Schermsupporters

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS

Dat verdomde virus degradeert zelfs fanatieke fans tot schermsupporters. Deel 3: Charleroifan Laura.

N u ze het voetbal weer vanuit haar zetel volgt, herinnert Laura Picariello (24) zich des te beter hoe het vroeger was. Zo’n twintig jaar geleden was het ook een tv-scherm dat haar liet kennismaken met WK-wedstrijden van Italië, het land dat haar opa achterliet om in de Waalse mijnen te komen wroeten. En midden in het Zwarte Land, háár geboortegrond, begon Laura zo’n vijf jaar geleden ook de matchen van Charleroi eerst via de televisie te volgen, aangevuurd door haar schoonvader.

‘Tot hij me zo’n vijf jaar geleden eens meenam naar het stadion. Daar gebeurde het. Ik maakte later nog prachtige overwinningen mee, maar die eerste keer blijft het schoonste moment. Charleroi speelt niet in de schoonste tempel van het land. Toch raakte ik die avond op slag betoverd. Ook door de ambiance. Als je een wedstrijd op tv volgt, denk je: die fans zingen n’importe quoi. Maar als je tussen hen staat, voel je hoe aan die gezangen veel meer emotie kleeft dan je thuis kan vermoeden. Ik proef op de tribunes ook geen greintje gêne. Buiten het stadion krijg je mensen maar moeilijk aan het zingen, maar in ons stadion gaat dat vanzelf. Soms merk ik hoe bij andere clubs een groot deel van het publiek tamelijk mak in de tribunes zit. Bij ons vuurt iederéén het team aan, uit volle borst. Als temperamentvolle vrouw vind ik dat heel tof. Ik voel tussen de Charleroifans een sterke verbondenheid en onderlinge solidariteit. Dat kun je vanachter een tv-scherm allemaal niet vermoeden. Heel vaak sta ik naast iemand die ik niet ken en ontstaat er toch een fijn gesprekje. De Charleroisupporters zijn hypersympa en très convivial. Eenvoudig ook. Wij houden van de eenvoud.’

Nog altijd is het haar schoonvader die Laura vergezelt naar de thuiswedstrijden. ‘Af en toe, wanneer het wat kouder is, durft hij eens te suggereren om thuis te blijven. Maar tegenwoordig neem ik hém op sleeptouw.’ En haar partner? ‘Die háát voetbal’, lacht Laura. Dus wanneer zij met haar schoonpa naar het stadion trekt of met hem in bubbelverband matchen op tv volgt, blijft haar vriend alleen achter. Dat valt hem niet zwaar, zegt Laura. ‘Ik denk dat hij er dan vooral van geniet om even op zijn gemak te zijn.’ ( lacht) Maar in deze uitloper van de tweede coronagolf zit Laura op wedstrijdavonden dus weer voor haar scherm, in haar eentje dan nog. ‘De emoties zijn er nog altijd als we winnen, verliezen, scoren – tout le bazar. Maar het is heel anders dan in het stadion. Je moet geen dingen vergelijken die niet te vergelijken zijn.’

Vooral het sociale leven mist Laura heel erg. ‘Normaal voelt het tijdens de werkweek al fijn om te weten dat je in het weekend weer naar een match kan en dat je mensen gaat zien. Nu is er enkel het vooruitzicht van voor een scherm te zitten. Ik mis het ook om met mijn schoonvader vóór de match iets te gaan eten en een glas te drinken. We hadden al een goede band, maar onze gezamenlijke passie voor voetbal diepte die verder uit. We kijken trouwens niet enkel naar Charleroi, we volgen op tv ook Engelse en Duitse matchen waarin Rode Duivels meedoen, zoals die van Inter en Romelu Lukaku. En die van Dries Mertens en Napels natuurlijk – mijn moeder komt van daar. Maar die matchen van Napels doen mij een pak minder dan die van Charleroi. Gek, want Napels is een veel grotere club. En toch. De intensiteit die ik bij Charleroi voel, is heel anders. Vraag me niet om dat te verklaren. Het is zoals met de liefde in het algemeen, zeker? C’est un truc qui ne s’explique pas. ‘

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content