El Artista. El Mágico. Meer dan ooit voorheen in België deed Matías Suárez dit seizoen zijn Argentijnse bijnamen eer aan. Negen verdedigers uit de Jupiler Pro League over het nummer 9 van de nieuwe landskampioen: Matías Suárez is …

“… top in de zone van de waarheid” {Cézar Arzo, AA Gent}

Matías Suárez is vrij compleet in een-tegen-eenduels. Zijn grootste kwaliteit is: één tegen één in de zone van de waarheid. Daarin is hij absoluut top. In of rond de zestien meter, in het centrum of op de zijkant, mag je hem geen anderhalve meter geven. Want hij handelt snel en als hij vandaar op doel kan trappen, is het heel gevaarlijk. Hij heeft ook een goed oog voor waar de ruimte ligt en de bal gespeeld moet worden. Dus hij vergt maximale concentratie. Zijn mindere punten zijn zijn kopspel en zijn duelkracht. Daarom rendeert hij beter als hangende spits dan als diepe, vind ik. De Primera División is zeker een geschikte competitie voor hem. Hij heeft het profiel om bij ploegen als Atlético Madrid en Valencia te spelen.”

“… het sterkst als hij kan zwerven” {Vincent Euvrard, STVV}

“Hij is iemand die met één actie het verschil kan maken. In STVV deed hij door een blessure niet mee, maar in onze wedstrijd op Anderlecht was hij heel sterk en scoorde hij twee keer. We gaven veel ruimte weg op de zijkanten en dan was hij in zijn sas. Het sterkst vind ik hem als hij rond een diepe spits als Mbokani kan zwerven. Omdat hij de intelligentie bezit om tussen de aanval en het middenveld de ruimte te vinden, omdat hij gemakkelijk links en rechts opendraait en dan met zijn gezicht naar doel voor de individuele actie of voor de steekpass kan kiezen. In zijn topdagen is hij absoluut een van de besten die ik ooit in België ben tegengekomen. Hij kende al weleens een mindere periode, maar dit seizoen toch ook weer magistrale momenten waarin hij op het niveau van de Jupiler Pro League moeilijk te evenaren is. Nog constanter worden is zijn grootste uitdaging, denk ik. Voor de rest, qua voetbalkwaliteiten en zo, is er volgens mij weinig waar hij nog vooruitgang op kan maken. Een ploeg als STVV moet zo iemand collectief proberen op te vangen, want wij hebben niet de kwaliteit om zo’n speler één op één af te stoppen. Als hij op de flank staat, proberen we zo veel mogelijk vanuit een dubbele dekking te spelen. En als hij centraal staat, proberen we de passlijnen naar hem af te sluiten. Want hij is iemand die je in de laatste twintig à dertig meter niet aan de bal wil zien komen. Als hij daar een een-tegen-eenactie kan inzetten, ben je negen op de tien keer verloren. Dan moet je alleszins zorgen dat hij na de eerste man die hij passeert een tweede tegenkomt en eventueel nog een derde.” ( lacht)

“… iemand die het ook goed ziet.” {Laurent Ciman, Standard}

“Hij en Mbokani zijn dit seizoen de twee grote spelers van de competitie. Er is zijn techniek en er is zijn snelheid, maar hij is iemand die het ook goed ziet. Ik denk dat hij niet lang meer in België zal blijven. Op zijn best is hij achter een diepe spits als Mbokani, vind ik, omdat hij ervan houdt wat vrij te zijn en omdat er op de flank toch meer verdedigend loopwerk verricht moet worden. Vanuit het centrum kan hij meer vooruit denken en is zijn bewegingsvrijheid groter om op te duiken waar de ruimtes vallen en daar creatief te zijn. Als hij zich kan omdraaien en op je af kan komen, is hij het gevaarlijkst, want hij is snel en vindt vaak de beste oplossingen. Maar als je hem meteen aanvalt en hem niet laat spelen, is hij een speler als een andere. Zoals wel meer technische voetballers begint hij weleens te kankeren zodra je hem nog maar een beetje raakt. Maar als hij zo voortdoet en de voeten op de grond houdt, denk ik dat hij het ook in een competitie als de Spaanse kan maken.”

“… geen prutser” {Grégory Mertens, Cercle Brugge}

“Eigenlijk speel ik met mijn snelheid en mijn wendbaarheid liever tegen een type als Suárez dan tegen Mbokani of Coulibaly, omdat ik qua kracht nog wat moet groeien om constant tegen die laatsten te kunnen vechten. Natuurlijk, Suárez is – net als De Ceulaer en McDonald – iemand van wie je weet: er kan altijd iets gebeuren. Je moet niet te snel denken dat je goed bezig bent, want elk moment kan hij het verschil maken. Ik herinner mij dat ik in een fase op Anderlecht in de hoek even snel bij de bal was als hij en dat ik dacht: ik probeer de bal over de zijlijn te duwen. Maar net op dat moment gaf hij hem nog een tikje en was hij mij voorbij. Dan weet je: de volgende keer blijf ik achter hem en wacht ik tot hij iets doet. Voor mij zijn dat zijn grootste kwaliteiten: zijn snelle voeten, snelle bewegingen en snelle balbehandelingen. Hij gaat je voorbij en kijkt meteen voor de beste oplossing, dus ja … hij is geen prutser. ( lacht) Bij Anderlecht moet je natuurlijk niet alleen naar hem kijken. Het best is hen van je doel weg te houden, hoog te verdedigen, compact te spelen, vertrouwen te hebben in je ploegmaats, bij balbezit verzorgd te voetballen en genoeg mensen achter de bal te houden om niet op een tegenaanval te lopen. Maar als ‘kleine ploeg’ is dat natuurlijk niet altijd vanzelfsprekend.”

