Het neefje van is er helemaal klaar voor.

Lewis Hamilton won de meest tot de verbeelding sprekende grand prix van het jaar, maar vorig weekend in Monaco werd de geschiedenis geschreven op zaterdag. De eerste van twee GP2-races werd toen immers gewonnen door iemand met een naam als een klok: Bruno Senna, 24 jaar, neefje van en uit het beste hout gesneden. Want, één: GP2, de wachtkamer van de formule 1, is een topklasse met auto’s die amper zes à acht seconden, afhankelijk van het circuit, trager gaan dan de F1-machines. En, twee: het is niet iedereen gegeven om in het stratencircuit te winnen, balancerend tussen twee vangrails, constant onder druk. Kortom, u hoort nog van Bruno. Volgend jaar al, want dan rijdt Senna weer mee in de koninginnenklasse.

Senna in de formule 1, dat is ondertussen veertien jaar geleden. Toen, die eerste mei in Imola, verloor de formule 1 immers haar God, en stierf zelf een beetje mee. Bruno was tien en zat zoals altijd voor de televisie toen die Williams zich bloedstollend hard in de muur boorde. “Of mijn wereld instortte? Ach, als kind kan je dat niet inschatten. Je ziet een kapotte auto, dokters die druk doen. Maar dan keek ik naar mijn moeder en zag haar tranen, de wanhoop in haar blik. Toen besefte ik dat er iets verschrikkelijks gebeurd was. En drong het tot me door: oom Ayrton komt nooit meer naar huis.” Oom Ayrton die naar huis kwam, dat was feest voor Bruno. “Hij nam me mee naar zijn privécircuit, leerde me met de kart rijden. Ja, ik sleet al mijn weekends op die kartbaan. Tot die dag in Imola, toen ging de kart op stal. Definitief, want ik mocht geen stuur meer aanraken van mijn moeder, ik moest gaan volleyballen …” Omdat moeder Vivianne, zus van Ayrton, geen krijsende cilinders meer kon horen. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Bruno: “Ik werd achttien en hunkerde naar snelheid. Ik ging met mijn moeder praten, smeekte haar, geef me een kans. En ze stemde toe.” Nu steunt Vivianne Senna haar zoon, maar ze betaalt een prijs: doodsangst. “Normaal is dat, ik doe iets dat haar broer het leven kostte. En ze was heel close met mijn oom.”

Dat de nieuwe Senna volgend jaar in de formule 1 rijdt, is nu al zeker. De naam, de legende, die helm met dezelfde kleuren en niet in het minst de geldkranen van alweer nieuwe sponsors die voor zo’n krachtig marketingtool zullen opengaan: gevonden vreten voor Bernie Ecclestone en zijn circus. Naast de stuurslag, die hij zaterdag rijkelijk demonstreerde, heeft Bruno Senna immers ook de persoonlijkheid. Toegankelijk en ongeforceerd charmant, een warme blik die ijs doet smelten en nooit leunend op het uithangbord dat zijn naam tenslotte is: helemaal het omgekeerde van Nelsinho Piquet, die ondanks de zeer matte prestaties de arrogantie zelve blijft, en nu al wordt uitgespuugd door de voltallige F1-gilde. Die vorig weekend en masse plat ging voor Bruno Senna. Diens overwinning in de GP2 was immers een symbolisch en vooral emotioneel moment: het neefje won dag op dag vijftien jaar nadat Ayrton Senna voor de zesde en laatste keer in zijn leven de Grote Prijs van Monaco won.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content