Simona Halep en Rafael Nadal tekenden voor een logische zege, maar de ‘oude’ nummers één van de wereld – Serena Williams en Novak Djokovic – botsten keihard met te hoge verwachtingen.
Eindelijk, moet ook Simona Halep gedacht hebben. Ze stond al twee keer in de finale in Parijs, maar sneuvelde telkens op de meet. In 2014 had ze Maria Sjarapova tot drie lange sets gedwongen en vorig jaar bleek Jelena Ostapenko net iets sterker, maar na haar overwinning tegen Elise Mertens tenniste de 26-jarige Roemeense – 31 weken op nummer één – op een onwaarschijnlijk hoog niveau en won tegen Sloane Stephens (WTA 10) de eerste grandslamtitel uit haar carrière. Bij de mannen tekende Rafael Nadal, 176 weken lijstaanvoerder, voor zijn 17e grand slam – zijn 11e op het Parijse gravel. Dominic Thiem (ATP 8) bleek in Madrid nog net iets te sterk voor de Spaanse gravelbijter, maar op het hoogste podium schakelde Rafa nog iets hoger.
Logische winnaars, al was het in Parijs ook uitkijken naar de rentree van de oude nummers één. Voor Novak Djokovic, die 223 weken de ranglijst aanvoerde, werd het toernooi een afknapper. In 2016, na twee verloren finales tegen Nadal en Stan Wawrinka, won hij voor het eerst in Parijs, maar sindsdien belandde zijn carrière in het slop. Het lichaam was moe, hij worstelde met zichzelf en gooide in de zoektocht naar excuses zijn team op straat. ‘Nieuwe mensen zullen mij nieuwe energie geven’, klonk het, maar de samenwerking met André Agassi en Radek Stepanek was geen lang leven beschoren.
De Serviër (ATP 22) zocht hulp bij Marian Vajda – de coach die hem sinds 2006 begeleidde en in mei 2017 was bedankt – en leek met zijn halve finale in Rome eindelijk op de terugweg. In Parijs trok hij die lijn met vlotte zeges tegen Roberto Bautista Agut (ATP 13) en Fernando Verdasco (ATP 35) gewoon door, waarna Vajda de kansen van de Serviër inschatte. ‘Hij speelt volledig pijnvrij en zit op 80 procent van zijn potentieel.’
De loting zat mee. In de kwartfinale Marco Cecchinato, de Siciliaan die David Goffin uit het toernooi had gekegeld, daarna een duel tegen Thiem of Alexander Zverev. Een finale, de eerste sinds de US Open van 2016, was mogelijk. Maar: de Goffinkiller won in vier sets. En dat kwam hard aan in het broze Servische hoofd. ‘Ik wil momenteel niet meer aan tennis denken. Ik weet zelfs niet of ik op gras zal spelen.’
Ook Serena Williams, 319 weken op nummer één, vertrok met veel vraagtekens uit Parijs. De 36-jarige moeder, weggezakt naar plaats 451, harkte zich met veel moeite voorbij Ashleigh Barty (WTA 17) en Julia Görges (WTA 11), maar moest met een blessure aan de rechterborstspier afhaken voor de confrontatie met Maria Sjarapova. ‘Ze had twee maanden geen enkel toernooi gespeeld, waardoor het niet verstandig was om enkel én dubbel te willen spelen. Dat zeg ik haar al drie jaar’, zei haar coach Patrick Mouratoglou, met wie de Amerikaanse zich twee maanden in Nice had voorbereid. ‘Haar niveau was vrij goed. Als we dat nog wat kunnen optrekken, dan kan ze Wimbledon winnen.’
