Jan Hauspie
Jan Hauspie Voormalig redacteur bij Sport/Voetbalmagazine.

Niets is wat het lijkt : met zes op zes voert RC Genk de rangschikking aan, maar de kruik gaat zolang te water tot ze breekt. De club, zich bewust van de problemen, probeert ze te bezweren.

Een opstappende voorzitter en een doelmannenkwestie zorgden voor vroege onrust deze zomer in het Fenixstadion. Logan Bailly doet het gelukkig goed tussen de palen en redt zo voorlopig nog het gezicht van Hugo Broos. Want, zei de trainer voor de competitiestart : “Ik weet niet of Bailly klaar is voor deze opdracht.” Waarom hem dan opstellen ?

Eind vorig seizoen, toen vaststond dat Genk buiten de Europese plaatsen zou eindigen, was het al de wens van de clubleiding om zowel Bailly (20) als Sinan Bolat (bijna 18) speelgelegenheid te geven. Beide jeugdinternationals gelden als grote talenten, maar naar wat ze waard zijn in de eerste klasse, was het gissen. De club wilde zich daarvan, met het oog op de toekomst, een idee vormen. Een ernstige speelkans zou ook het ongeduld van beide ambitieuze doelmannen hebben getemperd en hen het gevoel hebben gegeven dat er rekening werd gehouden met hen. Twee vliegen in een klap dus. En het zou een signaal zijn geweest naar Jan Moons (bijna 36), aanvoerder en aan wat concurrentie toe. Dat signaal kwam er niet en gerustgesteld legde Moons een prima voorstel van het pas naar de Duitse tweede Bundesliga gepromoveerde Rot-Weiss Essen naast zich neer. Drie maanden later zoekt hij een nieuwe club.

Broos heeft ervaring met keeperconflicten. In Anderlecht lag hij twee jaar geleden mee aan de basis van het gesol met Daniel Zitka en Tristan Peersman. Net als nu kon hij zijn keuzes toen niet verantwoorden, met als resultaat door twijfel verteerde en navenant presterende doelmannen. Dit keer rijst zelfs de vraag of de keuze voor Bailly wel de zijne was. Toen hij nog voorzitter was, verklaarde Jos Vaessen al dat Moons als derde doelman aan het nieuwe seizoen zou beginnen. Broos distantieerde zich van die woorden, maar voegt de daad nu toch bij het woord, niet wetend “of Bailly klaar is voor deze opdracht”.

Vaessen deed zijn uitspraak niet zomaar. Toen Moons’ contract tijdens het seizoen onder René Vandereycken afliep, was niemand in het Fenixstadion voorstander van een verlenging. Te veel ups en downs, niet alleen over een heel kampioenschap, maar ook ín de wedstrijden, luidde het sportieve verdict. Tot Paul Heylen, toen nog algemeen directeur, opmerkte : “Als we Jan geen nieuw contract geven, mogen we de derde plaats op onze buik schrijven.”

Het aan de derde plaats verbonden UEFA-cupticket moest het tot dan teleurstellend verlopen seizoen van Genk redden. Heylen verwoordde de twijfel die al langer leefde in de club : of het Moons allemaal wel veel uitmaakte waar de ploeg eindigde. Een nieuw contract, vreesde men, was de enige manier om hem scherp te zetten. Beslist werd om voor het kortetermijnbelang te gaan. Met een sterk seizoenseinde lag Moons mee aan de basis van het uiteindelijk nog ten koste van Standard behaalde UEFA-cupticket.

Exit Claessens

De contractonderhandelingen sleepten lang aan. Genk stelde (om voor zichzelf evidente redenen) één jaar voor, Moons wilde er twee. Toen de club daarmee instemde, vroeg hij plots een driejarig contract. Dat ging Genk te ver. Het wees de doelman op zijn niet meer zo jonge leeftijd en een compromis werd bereikt : het derde contractjaar zou pas in werking treden als Moons in de eerste helft van dit (tweede) seizoen een minimaal aantal wedstrijden als titularis startte.

