De tegenstanders slaakten een zucht van opluchting toen vijfvoudig wereldkampioen Valentino Rossi Honda ruilde voor het als zwakker aangeschreven Yamaha. Halfweg het seizoen blijkt dat ze te vroeg gelachen hebben.

Het schandaal werd breed uitgesmeerd in de Italiaanse kranten. Eind april liet Valentino Rossi, de vijfvoudige wereldkampioen motorracen, zich verleiden tot een proefrit met de Ferrari van Michael Schumacher. So what ? Wel, op de rode bolide van Ferrari prijkt reclame voor het tabaksmerk Marlboro. Bovendien had Rossi voor zijn pretrondjes op het testcircuit van Ferrari in Fiorano gewoon even de uitrusting van Schumacher geleend. Parmantig draaide hij rondjes met een helm en overall waarop, opnieuw, Marlboro werd gepromoot. Als motorracer komt Valentino Rossi uit voor Yamaha. Hoofdsponsor van het team is het Franse sigarettenmerk Gauloises. Kortom, niets minder dan heiligschennis had Rossi gepleegd. ’s Anderendaags markeerden foto’s het verraad. Het kwam de Italiaan op een ernstige berisping van zijn Franse broodheren te staan. Gauloises distantieerde zich met klem van de actie van Rossi.

Ondervraagd over dit incident haalt Valentino Rossi achteloos de schouders op. Niks mee te maken, gebaart hij. Veel liever weidt hij uit over de intense pret die hij achter het stuur van de Ferrari heeft beleefd. “Een genot, een onbeschrijflijk, onaards gevoel.” Met een ongegeneerde grijns voegt hij eraan toe : “Jammer dat het snoepritje is uitgelekt, dat was eigenlijk niet de bedoeling.”

Die schalksheid typeert Valentino Rossi. Zijn leven lijkt één en al uit scherts opgetrokken. Een ereronde met achterop een opblaasbare pop uit de seksshop ? Rossi draait er zijn hand niet voor om. Ondanks zijn vijfentwintig jaar straalt hij een soort eeuwige puberteit uit. Slobberende jeans, lange bakkebaarden en krullenkop, oorring. In de bovenrand van zijn helmvizier heeft hij ‘De stam van de Chihuahua’ laten graveren, gewoon voor de grap. En op zijn leren rijpak staat, ter hoogte van zijn zitvlak, ‘The Doctor’, Rossi’s zelf verzonnen bijnaam. Wie hem zo ziet voorbij sloffen, kan zich moeilijk voorstellen dat deze jongeman een kampioen is in het mennen van een racemachine die met 240 pk de kracht van een afgevuurde kanonkogel ontwikkelt.

Een kampioen. Een wereldkampioen. Valentino Rossi werkt momenteel zijn negende WK-seizoen af. In die negen jaar won hij meer dan 130 Grote Prijzen en behaalde hij vijf wereldtitels : één in de 125 cc-categorie (in 1997), één bij de kwartliters (in 1999) en drie in de 500 cc-reeks, sinds 2002 MotoGP genoemd. Als 22-jarige werd hij in 2001 de jongste wereldkampioen ooit met de zwaarste motor, en ook in 2002 en 2003 stond er op Rossi geen maat.

De mensen kregen er stilaan genoeg van. En, gelukkig voor hen, Rossi ook. In de voorbije herfst bereidde de Italiaan zijn vertrek bij Honda voor. Hij schoof de onderhandelingen over een contractverlenging op de lange baan en lekte ondertussen zijn ongenoegen over zijn werkgever. Honda deed niet anders, zo mopperde hij, “dan mijn prestaties minimaliseren”. De Japanners beschouwen de rijder traditioneel als een soort bediende die op de beste motor van de wereld gewoon zijn job doet, wat volstaat om de hele onderneming tot een goed einde te brengen. “Maar als ik eens niet won, dan was dat gelijk een catastrofe en werd ik als sukkelaar gebrandmerkt”, klaagde Rossi over het gebrek aan nestwarmte bij Honda.

Anderzijds viel Rossi’s zucht naar personencultus bij het Japanse team niet altijd in goede aarde. Honda waardeerde het bijvoorbeeld niet dat Rossi weigerde het nummer 1 te dragen – al had hij daar recht op als titelverdediger – maar liever rondtoerde met het nummer 46, waarmee zijn vader nog de Grote Prijzen had afgedweild. Zoon Rossi had van dat nummer een icoon gemaakt.

Yamaha, sinds jaar en dag de bloedrivaal van Honda, rook zijn kans. Het team had al sinds 1992 geen wereldtitel in de koningsklasse meer gepakt. En geen van de vier rijders in dienst van Yamaha leek bij machte om de machine in samenspraak met de ingenieurs scherp te stellen. Rossi tekende bij Yamaha een contract voor twee jaar. In het wereldje sloeg het bericht in als een bliksem. Was Rossi soms ten prooi aan zinsverbijstering gevallen ? Maar op de eerste afspraak van het seizoen, in het Zuid-Afrikaanse Welkom, gaf Rossi op zijn Yamaha al meteen een roedel van zes Honda-rijders het nakijken. Groot was zijn leedvermaak. “In januari verheugden ze er zich bij Honda al op om me met mijn ouwe machine te verslaan. Maar wat nu? Hebben ze mijn ouwe machine gestolen misschien?”

