai.”

Naar wat moest je ooit eens gigantisch zoeken omdat je het op de verkeerde plaats gelegd had?

“De memorystick waar mijn eindwerk op stond. Verschrikkelijk. Toen zette ik heel het huis op stelten en schakelde ik mijn ouders in om mee te zoeken. Hij bleek uiteindelijk in een of andere lade te liggen, tussen papieren.

“Voor mijn eindwerk maakte ik een trap. Eerst tekende ik die, dan berekende ik hoeveel hout ik daarvoor nodig had, nadien bestelden de leraars dat en uiteindelijk knutselde ik hem ineen. In het verslag moest ik noteren welke machines ik gebruikt had, hoe ik te werk was gegaan … Mijn trap kwam terecht in het huis van een leraar die lesgaf aan de derdejaars. Maar hij had evengoed ergens anders kunnen belanden, want er waren veel mensen die naar onze school kwamen en bestellingen plaatsten: trappen, wandkasten, …”

Bewaar je de balletjes in je soep altijd tot het eind?

( lacht) “Ja, eigenlijk wel. Zeker als de soep me smaakt. Dan kun je twee keer na elkaar genieten. Op andere vlakken lukt het me dan weer niet om lekkere dingen niet onmiddellijk op te eten. Iets wat er smakelijk uitziet, kan ik ten hoogste twee dagen laten liggen. Dat is nogal duidelijk merkbaar aan de snoepbokaal op onze salontafel. Die zetten we daar voor mensen die op bezoek komen. Maar elke keer we volk over de vloer krijgen, is hij leeg.”

Wat vind je het belachelijkste excuus dat een vrouw kan bedenken om seks af te wimpelen?

( lacht) “Geen idee, bij mij gebeurt dat nooit.”

In deze rubriek laten we dit seizoen afwisselend een Belgische voetballer uit de Belgische competitie en een Belgische voetballer uit een buitenlandse competitie aan het woord.

KRISTOF DE RYCK

De balletjes in mijn soep bewaar ik tot het eind

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content