Zover wil Genk het uiteraard niet laten komen, maar over de ware reden – een sportieve onvoldoende – kon/wilde/ durfde het nooit open kaart spelen. Dus verkeert Moons in de waan dat de club, zoals dat heet, ‘de kaart van de jeugd trekt’. “Allemaal goed en wel,” reageerde hij in de krant, “maar waarom komt er met Caillet dan een 29-jarige verdediger als je ook Sven Verdonck hebt ?”

Moons vergist zich : Jean-Philippe Caillet is niet gehaald wegens te weinig vertrouwen in Verdonck. Hij kwam omdat de versheidsdatum van Gert Claessens ruim is verstreken. Claessens is 34 en zit in zijn laatste contractjaar. Toen hij vorig seizoen na maandenlang herstel van een zware knieblessure zijn rentree maakte, verdween op slag alle stabiliteit uit de Genkse verdediging. Met ‘slim’ instappen probeerde hij zijn tekortkomingen te verdoezelen, maar in zijn rug kwamen de overige verdedigers slag om slinger in de problemen.

Behalve door alibivoetbal valt Claessens vooral nog op door zijn geklaag bij scheids- en lijnrechters, zoals tien dagen geleden tegen Zulte Waregem. Dat Broos hem überhaupt opstelde, was een verrassing. Toen Caillet na eerdere twijfel toch speelgerechtigd bleek voor de eerste speeldag, werd zijn debuut verwacht ten koste van Claessens, en niet ten koste van Tomislav Mikulic. Broos echter heeft het niet op Mikulic begrepen. Hij negeert hem, tenzij hij niet om hem heen kan. Zoals zaterdag tegen Lierse, door de onbeschikbaarheid van Claessens. Zijn eerste blessure van het seizoen, na één speeldag.

Zagen en klagen

Moons en Claessens zijn met afstand de ouderdomsdekens in de Genkse spelersgroep. Belangrijk geweest voor het elftal, maar nu onomkeerbaar op hun retour. Als ook Claessens de boodschap zal hebben begrepen, is de vraag welke zijn reactie zal zijn en hoe die zal wegen op de groep. Daarin is elke hiërarchie zoek. Niet toevallig riep Jos Vaessen eerder ook dat Koen Daerden dit seizoen de nieuwe aanvoerder zou worden. Daerden was de enige natuurlijke leider in de selectie. Moons, de feitelijke kapitein, kreeg vooral respect voor zijn ervaring, niet voor zijn autoriteit.

Vaessens uitspraak stond symbool voor hoe het bestuur genoeg had van Moons’ grillige gedrag. Zeker, hij was de man die, samen met Daerden, vaak de kar trok en leuke activiteiten organiseerde. Die naar boven ging als er moest worden opgekomen voor de groep, maar die daar ook uit eigenbelang kwam zeuren als door een late kalenderwijziging een familiefeestje in het water dreigde te vallen. Die, als aanvoerder, aan een pr-activiteit kon verzaken als ze per ongeluk niet op het programma had gestaan. Die ook zijn middenvinger opstak naar een deel van de supporters. En die zich op het eind nogal gemakkelijk onttrok aan de trainingen. Kortom, die, bovenop de sportieve twijfels, niet altijd een modelprof werd gevonden door zijn werkgever.

Net zo had de club meer engagement verwacht van Claessens, maar ook de ex-speler van Club Brugge, Oviedo en Vitesse bleek niet over de instelling te beschikken die gezien zijn leeftijd en ervaring van hem mocht worden verwacht. Zes maanden lang betaalde Genk hem tijdens zijn zware revalidatie een vorstelijke contract uit, maar toen hij zoals wettelijk bepaald op het ziekenfonds terugviel en zwaar moest inleveren, had hij het opeens over een gebrek aan respect. Genk hield voet bij stuk en van de weeromstuit maakte het herstel wonderlijke vorderingen. Overtuigen op het veld was er nadien helaas niet meer bij.

Dan stak Bob Peeters anders in mekaar. Verzorgde zich goed en bracht waar voor zijn geld. Durfde zijn mond ook open te trekken tegen de jongeren als hij dat nodig vond. Alleen sloot hij die mond ook maar zelden. En maar babbelen, en maar grappen en grollen. Nooit werd het even stil. Ja, Bob, die hébben we al gehoord. Hoorndol werden ze ervan in de kleedkamer. Sommige spelers gingen zelfs geloven dat hij zich in de ploeg práátte. En zo draaide zijn vertrek toch ook weer uit op een bevrijding.

