De Franse Ligue 1 is volgend seizoen twee historische clubs rijker: naast Stade de Reims promoveert ook SC Bastia. Uitgerekend 20 jaar na het drama in Furiani, waarbij een halve tribune instortte. Balans: 18 doden en meer dan 2000 gewonden.

Wist u dat het aan SC Bastia te danken is dat de Fransen geen Marseillaise meer zingen voor de bekerfinale? Dat zit zo. Onder impuls van ene Michael Essien (nu Chelsea) wist Bastia zich tien jaar geleden te plaatsen voor de finale van de Franse beker. Tegenstander op 11 mei 2002 was FC Lorient. Het was net de tijd van de presidentsverkiezingen, en Jacques Chirac was een week eerder herkozen als 22e president van de republiek. Vervuld met enige trots nam Chirac die avond plaats in de eretribune van het Stade de France.

Toen de twee ploegen op het veld kwamen en zich presenteerden aan het publiek, werd naar jaarlijkse gewoonte het volkslied La Marseillaise gespeeld. De supporters van Bastia – vurige Corsicanen – namen dat evenwel niet en verstoorden met gefluit het eerbetoon. Woest beende Chirac onmiddellijk weg. Er kwamen excuses van bondsvoorzitter Claude Simonet aan te pas om de president te kalmeren. Met enige vertraging werd afgetrapt, Lorient won uiteindelijk met 1-0, en de Fransen zouden later nooit meer hun bekerfinale beginnen met het volkslied.

5 mei

De Franse voetbalfan heeft nóg iets aan SC Bastia te danken: dat er op 5 mei, de dag voor de tweede stemronde van de Franse presidentsverkiezingen, geen bekerfinale was. Aanvankelijk was die voor die zaterdag gepland, de finale van 2012 die Olympique Lyon tegenover het nietige US Quevilly plaatste. Uiteindelijk vond die wedstrijd een week eerder plaats. Op vraag van de Parijse politie, die de handen vol had met de organisatie van les présidentielles, las je her en der.

Op Corsica weten ze wel beter. De wedstrijd werd verplaatst onder druk van twee meisjes: Lauda en Josepha Giudicelli. Nu 26 en 24, op 5 mei 1992 respectievelijk 6 en 4 toen hun vader, Pierre-Jean, omkwam in het stadion van Bastia (Furiani) nadat een noodtribune was ingestort. Pierre-Jean was die dag een van de achttien doden.

In maart 2011 merkte Josepha de nieuwe kalender van de Franse voetbalbond op. Ze zag dat die de bekerfinale van 2012 op 5 mei had geprogrammeerd. Twintig jaar na Furiani. Haar overleden vader en alle andere slachtoffers verdienden beter, vond Josepha. De twee zusjes namen contact op met de Franse minister van Sport, die hun verdriet begreep. Haar tussenkomst bij de Franse voetbalbond leidde tot het vervroegen van de finale. Waarna de Liga prompt haar 36ste speeldag in de competitie op de vrijgekomen plaats inschreef.

De meisjes namen, toen ze dat vernamen, opnieuw contact met de minister – na een kabinetsherschikking inmiddels een andere – maar die kon dit keer niks doen. Daarop startten ze een internetpetitie: www.petitionfuriani.com. Het succes was enorm: meer dan 10.000 handtekeningen na een week. Hun doel: er zou in Frankrijk nooit meer mogen worden gevoetbald op 5 mei, als een soort permanent aandenken aan de slachtoffers.

Het drama van 5 mei 1992 was het gevolg van een ongelooflijke samenloop van omstandigheden en illustratief voor alles wat er op Corsica verkeerd liep. Bastia is in die dagen een tweedeklasser met schulden. Op 22 april 1992 ontvangt het Nancy, toen onderin in de Ligue 1. Inzet: een plaats in de halve finale van de Coupe de France. Omdat de vraag naar kaartjes groot is, laat de club een extra noodtribune plaatsen, op die manier kan er 2000 man meer binnen. Tot groot jolijt van de fans wint Bastia met de strafschoppen nadat het 0-0 bleef in de wedstrijd. Een dag later wordt in de studio’s van TF1 geloot voor de halve finales. ” Le petit Bastia” wordt aan het grote Olympique Marseille gekoppeld.

