Voor hun laatste poulematch op dit WK spelen de Belgen een ’thuiswedstrijd’. Hun kamp in Mogi das Cruzes ligt immers slechts op een vijftigtal kilometer van São Paulo. Welkom in een bruisende stad!

Het is een grap die de ronde doet, zegt Roel Collier, een Belg die hier al vijftien jaar woont. We zitten op een terrasje in de wijk Jardins, in een bar in de Rua Oscar Freire. Een chique winkelstraat, in een van de betere buurten.

Wat die grap is? Roel: “Toen God aan zijn schepping begon, gooide hij op een dag een paar bergen neer. Daarna voegde hij er wat stranden aan toe, later bossen, rivieren, vruchtbare grond. Hij schiep een echt paradijs, waar het goed toeven was. Maar op de zevende dag maakte hij een foutje: hij schiep de Braziliaan…”

Roel lacht hartelijk en bestelt nog een pintje. Hij heeft het land de voorbije vijftien jaar hard zien veranderen. In het begin was het een derdewereldland. Slecht georganiseerd, maar je had ook amper verplichtingen. Het leven was mooi, God schiep de dag en de Braziliaan wandelde er breed glimlachend door. President Lula da Silva deed na zijn aantreden in 2002 hard zijn best en strooide met geld, zo werden veertig miljoen mensen uit de armoede gehaald. Maar de laatste vijf à zes jaar is de maatschappij veranderd, constateert Roel. Het loopt nog steeds fout met de organisatie, maar aan de andere kant staan er een pak verplichtingen. Meer reglementen, hogere belastingdruk, meer organisatie. Roel: “Mensen merken echter dat ze er weinig voor terugkrijgen. Het onderwijs, de gezondheidszorg,… alles is op papier allemaal uitstekend georganiseerd, maar in de praktijk komt er weinig van terecht. Dat zijn de intelligentsia langzaam beu. Het economische model is in elkaar aan het stuiken. Wie een beetje heeft gestudeerd, wil weg. Naar de Verenigde Staten, naar Europa. Dit land heeft nood aan een nieuwe impuls. Meer dan gericht op goedkoop krediet. Ze kunnen nu allemaal hun frigo en hun televisie kopen, maar nu moet het verder, beter, anders.”

Hij neemt een lange teug.

Buiten staat de file. Die eeuwige file. Naar aanleiding van de openingswedstrijd van het WK riskeerde Dilma Rousseff, de presidente, zich niet in dat verkeer. En om dezelfde redenen schrapte ook Marc Wilmots zijn plannen om de dag van de openingsmatch van dit WK tegen de Verenigde Staten te oefenen. Dilma kwam donderdag na de lunch op de luchthaven gewoon aangevlogen met een helikopter. Zoals zovelen uit de betere klasse hier. Als je ’s avonds rond zessen rondloopt op de grote ader in de stad, de Avenida Paulista, is het een en al gebrom van helikopters, die wegvliegen vanaf de hoge torens. Een Duitser, die hier golfreizen slijt aan de betere klasse en die we tegen het lijf liepen in een hippe bar, beweert dat dit de stad is met de hoogste helikopterdichtheid ter wereld. “Dat was vroeger Manhattan in New York, maar sinds 9-11 hebben ze daar enorme veiligheidsrestricties.”

Dat vliegen met de heli niet zonder gevaar is, lezen we ’s anderendaags in de krant. O Brasil betreurt de dood van oud-international Fernandão, met een paar vrienden neergestort. Niemand overleefde de crash.

Roel gaat werken met de fiets. “Het kan niet anders. Mijn auto heb ik nog, maar die gebruik ik alleen in het weekend. Twee uurtjes en je bent op mooie stranden. Maar tijdens de week zit de metro overvol en zijn de files afschuwelijk. Als ik het werk verlaat met de fiets heb ik na 300 meter al vijftig minuten gewonnen!” Je riskeert wél je leven, elk jaar sterven er volgens de statistieken in Brazilië 50.000 mensen in het verkeer. Roel knikt: “Als je in de auto zit, word je ook agressief. Ik merkte het bij mezelf. Het is knokken voor elke meter en dan kijk je niet naar een fiets of een motor.” De stad tracht er wel wat aan te doen, zeker in het weekend. Dan wordt de binnenstad autoluw gemaakt, althans een deel van de rijweg, en zijn er fietspaden. Waar het kan, legt men nieuwe aan. Kleine druppels op een hete plaat…

Toch is het hier goed leven, signaleert hij verrassend. Brazilianen zijn ontzettend sociale mensen, die veel praten op het werk, in de bars, op straat. São Paulo leeft 24 uur op 24. Het veiligheidsprobleem valt zeer goed mee, de permissiviteit is ontzettend groot. Mannen/vrouwen lopen hand in hand, qua religie is er absolute tolerantie. Is Rio nog provinciaal, ondanks alle inspanningen om het culturele hart van Brazilië te blijven, en is Brasilia gekunsteld, vol politici en lobbyisten die er maar een paar dagen per week verblijven, dan leeft het hier in São Paulo. Hier wordt kunst bedreven, hier klopt het hart van de mode.

En dat van het voetbal?

Roel, een bewonderaar op afstand, lacht: “Neen. Dat niet. De beste spelers zijn weg. Het lijkt nergens op. Er zit geen structuur in, er is geen kwaliteit, ik vind het niet mooi om naar te kijken.” Anderen hadden het ook al gezegd. “Het is knotsen, vergeet de mythe van mooi voetbal, het samba. Kijk maar naar de nationale ploeg. Vind je dat mooi?”