Verwende nesten

Zeker voor Kevin Vandenbergh. Genks geluk bij een ongeluk vorig seizoen was zijn blessure, waardoor Peeters in het elftal kwam en dat plots zijn evenwicht vond. Met de Lierenaar stond er plots wél een duelsterke en balvaste spits die de aansluitende spelers rond zich beter maakte. De ontbrekende laatste schakel in de opbouw, zeg maar. Was hij geblesseerd, dan mocht de mokkende Vandenbergh met Nenad Stojanovic nog eens in een tweemansvoorhoede. Prima combinatie, roemde Vandenbergh achteraf opvallend expliciet hun samenwerking. Daarmee had hij evenveel over Peeters gezegd.

Vandenbergh vocht terug met de mond : hij dreigde met vertrekken, schreeuwde om een basisplaats of toch minstens respect, maar had geen poot om op te staan. Hij mócht immers weg, alleen wilden de clubs maar niet komen. Sochaux, een Franse middenmoter, volgde hem even van nabij, maar hun rapport was duidelijk : te licht voor de Ligue 1. Zou het ook toeval zijn dat hij zowel onder Vandereycken als onder Broos op de bank verzeilde ? Toch verklaarde Jos Vaessen dat Genk dit seizoen voluit de aanvalskaart Vandenbergh zou trekken. Noem het bescherming van bedrijfskapitaal : anders dan van Moons, Claessens of Peeters valt voor Genk wel nog geld te maken van Vandenbergh.

Weinigen zouden hem missen. In Genk staat de toch al 23-jarige aanvaller erom bekend graag de kantjes eraf te lopen. Voetballers hebben niet graag zo iemand in hun midden. Ook bij de eigen aanhang lijkt zijn populariteit te tanen. In de laatste wedstrijd van de voorbereiding, tegen Willem II, miste hij een strafschop, werd vervangen en kreeg er een fluitconcert bovenop. In de club wordt hem bovendien geen goede invloed op de jonge spelers toegedicht. Vandenbergh zoekt vooral steun bij de gepushte tieners, en omgekeerd, maar ook van dat groepje heeft men in het Fenixstadion de buik stilaan vol. Keihard onderhandelen over het cijfertje op hun BMW, dat wel, maar janken als kleine kinderen als ze het elftal weer niet hebben gehaald.

Pinanti is pinanti

Jordan Remacle (19) bolde het om die reden af naar RKC in Nederland. De onderhandelingen met Sinan Bolat (17) en Sebastien Pocognoli (19) draaiden maar ternauwernood niet uit op een vertrek. Alle drie hebben ze dezelfde makelaar, een leraar uit het Luikse, die pas wil praten als eerst zíjn commissieloon is geregeld. Ouders weten er het fijne niet van, Genk ziet hem liever gaan dan komen. Pocognoli, de enige jongere die de club achteraf bedankte voor zijn nieuwe contract, brak zelfs even met hem.

Maar verder, altijd weer dat emmeren over respect, zoals ook Steven Defour na zijn vertrek naar Standard. Zelden iemand zoveel respect zien krijgen als de (toen) zeventienjarige middenvelder in Genk. Kreeg de belofte, na amper een handvol optredens in de A-ploeg, dat het elftal de volgende drie seizoenen rond hem zou worden gebouwd. Reden waarom Genk in de winterstop afzag van de aanwerving van een Braziliaanse spelmaker. Iedereen content, tot Ajax op het toneel verscheen en Defour, maar vooral zijn entourage, vond dat hij een veel beter contract waard was (maar níét de hoge transferprijs die Genk op zijn hoofd zette).

