SUNDERLAND STAAT VOOR EEN BELANGRIJKE MAAND IN DE PREMIER LEAGUE. VOOR SIMON MIGNOLET (24) KUNNEN HET WEKEN WORDEN WAARIN HIJ ZICH VAAK KAN ONDERSCHEIDEN.

1. Sunderland kan rekenen op trouwe supporters. Die applaudisseren hier wel voor héél andere dingen dan bij ons. Een goeie tackle, een bal die zomaar buiten wordt getrapt door een verdediger…

Simon Mignolet: “Bij ons lijkt het frivole voetbal veel belangrijker, hier appreciëren ze even hard een duel, een corner, een tussenkomst van de verdediger. Dat is zo, ja. Dat bevalt me. In het begin moet je je aanpassen, maar inmiddels ben ik al zo verengelst dat ik hier heel tevreden ben.”

2. Het is een goeie stap geweest in je carrière?

“Dat is zo. Als je van Sint-Truiden komt – eerst een jaar in tweede klasse, dan een jaar in eerste – dan is dit een stap hogerop. In principe zou je eerder opteren voor een topclub in België dan direct voor het buitenland, maar toen ik de kans kreeg om naar hier te komen, heb ik die meteen gegrepen. Het was altijd mijn droom om in Engeland te voetballen en ik wilde niet later in mijn carrière voorhebben dat ik die kans niet meer zou krijgen. Dus zei ik: we proberen het. Lukt het na een jaar of twee niet, dan kun je nog altijd terugkeren.”

3. Je koos wel voor een ploeg in de schaduw.

“Dit is Londen of Manchester niet, dat klopt, maar ik kon direct spelen. Nu lijkt het wel alsof het zo bedoeld was, maar in het begin was dat zeker niet het geval. Ik heb hier altijd moeten opboksen tegen andere doelmannen die ook internationaal waren. Ook nu is mijn concurrent, Keiren Westwood, een Iers international (opvolger van Shay Given, die er na het EK mee stopte, nvdr). Ik kan niet op mijn lauweren rusten. Die zware concurrentie is er bij elke ploeg in de Premier League. Ga maar na, vrijwel overal staat er een international tussen de palen. Nergens krijg je het cadeau. Toen ik naar hier kwam, ging iedereen ervan uit dat ik tweede doelman zou worden. Tot dusver heb ik nagenoeg alles gespeeld en daar ben ik persoonlijk best trots op. Het is inderdaad wel wat in de luwte. Voor de pers is dit niet zo’n aantrekkelijke wereld. Maar persoonlijk ben ik hier heel graag, privé denk ik niet dat ik ergens veel beter kan zijn.”

4. ‘One of the best goalkeepers in England’, schrijft iedereen. Dan wordt je naam in verband gebracht met topclubs.

“Dat moet je relativeren. Meestal worden die dingen gezegd na een wedstrijd waarin je goed hebt gespeeld. Vaak een emotionele reactie. Ik probeer daar altijd zo rustig mogelijk onder te blijven, niet alleen als ik goed presteer, ook als het slecht gaat. Je bent als doelman toch maar zo goed als de laatste wedstrijd die je speelde. Op dat vlak is het zorgen dat je elke week je job doet. En dan zullen we wel zien wat er op de lange termijn op ons af komt. Ik vind het nu zeer belangrijk, op mijn leeftijd, dat ik elke week kan spelen.”

5. Ook belangrijk is dat je bent blijven spelen, ook na de trainerswissel een jaar geleden. Je bent niet de aankoop van één manager, Steve Bruce, een oude bekende van een van je zaakwaarnemers, Nico Vaesen.

“Ja. En wat de meeste mensen ook vergeten, is dat ik geblesseerd was aan mijn oog toen de nieuwe manager arriveerde. Ik kon niet direct op training laten zien wat ik waard was. De andere international stond op het veld en deed het goed. Op nieuwjaarsdag kreeg ik mijn kans tegen Manchester City. We hielden de nul en ik was weer vertrokken. Dat illustreert nog maar eens wat ik net zei: het is niet zomaar niks als je bij een ploeg als Sunderland onder de lat staat.”

