RC Genk is in crisis. Spelers en trainer kwamen nog dieper verdeeld terug van de Spaanse winterstage dan ze al waren bij het vertrek. Door twee (spelers)koppen te laten rollen, zijn de problemen niet opgelost.

Woensdag besliste RC Genk om Gonzague Vandooren en Mohamed Dahmane per direct en definitief uit de A-kern te verwijderen. Beide spelers werden geslachtofferd voor de diepe crisis die was ontstaan na de afgang tegen Cercle Brugge. Die nederlaag was Genks derde op rij. Met de dubbele verwijdering wekt de regerende vicekampioen de indruk dat hij krachtdadig optreedt. Dat is maar half zo. De ingreep lijkt doortastend, maar is vooral opportunistisch.

Vandooren en Dahmane waren gemakkelijke slachtoffers. Laatstgenoemde riep al langer dat hij er genoeg van had en aasde op een terugkeer naar Bergen. Voor Vandooren, die vorige zomer eerst weg moest en dan niet meer weg mocht, had Moeskroen zich al gemeld in de Cristal Arena. Ook Brussels toonde belangstelling voor de twee. Genk wist zich dus verzekerd van afnemers voor beide beklaagden. Om hen op te offeren was weinig moed nodig.

Twee kranten hadden vooraf uitgepakt met de op til zijnde sancties tegen Vandooren en Dahmane. Opvallend was de eensgezindheid waarmee zij ook maatregelen tegen Logan Bailly en Jean-Philippe Caillet aankondigden. Gissingen, noemde Genk dat achteraf, maar gezien de correct voorspelde gebeurtenissen klonk dat niet overtuigend. Uiteindelijk werd aan beide pionnen niet geraakt. Hugo Broos hield zaterdag tegen AA Gent maar net genoeg fitte verdedigers over. Caillet kon niet worden gemist.

Dat hij ter discussie stond, was nog niet zo gek. Daags voor het duel met Cercle ging Tom Soetaers bijna met hem op de vuist. De Fransman maakte indruk bij zijn entree in Genk anderhalf jaar geleden, maar ontpopte zich vrij snel vorig seizoen al tot een vaak onberekenbare alibivoetballer. Bailly, met wie hij wat star quality gemeen heeft, werd zijn beste maatje naast het veld. Beiden zijn bezig aan een matige campagne, maar vallen elkaar niet af en zijn de eersten om hun falen op anderen af te schuiven. Dat wordt hen niet in dank afgenomen.

Spaanse furie

De al langer sluimerende wrevel escaleerde tijdens de winterstage. Dat iedereen met een goed gevoel uit Spanje was teruggekeerd, was een leugen. Tijdens een groepsgesprek kwam het tot een hoogoplopende woordenwisseling tussen enkele spelers en Broos. Met Vandooren liep het zo uit de hand dat die het toen zelfs even aftrapte. Hij vond dat hij alle posities op de linkerflank aankan, maar kreeg van Broos opnieuw te horen dat hij alleen een alternatief was voor linksback Tiago, niet voor de offensievere Soetaers.

Ook Balasz Tóth en Faris Haroun namen het woord. Zij kaartten het probleem aan dat bij heel wat spelers – ook Vossen, Dahmane, Vandooren, Ljubojevic – op de lever ligt: wat moet ik in godsnaam nog meer doen om aan spelen toe te komen? Tóth begon aan het seizoen wegens een blessure bij Wim De Decker, deed het meer dan behoorlijk, maar verdween uit de basis zodra De Decker hersteld was. Dat was ook het antwoord van Broos aan de Hongaar, verwijzend naar de succescampagne van vorig seizoen: dat sommige spelers bij hem voorrang hebben. Discussie gesloten.

Dergelijke selectiepolitiek is het recht van elke trainer. Of het een verstandige uitspraak is, is wat anders. Wanneer de resultaten niet volgen, staat zo’n aanpak al gauw gelijk met favoritisme en willekeur en ontstaat er wrevel. Zeker wanneer niemand van de untouchables die status op het veld rechtvaardigt. Nieuweling Barda is de enige die zich in de kijker speelt. Tóth blonk uit tegen Gent en sprak nadien de hoop uit op beterschap. Voor Haroun blijft de maat vol: hij probeert voor 1 februari nog weg te raken, ondanks zijn basisplaats zaterdag.

‘Spanje’ was een keerpunt. Het groepsgesprek stelde de verstoorde relatie tussen spelersgroep en trainer scherper dan ooit aan de orde. Tegelijk voedde het het wantrouwen tussen de spelers. Want door voor hun eigen zaak op te komen, konden Tóth en Haroun niet anders dan het ook over hun concurrenten – De Decker, Vrancken – hebben. Het resultaat is een klimaat waarin spelers elkaar nog moeilijk het licht in de ogen gunnen. Of je bent ontevreden, of je voelt je geviseerd. Op het veld betekent dat: geen ploeg meer.

Bye-bye Sarajevo

De Genkse crisis komt niet als een verrassing. De vicekampioen begon aan het seizoen met uitgesproken ambities: top drie halen in het kampioenschap, ver raken in de beker en Champions League of toch minstens UEFA Cup spelen. Om op die drie fronten competitief te zijn werd de kern gevoelig uitgebreid: vijf spelers, allemaal buitenlanders (de nieuwe transferkoers waarop technisch directeur Willy Reynders Genk liet varen), werden aangetrokken. De concurrentie moest omhoog.

De ontnuchtering volgde snel: begin augustus was het Europese avontuur al voorbij. Onderschatting van de tegenstander en tactisch falen leidden tot de smadelijke uitschakeling tegen FK Sarajevo. Pas was het seizoen begonnen of het was zijn glans al kwijt. Zonder Europees voetbal verloor Genk op slag ook een pak van zijn charme voor de buitenlandse aanwinsten – vergelijk het met de frustraties van Jan Polak bij Anderlecht. Genks grote kern werd zijn achilleshiel. Zo veel spelers voor alleen maar een Belgisch programma: daar moesten problemen van komen.

De klap van de Europese uitschakeling werkt vandaag nog steeds door in de Cristal Arena. Toen Hugo Broos in de aanloop naar vorig seizoen de grip op de kleedkamer al eens kwijt was, redde de club hem met een schoonmaakoperatie in de kleedkamer. Een handvol spelers werd in zeven haasten nog weggedaan en geholpen door de eerste goede resultaten groeide de overgebleven groep mooi naar elkaar toe. Een ontevreden enkeling ( Kevin Vandenbergh) werd door de anderen in het gareel gehouden.

Nu het minder goed gaat, komen dezelfde irritaties als toen over de trainer weer naar boven. Nogal wat spelers hebben moeite met Broos’ gelatenheid en stroeve communicatie, maar van hem is al zijn hele carrière geweten dat zijn kwaliteiten daar niet liggen. Met Broos weet je wat je hebt en vooral wat niet. Een groep (jonge) mensen managen is aan hem niet besteed. Dat het zelfs de doodbrave Gonzague Vandooren te machtig werd, is een signaal.

Het gelijkspel tegen AA Gent was een halve opsteker. Of daarmee en met de nieuwe schoonmaakoperatie de crisis is bezworen, is een illusie. Alleen resultaten zullen de rust helpen bewaren. Als zaterdag tegen Roeselare niet wordt verloren en nadien de verliespartijen worden beperkt, haalt Genk het einde van het kampioenschap wellicht zonder veel verdere averij. Dat Broos daarna zijn laatste contractjaar aanvat, lijkt nu al zo goed als uitgesloten. S

door jan hauspie – beelden reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content