Plots interesseerden ook de schoolbanken Defour niet meer. Alle moeite van de wereld deden Genk en de school om hem zijn diploma te geven, maar liever spijbelde de tiener om te kunnen opdraven in Pinanti is pinanti, een fotoshoot met Brigitta Callens of een Nike-opdracht. Sommigen bij RC Genk, dat altijd veel belang hechtte aan een evenwichtige opleiding van zijn jonge talenten, noemen dit het failliet van de topsportschool. Ruiken de jongens het snelle geld en verliest ook hun entourage de pedalen, is alle redelijkheid op slag zoek.

Ook Remacle liet de school voor wat ze was en Marvin Ogunjimi, daarin gesteund door zijn moeder, volgde zijn voorbeeld. Die ingesteldheid is wat nu het ergste doet vrezen voor de carrière van de samen met Defour van KV Mechelen naar Genk gekomen aanvaller. Vorige week scheurde hij de kruisbanden van zijn knie. Zijn seizoen is nu al voorbij. Over twee jaar, wanneer zijn contract afloopt, is hij twintig. En hopelijk nog profvoetballer.

Extra trainer

Koen Daerden was het allemaal spuugzat. Niet toevallig hekelde hij al vanuit Brugge de handelwijze van Defour. Een speler, vindt hij, hoort loyaal te zijn aan zijn werkgever. Daerden laakte vorig seizoen herhaaldelijk de zelfingenomen mentaliteit van zijn ploegmaats, jong én oud, en indirect ook de passiviteit van de trainer. Meer dan eens stapte hij met zijn ergernissen en boosheid op Broos af. Of die het dan niet zág ? ! Neen, Broos zag het niet.

Na de zege tegen Zulte Waregem loofde de trainer de spelers, maar ook binnenskamers blijft men erbij : “Dit is géén goede groep.” Vijf dagen voor het duel, op de ploegvoorstelling in het Genkse Golfhotel, was tegen de tijd dat het dessert werd opgediend, al bijna de hele selectie gaan vliegen. Alleen Moons, GonzagueVandooren,Hans Cornelis en Thomas Chatelle, de nieuwe aanvoerder, zaten er nog. Vier spelers. Dát is de realiteit.

Broos ondergaat het allemaal. Alle vuur lijkt te zijn verdwenen uit de man die steeds dieper wegzakt in zijn cynisme. Die symptomen waren al bij Anderlecht doorgebroken, dus waarom hem nog genomen ? De hoofdreden is ontnuchterend : “Er waren niet zoveel kandidaten”, zegt een insider. Johan Neeskens ging af als een gieter in een bizar sollicitatiegesprek en Broos maakte al bij al een strijdvaardige indruk. De indruk van iemand die snel een nieuwe uitdaging nodig had om na zijn ontslag in Brussel zijn geschonden reputatie op te poetsen. Een valse indruk.

Ondanks maximale puntenwinst uit hun eerste twee wedstrijden gaan Genk en Broos moeilijke tijden tegemoet. De trainer lijkt dat ook aan te voelen. Vorig seizoen al was het de bedoeling om de beloftetrainer Ronny Van Geneugden in de werking van de A-kern in te schakelen, gezien de prioriteit van de club om jonge spelers te laten doorstromen én omdat Van Geneugden daar zelf op aanstuurde. Broos hield die boot af. “Een trainer die niks vreest, is blíj met een extra trainer”, verbaast men zich daar intern over. Willy Reynders, de nieuwe technisch directeur, zou de positie van Van Geneugden nu opnieuw willen bekijken.

Reynders kent Van Geneugden uit de tijd dat ze respectievelijk trainer en speler van Lokeren waren, maar ook uit het Limburgse circuit van de trainerscholen. Dat Reynders (52) droomt van een terugkeer naar het veld, wordt onwaarschijnlijk geacht in Genk. Maar de ambities van Van Geneugden (38) zijn geen geheim. Van Geneugden nam al eens over na het ontslag van Sef Vergoossen, op papier als assistent van Pierre Denier, maar in werkelijkheid als de man die de touwtjes in handen hield. Als jeugdtrainer staat hij bekend als een man van de ijzeren discipline. En als ex-speler van Waterschei, één van de twee clubs waaruit nadien RC Genk ontstond, is hij een man van het huis. Iemand met ambities én medestanders dus.

JAN HAUSPIE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content