L’OM is in die dagen een ploeg met Jean-Pierre Papin, Basile Boli, Chris Waddle en Trevor Steven, maar vooral met Pascal Olmeta, de kale Corsicaan in doel. Op dat moment staat Marseille op het punt om zijn vierde titel op rij te veroveren. Het is het team dat een jaar eerder de finale van EC 1 speelde (en het jaar erop met Raymond Goethals de CL zou winnen). En dat elftal komt naar Furiani. De Corsicanen worden zot.

Spelen op Corsica is geen pretje, voor geen enkele ploeg. Net als in wel meer regio’s is er ook in Corsica op het moment dat men Europa één wil maken, een drang naar onafhankelijkheid. Door de eeuwen heen is Corsica immers altijd een buitenbeetje geweest. Geboorte-eiland van Napoleon Bonaparte, maar voornamelijk gedomineerd door Italianen: eerst de Romeinen en daarna jarenlang de vorsten uit Genua. Niet toevallig sluit de taal van het eiland meer aan bij het Italiaans dan bij het Frans. Pas midden de achttiende eeuw komt Corsica in Frans bezit.

Coupe de la Corse

Op het moment dat het bekerlot SC Bastia aan OM koppelt, is het al een paar decennia onrustig op het Île de Beauté, zoals de Fransen Corsica noemen. Onrust waarbij het nationalisme en de drang naar meer autonomie ook een stukje ecologisch is geïnspireerd. Hoe mooi ze het eiland en zijn idyllische bergen en stranden ook vinden, de Fransen zien in Corsica ook een plaats waar ze hun afval kunnen dumpen of hun nucleaire tests organiseren. Als ook nog eens blijkt dat Frankrijk de subsidies aan het eiland wil terugschroeven, is de maat vol. De Corsicaanse jeugd komt op straat. Massaal. En de meest extreme jongeren schuwen daarbij het geweld niet, begin jaren zeventig ontploffen geregeld bommen. In 1976 krijgt het verzet een gewelddadig gezicht: het Fronte di Liberazione Naziunale Corsu (FLNC ).

In de sport cultiveren ze die vijandigheid. Daar is het wij tegen zij. Eilanders tegen het vasteland, ook al verhuist elk jaar een pak volk van het eiland naar het vasteland, op zoek naar werk. Want economisch gezien blijft Corsica, ook al is Bastia de tweede Franse haven na Calais, achtergesteld gebied. Toerisme verschaft niet iedereen werk. De werkloosheidscijfers in Bastia zijn al jaren bij de hoogste van Frankrijk.

De Fransen hebben zich lang geen blijf geweten met de voetbalclubs in hun overzeese gebieden. Corsicanen, wat moest je daarmee? Opnemen in de competitie? De Coupe de la Corse bestond al jaren, maar pas in 1959 (!) werden de Corsicanen toegelaten tot de Franse amateurcompetitie (CFA). In 1965 treedt de vaandeldrager van het eiland, SC Bastia, de wereld van het Franse profvoetbal in, in 1972 bereikt het zelfs zijn eerste bekerfinale. Tegenstander: OM, dat wint met 2-1.

Staking

Twintig jaar later komt dat OM op bezoek in Furiani. De supporters slijpen de messen, het onthaal zal chaud zijn. Bij de club ruiken ze geld. En dat zou welkom zijn, want de ploeg wil terug naar eerste, weer aanknopen bij de successen van de jaren zeventig ( zie kader). De schuld bedraagt op dat moment bijna 1 miljoen euro, de recette tegen OM kan veel goedmaken.

Een dag na de loting kondigt de club verbouwingswerken aan het stadion aan. De noordtribune van Furiani, waar maar plaats is voor 728 toeschouwers, gaat neer. In de plaats komt – zoals tegen Nancy – een noodtribune, dit keer niet voor 2000 maar voor 10.000 mensen! Omdat het snel moet gaan, tussen 24 april en 5 mei liggen maar twee weken, gebeurt alles “op zijn Corsicaans”. Zonder vergunningen. Nog in de nacht van vrijdag op zaterdag gaat de noordtribune neer. Een firma uit Nice moet een nieuwe tribune bouwen, maar kampt met problemen: door een staking in de haven van Marseille raakt een deel van het materiaal nooit tijdig ter plaatse. Op 2 mei, drie (!) dagen voor de match, moet de constructie van de nieuwe tribune nog beginnen… Voorzitter Jean-François Filippi wordt gek, de tickets zijn al verkocht.