6. Zijn er gemene aanvallers bij?

“Ik kan me er geen herinneren die opzettelijk geweld gebruikten. Ik ben wel geblesseerd geraakt door een elleboog in het gezicht, maar ik had nooit het gevoel dat het opzettelijk was. Integendeel, ik vind dat hier na een stevige tackle veel minder wordt gemekkerd dan bij ons. People get on with their jobs. Gewoon verder doen. Er zijn andere types. Ik denk aan Luis Suárez van Liverpool, die als hij wordt getackeld op de grond gaat liggen en wat overdrijft. Mensen kunnen dat hier absoluut niet appreciëren, in die zin maakt hij het zichzelf daarmee moeilijker.”

7. Hoe is het om hier bijna in elke wedstrijd een Belg te ontmoeten? Moet je vaak uitleggen hoe dat komt?

“Dat verandert, ja. Het eerste jaar dat ik hier was, was dat absoluut niet zo. Het is vooral dit seizoen. Goed voor het Belgische voetbal, denk ik. Journalisten vragen me telkens of er wat speciaals is gedaan met de jeugdopleiding. Het enige wat ik daarop kan antwoorden, is dat Thomas Vermaelen, Vincent Kompany en Mourane Fellaini de trendsetters zijn geweest, laten zien hebben dat talent uit België het kan maken in de Premier League. Ik denk dat clubs nu misschien iets meer geneigd zijn om te aanvaarden dat iemand uit de Belgische competitie komt. Christian Benteke doet het goed, ikzelf… Ik kwam voor twee miljoen pond (2,4 miljoen euro, nvdr), wat hier peanuts is. Om de groep te vervolledigen, denken ze dan. Tot ze zien wat ik presteer. Wat anderen presteren. Dat zal volgens mij de komende generatie Belgen helpen.”

8. Kennen ze jouw verhaal al, hoe je door STVV afgekeurd werd als veldspeler en vervolgens pas laat in doel kwam?

“Ik heb het onlangs voor het eerst verteld en ze vonden het gewéldig. Nu moet ik het iedere keer opnieuw doen. Dat en het feit dat ik nog studeer. Studeerde, moet ik zeggen. Mijn bachelor is behaald. De master is voor later, eventueel na de carrière. Er kruipt te veel tijd in het schrijven van een paper. Het zou dom zijn om dat nu te doen, terwijl ik na mijn carrière zo veel tijd heb. Hier is dat een verhaal dat ze niet vaak meemaakten. Net hetzelfde met mijn vriendin, dat zij hier werkt als legal assistent. Geen typische voetballersvrouw. Maar ik ben dan ook geen typische voetballer. (lacht) Wil ik ook niet worden.”

9. Nog even naar de nationale ploeg. Gespeeld in Roemenië maar verloren. Klote?

“Dat is het leven van een doelman. Je hangt ook altijd een beetje af van de ploeg. Als je speelt, wil je het zelf goed doen. Ik denk dat ik dat heb gedaan. Er is een nieuwe oefenwedstrijd in februari, ik denk dat Jean-François Gillet die gaat spelen. Daarna is er opnieuw een kwalificatiewedstrijd, in maart. Ik denk dat ik bij mijn club moet doen waar ik goed in ben en dan zien we wel.”

10. Jullie liggen heel dicht bij elkaar, Thibaut Courtois en jij.

“We zijn twee verschillende doelmannen, maar we doen het allebei wel goed in onze ploegen. Hij heeft het voordeel dat hij in Europa speelt en een Europese beker won. Dat zijn resultaten die meer in het oog springen dan als wij op nieuwjaarsdag thuis tegen Manchester City de nul houden. Dat is iets wat ik moet aanvaarden. Wat zeker niet wil zeggen dat ik niet opnieuw in de Belgische nationale ploeg wil. Ik probeer op training, ook in de nationale ploeg, elke dag te laten zien dat ik opnieuw tussen de palen wil staan. Dat is ook het enige wat ik als voetballer kan doen. En dan is het de trainer die een keuze maakt.”

DOOR PETER T’KINT

“Ik ben geen typische voetballer.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content