Ivan De Witte en Roger Vanden Stock, twee gezagsdragers uit het Belgische voetbal, uitten scherpe kritiek aan het adres van de scheidsrechters. De scheidsrechterscommissie zwijgt. Waarom?

Spelers, trainers noch bestuursleden van Anderlecht zijn tijdens deze play-off 1 nog beschikbaar voor interviews, zo liet de Brusselse club vorige week weten in een communiqué. Zwijgen om de rust te bewaren. Pas was de titelverdediger bij AA Gent op 1-1 blijven steken, of daar was voorzitter Roger Vanden Stock met scherpe kritiek aan het adres van scheidsrechter JohanVerbist. “Als we door dit puntenverlies de titel missen, zal ook de scheidsrechter daar iets mee te maken hebben. Hij heeft de uitslag van de match vandaag mee bepaald”, vond de gefrustreerde voorzitter.

Daarmee plaatste Vanden Stock zich in het dubieuze gezelschap van zijn Gentse collega Ivan De Witte. Die maakte het nog bonter nadat zijn ploeg op de eerste speeldag van de nacompetitie 1-1 gelijk had gespeeld tegen Club Brugge. “Dit was geen scheidsrechter voor het niveau van deze wedstrijd. Hij had de match niet in de hand. Als je geen penalty durft te fluiten – niet wíl fluiten… Hij is geen topscheidsrechter en zal het nooit worden”, brulde hij.

Behalve voorzitter van zijn club is De Witte ook voorzitter van de Pro League. Twee functies die enig verbaal fatsoen vereisen, maar dat lijkt aan deze onverbeterlijke recidivist niet besteed. Twee jaar geleden haalde hij na het verloren bekerduel op RC Genk zwaar uit naar Jerôme Nzolo, die hij “incompetent” noemde en van “bekervervalsing” betichtte. Het bondsparket maakte er een zaak van en De Witte bood zijn verontschuldigingen aan.

De Witte was ook toen niet aan zijn proefstuk toe. Nog eens twee jaar eerder insinueerde hij voor Club Brugge-AA Gent dat toenmalig Clubvoorzitter Michel D’Hooghe zijn invloed liet gelden bij de scheidsrechters. Een relletje was geboren, maar De Witte kwam ermee weg. Zoals ook nu weer. Waarom eigenlijk klagen de scheidsrechters zoveel verbaal hooliganisme niet aan, temeer daar ze uit de mond van een gezagsdrager komt?

“Ik voel daar niet de behoefte toe”, zegt Robert Jeurissen, voorzitter van de scheidsrechterscommissie van de KBVB. “Wat telt voor ons, zijn de verslagen van de commissieleden die op de wedstrijden aanwezig zijn. Dat zijn allemaal ex-scheidsrechters die ik zelf heb gekozen. Pas als zij zeggen dat het niet goed was, trekken wij onze conclusies. Wat de clubbestuurders ervan denken, laat ik voor hun rekening. Zij zouden moeten begrijpen dat die play-off 1 heel moeilijk is voor ons ook. Wij worden geconfronteerd met dertig topwedstrijden, maar ik héb geen dertig topscheidsrechters of dertig De Bleeckeres. Ik beschik over tien à twaalf scheidsrechters die een topper aankunnen. Daar zit bijvoorbeeld ook een Bourdouxhe tussen, die al sinds het begin van het seizoen geblesseerd is. En een De Bleeckere, die ik niet kan inzetten in het weekend voor of na een Champions Leaguewedstrijd. De clubs zullen dus geregeld worden geconfronteerd met dezelfde scheidsrechter.”

Jeurissen zegt tot nog toe tevreden te zijn over zijn manschappen, “op misschien een uitzondering links of rechts na. We weten dat we een gemakkelijk doelwit zijn, maar kritiek op de kwaliteit van de scheidsrechters leg ik naast me neer. Als Ivan De Witte meent te weten of iemand de top zal halen of niet, dan denk ik dat wij voldoende maturiteit in huis hebben om dat zelf te beoordelen. Ik weet ook niet of deze of gene speler ooit de top zal halen. Dus doe ik daar geen uitspraken over. Anders wordt het wanneer de integriteit van mijn mensen wordt aangetast. Als wordt geïnsinueerd dat ze bewust een ploeg bevoor- of benadelen. Dán zal ik wel reageren. Niet alleen met een statement, maar ook met de vraag aan het bondsparket om de bewuste persoon te vervolgen. Dat is al gebeurd. Het zijn zulke situaties waarin ook in het buitenland wordt opgetreden en waarnaar hier vaak wordt verwezen.”

DOOR JAN HAUSPIE

“Clubbestuurders moeten begrijpen dat die play-off 1 heel moeilijk is voor ons ook.” Robert Jeurissen