Zijn carrière begon veelbelovend, maar toen volgde er een tegenslag en enkele jaren in de schaduw. Ludovic Butelle vocht terug en kan nu eindelijk meedoen voor de prijzen bij Club Brugge.

Dit versterkt alleen maar mijn mening over de mercato, in mijn ogen een aanfluiting van het idee dat voetbal een collectieve sport is. Iedereen klaagt maar dat er geen identificatie meer is met het shirt of met de club, maar alles is erop gericht dat dat verdwijnt.’ Stéphane Moulin is slechtgezind. De coach van Angers heeft net vernomen dat een van zijn sleutelspelers is vertrokken. Het sluitstuk van zijn defensie, Ludovic Butelle.

‘Dit is clubs met geld een tweede kans geven’, fulmineert hij tegenover een journalist van Ouest-France. ‘Wij hebben die middelen niet. Wat we niet in juni kunnen doen, kunnen we zeker niet in januari. Iedereen weet dat er budgettaire verschillen zijn tussen clubs, maar dit accentueert het fenomeen nogmaals. Neen, hier heb ik écht geen goed oog in.’

En terecht. Toen de Franse Ligue 1 de winterstop inging, stond zijn ploeg, promovendus, op een derde plaats. Dat was in tegenspraak met alle pronostieken bij de start van het seizoen en daar was de prestatie van Butelle niet vreemd aan. ‘Er speelden sportieve redenen, Club Brugge voetbalt elk jaar Europees en doet ook elk seizoen mee voor de titel’, legde de betrokkene tegenover L’Equipe zijn keuze uit om een contract voor 2,5 jaar bij de West-Vlamingen te tekenen. Er stond een hoger salaris tegenover én een transfersom van twee miljoen euro. Butelle kreeg bij blauw-zwart de voorkeur op de Mexicaan Guillermo Ochoa, op een zijspoor in Málaga. ‘De club verlaten vind ik geen verraad’, aldus nog Butelle in hetzelfde gesprek. ‘Ik heb er geen oorlog gemaakt om te kunnen vertrekken. Als Angers me absoluut had willen houden, had ik direct neen gezegd tegen Club Brugge. Dat heb ik de clubleiding zo gezegd. Ze konden op mij rekenen.’

Zoals altijd.

GRAOULLYS

Ludovic Butelle laat immers nooit de armen zakken of mensen in de steek. Toen hij voor de leeuwen werd gegooid op een februariavond in 2002 in Lyon moest hij zich vier keer omdraaien. Dat hij toen voor Metz onder de lat stond, had zijn redenen: Jacques Songo’o was naar de Afrika Cup met Kameroen en Johan Liébus, diens vaste doublure, geblesseerd. Zes wedstrijden zou Butelle de verantwoordelijkheid moeten nemen. Metz degradeert dat seizoen wel, maar de jonge doelman wordt genoemd bij de grote beloftes onder de keepers in het Franse voetbal. Eerste doelman wordt hij bij Metz wanneer de Graoullys terugkeren naar eerste klasse. Hij wordt op ongeveer hetzelfde moment ook titularis bij de U21 van Frankrijk.

De scouts van Valencia, op dat moment getraind door Rafael Benítez, volgen het ook en hebben een plannetje. Omdat Butelle in Metz maar een contract als jongere heeft, geven ze hem in Spanje een profcontract. De bedoeling is wel om hem direct terug uit te lenen aan de Franse ploeg.

Op dat moment gebeurt er iets onverwachts: er komen strubbelingen tussen de clubleiders en de vertegenwoordigers van de speler. Een directe terugkeer wordt even on hold gezet. Ook binnen Valencia zijn er verschuivingen: Benítez vertrekt, Claudio Ranieri is zijn opvolger. De prestaties van de jonge Fransman tijdens de voorbereiding bevallen de Italiaan zo goed dat die het plan opvat om hem tweede doelman te maken, achter monument Santiago Cañizares. Butelle is in de wolken.

Maar niet voor lang.