De firma besluit dan maar om twee systemen door mekaar te gebruiken, eentje dat de nodige veiligheidstests heeft doorstaan en is vergund, gecombineerd met een alternatief. Het geheel hangt vast met wat vijzen, en staat op eenvoudige cementblokken, niet eens in de grond verankerd. Bond en veiligheidsmensen van het eiland zetten toch het licht op groen, er wordt gespeeld. Op de bovenste rij, vijftien meter hoog – met de rug nagenoeg onbeschermd – beginnen de journalisten, die met een scheef oog het gevaarte monsteren, aan hun sfeerverslag. Want er valt wat te schrijven nog voor de eerste trap is gegeven. Nationalisten beschimpen gendarmes (en naar verluidt ook omgekeerd), gooien stenen naar de bezoekers, zingen, roepen en tieren. Terwijl de journalisten dat registreren, horen ze de speaker het publiek op de tribune herhaaldelijk aanmanen tot kalmte. “Gelieve niet ritmisch te stampen.” De man heeft er geen goed oog in.

Om veiligheidsredenen mogen de sterren van OM niet op het hoofdveld opwarmen. Als ze terugkeren van het bijveldje, elk geescorteerd door een politieman die stenen en fluimen moet opvangen, horen ze plots een ongelooflijk lawaai, gevolgd door gegil. De noordtribune heeft het gedeeltelijk begeven. Spelers rennen het veld op, verlenen assistentie. OM-voorzitter Bernard Tapie leent zijn telefoon uit aan iedereen die naar huis wil bellen. Helikopters landen op het veld, ambulances rijden af en aan. Nog dezelfde nacht vertrekken vanop de luchthaven vliegtuigen richting Nice en Marseille. Met gewonden en helaas ook doden. Achttien mensen laten die avond het leven, ruim 2000 moeten worden verzorgd. De Franse beker zal dat jaar geen finale kennen, noodtribunes worden bij wet verboden. Later zal er ook een proces komen, dat voorzitter Filippi niet haalt. Een paar weken voor de start wordt hij vermoord. Filippi, een zakenman, staat dan net op het punt om een megacontract in de afvalverwerking te tekenen. Uit de weg geruimd door een concurrent? Het proces verliest een hoofdrolspeler.

Maffia

Filippi is volgens de Franse media de man die de club overleverde aan de nationalisten van het FLNC. Als hij als gevolg van het drama officieel opzij moet stappen – in de praktijk blijft hij tot zijn dood aan de touwtjes trekken – komt de club in handen van de broers Nicolaï. Bouwondernemers én uitgevers van U Ribombu, het officiële orgaan van de A Cuncolta Naziunalista, de legale tak van het FLNC. Filippi vreest in die dagen wraak van de nabestaanden van het drama en laat zich beschermen door guur uitziende types.

Het levert Bastia in Frankrijk het etiket van nationalistische maffiosiclub op. Begin 1993 worden vier agentschappen van reisorganisator Nouvelles Frontières (in Parijs, Marseille, Bastia en Ajaccio) de lucht in geblazen. Het FLNC eist voor drie de verantwoordelijkheid op. Een paar maanden later wordt Nouvelles Frontières… hoofdsponsor van de club, gedurende drie jaar gaat men jaarlijks een half miljoen euro in de ploeg steken. Achteraf zal de directie toegeven dat het clubbestuur dat engagement eiste in ruil voor het stopzetten van de aanslagen. Het doet het imago van Bastia geen deugd.

Straks speelt de ploeg dus weer in eerste klasse, twintig jaar na het drama. Furiani is ondertussen nog steeds wat gammel. Op zijn Corsicaans, zouden de Fransen zeggen. Maar één ding is zeker: het onthaal van de bezoekers blijft chaud. Naar het beeld van de Basticci. Basticci gaan nooit dood. Sempre vivu!

Bekijk de beelden van de ramp op www.sportmagazine.bea

DOOR PETER T’KINT

Bastia krijgt het etiket van nationalistische maffiosiclub opgekleefd.

Twintig jaar na het drama is Furiani nog steeds gammel.

Corsicanen, wat moest je daarmee? Opnemen in de competitie?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content