Parijs-Nice keert terug naar de Col d’Eze.

De Koers naar de Zon, die dit weekend Gustav Erik Larsson als eerste geletruidrager huldigde, knoopt zondag opnieuw aan met de traditie. Dan staat voor het eerst sinds 2001 een afsluitende tijdrit op de Col d’Eze op het programma. Sean Kelly, Monsieur Paris-Nice, kijkt er nieuwsgierig naar uit. Zeven jaar op een rij, van 1982 tot 1988, won de nu 55-jarige Ier de prestigieuze rittenwedstrijd.

In de voorbije 69 edities eindigde Parijs-Nice 28 keer met een chronoproef op de Col d’Eze. In 21 gevallen pakte de dagwinnaar ook de eindzege. “Bij vijf van mijn zeven eindzeges won ik ook de klimtijdrit”, herinnert Kelly zich. “Motivatie speelt daarbij een belangrijke rol. Sta je er goed voor in het klassement, dan ga je ook dieper tijdens de klimtijdrit. Doordat de tijdrit pas na een week komt, weerspiegelt het resultaat ook je recuperatievermogen zo vroeg op het seizoen.”

Kelly volgt Parijs-Nice als co-commentator voor Eurosport. Morgen/donderdag staat de favorieten de eerste krachtmeting bergop te wachten in de rit naar Mende, met de aankomst op de korte maar steile Montée Laurent Jalabert. Daarna volgen twee heuvelachtige en verraderlijke etappes in het hinterland van Nice. “Maar met de klimtijdrit in het achterhoofd zou deze Parijs-Nice weleens een gecontroleerd koersverloop kunnen kennen”, waarschuwt Kelly.

Het was uit vrees voor een gesloten wedstrijd dat de organisatie in 1996 brak met de gewoonte van een slottijdrit op de Col d’Eze en koos voor een criterium op de beroemde Promenade des Anglais in Nice. Daarmee hoopte Josette Leulliot van het toenmalige organisatiebureau Monde 6 onderweg wat meer strijd uit te lokken. “De favorieten zullen nu niet meer kunnen wachten tot het slotweekend”, verwoordde ze het destijds.

Van 1969 tot 1995 vormde de klimtijdrit op de Col d’Eze steevast de apotheose van Parijs-Nice. Het spektakelstuk diende als antwoord op de geboorte van Tirreno-Adriatico in 1966, de Italiaanse concurrent die de Koers naar de Zon van de troon zou stoten als ideale voorbereidingswedstrijd op Milaan-Sanremo.

“De Col d’Eze is zowel voor klimmers als voor tijdrijders geschikt”, vertelt Sean Kelly. “De klim is niet extreem lang of steil ( 9,6 km met een gemiddelde van 4,7 procent, nvdr), waardoor evengoed tijdrijders er prima uit de verf kunnen komen. Daarom denk ik dat ook krachtpatsers als Tony Martin het goed zullen doen.” Martin won Parijs-Nice vorig jaar.

Kelly kan nog uit het hoofd de tijden zeggen die hij intussen meer dan twintig jaar geleden op de Col d’Eze klokte. “In 1986 deed ik over de tijdrit van tien km 19’45” ( 30,4 km/u, nvdr), tot op vandaag de snelste tijd. Op die afstand toch, want de start was niet altijd op dezelfde plaats.” De laatste winnaars op de Col d’Eze heten Andreas Klöden en Dario Frigo. Zij realiseerden respectievelijk 20’06” en 19’53” in 2000 en 2001, toen de klimtijdrit op initiatief van wijlen Laurent Fignon een kortstondige comeback maakte. De tijdrit komende zondag meet 9,6 km, een onuitgegeven afstand.

DOOR BENEDICT VANCLOOSTER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content