We zijn augustus 2004 en Valencia bereidt zich voor op een galamatch tegen Parma. Een jaarlijkse gewoonte, die match, eentje waarin de hele kern wordt voorgesteld. De drie doelmannen mogen elk een half uur hun kunnen tonen. In de zestigste minuut is het tijd voor Butelle. Vijf minuten later komt hij in botsing met Tonino Sorrentino, de spits van Parma. De keeper wordt zwaar geraakt. Zijn milt scheurt, er zijn interne bloedingen, hij verliest het bewustzijn en moet met spoed worden geopereerd. Compleet van slag begrijpt hij in de kliniek geen woord van wat de Spaanse dokters hem zeggen.

Ergens tussen leven en dood. Tegenover Onzéo deed hij ooit dit verhaal: ‘Het was een zeer moeilijke periode. Journalisten die de wacht houden aan de deuren van het ziekenhuis, flashes die afgaan, op de voorpagina’s van de kranten lezen dat je leven aan een zijden draadje hangt. De familie was er en voor hen was het ook niet eenvoudig. Wat was waarheid, wat verzinsel? Je gaat zelf ook twijfelen.’ Een mens zou voor minder: een vitaal orgaan verliezen en elf maanden niet op het veld kunnen. Butelle: ‘En als je dan uiteindelijk terug naar het veld kunt gaan en niets nog lukt, zelfs geen bal pakken die ze naar jou trappen als naar een jongetje van drie, vier jaar, dan is dat mentaal heel moeilijk.’ Hij heeft nog veel achterstand bij wendbaarheidsoefeningen, maar werkt zo hard als hij kan om terug te keren. Veel anderen zouden in die omstandigheden wellicht hebben afgehaakt.

CHAMPAGNE

Stoppen spookte nooit door zijn hoofd. Butelle, tegenover een verslaggever van So Foot bij de start van dit seizoen: ‘Ik heb daar nooit aan willen denken, zelfs al waren de dokters in het begin niet zo optimistisch. Ik heb de handschoen opgenomen en ben teruggekeerd op het hoogste niveau.’ Hij was heel dicht bij het einde van zijn carrière, zelfs bij het einde tout court, maar op zijn 32e probeert hij vooral te relativeren. Het nog steeds duidelijk zichtbaar litteken op zijn lichaam herinnert hem dagelijks aan het voorval, het geluk dat hij had. Anderzijds bezorgde het hem ook het karakter van een vechter.

Luigi Pieroni voetbalde twee jaar aan zijn zijde bij Arles-Avignon: ‘Dat miltprobleem heeft hem mentaal zeker sterker gemaakt. Daarnaast is hij zeer regelmatig, want zelden geblesseerd. Hij was voor de andere doelmannen altijd een voorbeeld, en door zijn ervaring was hij dat voor iedereen.’

Voor Valencia zou hij uiteindelijk niet zoveel spelen. Wel één keer in de Champions League, tegen het AS Roma van Francesco Totti. Maar uitleenbeurten aan Hercules, Valladolid en Lille leverden globaal gezien weinig speeltijd op. Waar hij ook passeert, steeds hetzelfde keert terug. Butelle? Een goeie gast, lacht graag, haalt veel grapjes uit, maar wel iemand die nooit vergeet te werken. Pieroni: ‘Een plaaggeest van het zuiverste soort. Ik heb hem zelden slecht gehumeurd geweten, maar op training was het spelen gedaan en werkte hij hard. Hij is ook zeer nauwkeurig. Het is iemand die zeer goed is voor een kleedkamer, hij dwingt respect af en stelt zich altijd in dienst van de ploeg.’

Yannis Salibur was zijn ploegmaat bij Lille. ‘De Belgen zullen van hem genieten, het is iemand met wie je plezier kan maken. Goeie gast, zeer genereus.’ Iemand die zijn gasten zelfs op Veuve Clicquot trakteert. KV Kortrijkverdediger Benoît Poulain werd in 2011 een paar keer bij hem thuis uitgenodigd in Nîmes: ‘Hij trakteerde ons altijd op zéér goeie champagne van een groot merk, terwijl hij noch zijn vrouw het dronk.’

Voor iemand uit de streek van Reims niet ongewoon. Typisch voor Butelle is ook dat zijn talent hem nooit naar het hoofd steeg. Wanneer zijn eerste club, Carnot Châtillons, in 1996 de boeken moet neerleggen, blijft hij voetballen bij zijn vrienden, in Cormontreuil, in een van de buitenwijken van Reims. De kantine draagt er nu zijn naam. ‘Ik heb nooit voor Stade Reims willen voetballen’, zegt Butelle in Onzéo. ‘Ik vond het leuker bij een amateurclubje waar ik op handen werd gedragen.’