Stadionprojecten

Hun wedstrijd in São Paulo spelen de Belgen in de Arena Corinthians, in een buitenwijk op zo’n half uurtje van het centrum. Een prachtig bouwwerk, vooral van buitenaf, binnen is er nog veel dat niet goed werkt. Uiterst fotogeniek, dat wel. Dat mag wel voor de kostprijs, zo’n 630 miljoen euro. Een geschenk voor een club die tot nog toe niet over een eigen stadion beschikte. Of een molensteen rond de nek, het is maar hoe je het bekijkt. Vanaf 2016 moet Corinthians jaarlijks ruim dertig miljoen euro afbetalen voor de overname. Dat is ook voor de grootste Braziliaanse club qua aanhang een hele smak geld. Daarom wordt door de Timão nu al hard gezocht naar nieuwe inkomsten. Eentje daarvan is de commercialisering van de naam van het stadion. In Europa is dat de normaalste zaak van de wereld, hier wordt dat stilaan geaccepteerd. De voorbije weken was Andrés Sánchez namens de club in Azië om daar een deal te zoeken. Binnenkort een nieuwe Arena Fly Emirates?

Toen de FIFA in 2007 het WK aan Brazilië toewees, was het voor de Brazilianen snel duidelijk: de openingswedstrijd moest in São Paulo plaatsvinden, de finale in Rio de Janeiro. Voor São Paulo kwam maar één stadion in aanmerking: Morumbi, dat van São Paulo FC. Wat verbouwingen en het was klaar. Nu ja, wat verbouwingen… Dat was snel gezegd. Morumbi heeft een atletiekpiste rond het veld, en is eigenlijk compleet uitgewoond. Bovendien is er in de buurt weinig parkeergelegenheid, en dat zou een drama zijn als je een WK-circus ontvangt. Politiek waren er ook strubbelingen. Ricardo Teixeira, de toenmalige baas van de Braziliaanse bond, ex-schoonzoon van João Havelange (Teixeira is gescheiden van diens enige dochter), kreeg ruzie met de fans van São Paulo FC. Om president Lula, een fan van Corinthians, aan zijn kant te krijgen, benoemde Teixeira diens vertrouweling, Andrés Sánchez, als hoofd van de Braziliaanse delegatie in Zuid-Afrika. Sánchez is een gewezen voorzitter van Corinthians en kon meteen lobbyen voor een eigen stadion voor zijn club, die zijn wedstrijden afwerkte in het Pacaembu, een stadion van de overheid.

Beiden dribbelden ze de FIFA. In 2010 kondigde de wereldvoetbalbond nog officieel aan dat de openingswedstrijd in Morumbi, het stadion van São Paulo FC, zou worden gehouden en gaf ze haar fiat voor de verbouwingswerken. Nog geen drie maanden later zei Teixeira echter dat het organisatiecomité voor de Arena Corinthians koos, een stadion dat helemaal vanuit het niets zou worden opgetrokken en nadien in handen kwam van de ploeg. Qua cadeau kon dat tellen. São Paulo FC buigt zich sindsdien op eigen houtje over de renovatieplannen, en zoekt geld om die te realiseren.

Palmeiras, de derde grote club uit de stad, staat al verder. Palmeiras heeft het grootste aantal titels in het Braziliaanse voetbal. Tot WO II heette deze club Palestra Italia, gesticht door Italianen die naar hier waren uitgeweken. In 1942 besliste dictator Getúlio Vargas evenwel dat alle verwijzingen naar de drie oorlogvoerende landen (Duitsland, Japan en Italië) verwijderd moesten worden. En dus werd Palestra Palmeiras.

In de huidige stand van de eerste klasse staan ze elfde na negen speeldagen, maar dat heeft zijn redenen. Alle aandacht gaat nu naar de bouw van het stadion, de Allianz Parque. Dat had eigenlijk al een jaar in gebruik moeten zijn, maar de opening is nu gepland voor augustus. Een ambitieus project, 45.000 zitjes. Officiële kostprijs boven de 200 miljoen euro, een project dat quasi non-stop moet renderen. Anders dan het Itaquerão, zoals ze hier verwijzen naar de Arena Corinthians, ligt het stadion van Palmeiras zeer centraal in de stad, en dus gaan de uitbaters er naast voetbalwedstrijden ook concerten organiseren, shows, evenementen. Kortom: eens Palmeiras terug kan naar de oude basis – het speelt al vier jaar ‘op verplaatsing’ – moet het weer de topmacht van weleer worden. Dat laat FC São Paulo met zorgen achter. Om de club toch ook wat uitstraling te bezorgen, werkt São Paulo daarom achter de schermen aan de terugkeer van een grote naam: Kaká!

En wat dan met Pacaembu, waar het Museo de Futebol is gehuisvest? Dat legendarische stadion, waar het standbeeld van Charles Miller staat, de Brit die het voetbal hier introduceerde? Het werd gebouwd in 1940, geïnspireerd door de Duitse architectuur van die tijd, en had toen een capaciteit van 70.000 toeschouwers. Tijdens het WK van 1950 werden er zes wedstrijden gespeeld. Een legendarisch stadion, maar nu rijp voor de leegstand. Palmeiras voetbalt er, in afwachting van een eigen stadion. Corinthians ook. Maar wanneer beide teams zich in hun thuisbasis terugtrekken, zal het verweesd achterblijven…

DOOR PETER T’KINT IN SãO PAULO

Vanaf 2016 moet Corinthians jaarlijks ruim dertig miljoen euro afbetalen voor de overname van de Arena.

Het nieuwe stadion van Palmeiras moet non-stop renderen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content