De prestatie in Welkom was geen toeval. Na negen grote prijzen – na die van afgelopen weekend in Groot-Brittannië volgt een break tot 22 augustus en het Tsjechische Brno – strijdt hij met zijn landgenoot Max Biaggi voor de eerste plaats in het klassement. De manier waarop hij in de finale van de Grote Prijs van Nederland in Assen, de derde GP, Sete Gibernau – net als Biaggi uitkomend voor Honda – voorbijreed, was een kaakslag voor de concurrentie. “Rossi lacht met Honda” titelde het vakblad Motorsport aktuell.

Na elke triomf herhaalt zich hetzelfde ritueel : Rossi die in de uitrijstrook op zijn achterwiel verder rijdt en de joelende fans groet. Ondertussen staat in de boxen van Yamaha een man te monkelen. Jeremy Burgess is de chef mecanicien van Valentino Rossi. De Australiër verhuisde met Rossi mee van Honda naar Yamaha. Dat gebeurde op uitdrukkelijk verzoek van de Italiaan, Burgess had er bij Honda twintig dienstjaren op zitten. In zijn kielzog maakten nog een paar mecaniciens de overstap.

Zonder Burgess en zijn crew had Rossi de voor hem totaal nieuwe machine nooit zo snel naar overwinningen gemanoeuvreerd. Burgess heeft aan de geringste aanwijzing genoeg om de motor bij te stellen. Rossi heeft maar te beschrijven hoe de machine zich in de bochten, bij het remmen en het versnellen gedraagt, of Burgess heeft een gedetailleerd oordeel paraat en past hier en daar dingen aan. “Als Valentino zich niet in iedere situatie goed op zijn motor voelt, is hij verloren. Meer pk toevoegen, is doorgaans de slechtste oplossing. Zo’n ingreep betekent vaak een stap achteruit.”

De inbreng van Burgess was noodzakelijk om de nukkige en rudimentaire Yamaha te veranderen in een soepel reagerende machine. Bij de testritten voor het seizoen werden alle varianten van chassis en motoren uitgeprobeerd. De ontwikkelingsafdeling die Yamaha vorig jaar had geïnstalleerd, selecteerde systematisch wat best bij elkaar paste en wat ze konden gebruiken. Wat Burgess en Rossi daar nog bovenop wensten, schreven ze in het lastenboek in. Teamleider Masao Furusawa kon zijn aangename verrassing nauwelijks meester. “Het is niet te geloven hoe een kinderhoofd als dat van Rossi zo analytisch kan denken.”

De rest van het verschil maakt de rijder wel, merkt Mick Doohan, zelf vijfvoudig wereldkampioen geweest en momenteel manager bij Honda, op. “Rossi komt op dezelfde machine een halve seconde vlugger vooruit dan de andere rijders.” Dat beseft Valentino Rossi natuurlijk ook. Vandaar mogelijk zijn uitbundig gedrag. Op zijn buik heeft de Italiaan een tatoeage laten aanbrengen : een slak met het nummer 46 op zijn huis. Zelfspot is Rossi namelijk niet vreemd. Hij sympathiseert openlijk met de goedmoedige tekenfilmfiguur Homer Simpson, die zich niet realiseert hoe geraffineerd zijn zoon Bart zich een weg door het leven baant.

Multimiljonair Valentino Rossi – bij Yamaha en Gauloises strijkt hij jaarlijks tien miljoen euro op, de grootste gage die een motorracer ooit heeft gevangen – woont op Ibiza en in Londen, in de Engelse metropool geniet hij van zijn anonimiteit, een gunstig belastingtarief, en van de lokale clubscène. Daar heeft hij ook zijn eigen managementbedrijfje, Great White London (GWL), in de steigers gezet. Zo spaart hij alle kleine en grote procenten uit, die de marketingagentschappen hem willen afsnoepen.

L uigino Gibo Badioli heeft de leiding over GWL. Hij komt uit de buurt van Rossi’s geboortegrond, namelijk uit Tavullia, een stadje aan de Adriatische Zee. Vroeger was hij als architect actief, nu is hij als zakenman een karikatuur van zichzelf. Badioli spreekt gebroken Engels, het merk van zijn zonnebril heeft hij met zwarte kleefband bedekt. Want : “We hebben net een overeenkomst met een nieuwe brilgigant afgesloten, dus mogen er geen foto’s verschijnen met brillen van het vorige merk.”

Tiens. Dat Valentino Rossi reclame voert voor een andere sigarettenfabrikant dan zijn hoofdsponsor was eind april toch geen probleem ?

door Detlef Hacke

‘Het is niet te geloven hoe een kinderhoofd als dat van Rossi zo analytisch kan denken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content