Op zijn zestiende komt het toch tot een verhuis. FC Metz heeft zijn talent onderkend en haalt hem naar de club. Hij wint er met zijn ploeg de Coupe Gambardella (een toernooi voor U19) en wordt kampioen. Op weg naar het eindexamen Frans krijgt hij een telefoontje van Albert Cartier. Dat hij derde doelman wordt. Hij is dan net achttien geworden.

Inmiddels is het allemaal al lang geleden, maar daarom niet vergeten. Toen Angers voor een belangrijk duel in de strijd om de promotie in mei van vorig jaar in Nancy moest voetballen, kwam hij het veld op met een trainingsvestje in de kleuren van Metz, de grote rivaal in het oosten. De ultra’s van de thuisploeg gingen door het lint, begonnen hem te beledigen en gooiden een voetzoeker die ontplofte op anderhalve meter van de doelman. Die kromp in elkaar en veinsde een blessure. Hij zou er uiteindelijk de nul houden en nadien nog wat strubbelingen krijgen met de veiligheidsverantwoordelijke in het stadion.

BESTE SPELER IN LIGUE 2

Sportief is het hem lange tijd niet voor de wind gegaan. Wanneer hij na omzwervingen in Spanje bij Lille belandt, wordt hij gebarreerd door Grégory Malicki. Als die weigert zijn contract te verlengen en Butelle voor de laatste drie wedstrijden van het seizoen onder de lat komt, staat plots Mickaël Landreau voor zijn neus als concurrent. Het bestuur van de ploeg heeft hem niks gezegd. Hij pakt zelf zijn biezen en gaat voor Nîmes in de Ligue 2 voetballen. Vervolgens is het bij reeksgenoot Arles drie jaar strijden tegen de degradatie.

‘Dat we daarin slaagden, is dankzij hem’, looft Pieroni. ‘Hij was altijd beslissend. Ik kan me geen individuele redding herinneren, juist omdat het er zo veel waren.’ Andere waarnemers zijn het met de spits eens: Butelle wordt drie keer uitgeroepen tot beste doelman van de reeks en twee keer tot beste speler van de Ligue 2.

Wat ook het niveau van de ploeg is waar hij speelt, Butelle geeft alles wat in hem zit. Zit het in de A-ploeg tegen, dan maar bij de reserven, zoals bij Lille. ‘Spelers als hij zijn een plezier om mee te werken’, looft Rachid Chihab, die na zijn passage bij Mouscron-Péruwelz opnieuw T1 is bij de tweede ploeg van Lille in de CFA. ‘Een bondgenoot van de trainer en iemand die dat later ook kan worden. Hij heeft een natuurlijk leiderschap dat niet iedereen gegeven is.’

Het lijkt een logische stap voor iemand die onlangs begonnen is aan de trainersopleiding. Salibur: ‘Hij nam Yohan Cabaye (nu bij Crystal Palace, nvdr)en mij onder zijn hoede en gaf ons veel tips.’ Chibab: ‘Na onze zege met 1-4 bij Alfortville zong hij in de kleedkamer: ‘Président, double prime!‘ Om te lachen, uiteraard, op ons niveau bestaat dat niet. Maar dat geeft aan hoe blij hij was met de zege, zelfs in de CFA.’

De voorbije maanden maakte hij evenwel naam in de Ligue 1, bij Angers, tien jaar na zijn debuut. Op een gegeven moment dacht zelfs PSG eraan om hem tweede doelman te maken, mochten SalvatoreSirigu en Nicolas Douchez vertrekken. Maar Butelle vond dat hij al voldoende reservedoelman was geweest en dat het tijd werd om ergens de patron te worden die hij al lang had moeten zijn. ‘Op zijn 32e heeft Ludo nog enkele mooie jaren voor zich’, verzekert Malicki, die hem op zijn 40e een plaats onder de lat bij Angers liet. ‘Als hij dezelfde weg volgt als ik, zit er nog een halve carrière in.’

DOOR NICOLAS TAIANA – FOTO’S PHOTONEWS

‘Hij is zeer goed voor een kleedkamer, hij dwingt respect af en stelt zich altijd in dienst van de ploeg.’ LUIGI PIERONI

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content