“… leep, ook die kwaliteit bezit hij” {Frédéric Frans, SK Lierse}

“Op Anderlecht lapte hij mij een rode kaart aan. Ze steken de bal tussendoor, ik ben het eerst op de bal en maak mij breed, ik raak hem, hij weet dat het het moment is om te vallen, dat het publiek zich erachter zal zetten en … de scheidsrechter fluit penalty en sluit mij uit. Leep, ook die kwaliteit bezit hij. Voor de rest is hij met zijn schitterende techniek en zijn snelheid moeilijk te verdedigen. Hij is heel onvoorspelbaar. Ik herinner mij fases waarin hij naar binnen komt en op doel trapt, maar ook dat hij buitenom gaat en een voorzet trapt. Hij is een slangenmens. Soepel en wendbaar als hij is, kruipt hij als een slang door het kleinste gaatje. Zijn sterkste punt vind ik dat hij altijd het overzicht behoudt en meestal de beste oplossing kiest. Hij is niet egoïstisch; als er iemand beter geplaatst staat, zal hij hem aanspelen. Ook dat maakt hem onvoorspelbaarder dan iemand die altijd zelf voor de actie kiest. Blijkbaar speelt hij graag diep in de spits, maar dan moet hij daar wel de vrijheid krijgen om terug te vallen en zijn acties op de flank te maken. Ik vind het niet zijn allerbeste plaats. Je hebt hoe dan ook weinig duels met hem, omdat hij de bal goed tussen de lijnen vraagt of uitwijkt naar de zijkanten. Hij loopt zo slim. Als je daar dan ook nog eens spelers als Mbokani en Jovanovic rond hebt lopen, dan kan hij ook in een rol van aangever heel nuttig zijn. Hij lijkt mij ook prima overweg te kunnen met die jongens. Dat hij zelfs wordt opgesteld als hij niet volledig fit is, toont aan hoe belangrijk hij is. Niemands aandeel in de titel is groter, denk ik. En als hij de juiste keuze maakt, kan hij ook in het buitenland een topper worden.”

“… is moeilijker te vervangen dan Mbokani.” {Ervin Zukanovic, KV Kortrijk}

“Wat kan ik over hem zeggen? Alleen maar goeds. Hij is de beste speler van de competitie, zonder aarzelen zette ik hem bovenaan op mijn stemformulier voor de ‘Profvoetballer van het Jaar’. Met zijn potentieel kan hij in het buitenland eender waar terecht. Hoe ver hij daar zal raken, zal afhangen van zijn aanpassing als persoon. Maar het voetbal kan nooit een probleem zijn. Voor Anderlecht is Suárez veel moeilijker te vervangen dan Mbokani. Hij kan alles: zelf de actie maken, zelf afwerken en iemand anders vrij spelen. Hij kan diep gaan, maar hij kan ook terugvallen en fantastisch een bal aannemen tussen de lijnen. Zijn grootste kwaliteit is dat hij een wedstrijd in een flits kan beslissen, ook als de ploeg slecht speelt. Als verdediger moet je de hele tijd aandachtig zijn. Je weet nooit wat hij gaat doen en je weet dat hij tot alles in staat is. Eén seconde onoplettendheid kan fataal zijn. Eigenlijk is hij een speler die kan doen wat hij wil.”

“… op verschillende manieren gevaarlijk” {Karel D’Haene, Zulte Waregem}

“Goeie spits, hé! Heel compleet. Technisch bijzonder sterk, snel zonder bal én snel bal aan de voet. Het best is hem kort te dekken en te beletten dat hij zich kan omdraaien, want anders is hij moeilijk tegen te houden. Hij is zodanig meester over de bal dat hij met zijn versnelling heel gemakkelijk een man passeert. Maar hij kan ook goed kaatsen en dan vertrekken en versnellen; en omdat hij altijd het overzicht bewaart, kan hij ook in de combinatie een verdediging door het centrum uit elkaar spelen. Suárez kan op verschillende manieren gevaarlijk zijn. Bovendien beschikt hij over een uitstekend schot. Het is dus iemand van wie je als verdediger moet hopen dat hij een mindere dag kent en dat jij zelf op je best bent. Voorin kan hij op alle posities uit de voeten en hij duikt ook in verschillende zones op, dus eigenlijk is hij iemand die alles kan. Diep in de spits is hij minder krachtig in duel dan Mbokani, daar moet hij het hebben van zijn slimme loopacties of van kaatsen en vertrekken in de rug van de verdediger. Het zijn twee topspitsen die ook in slechte wedstrijden het verschil maakten en zo voor gouden punten zorgden. Zij zijn het vooral die Anderlecht kampioen maakten: Mbokani wat meer op kracht en snelheid, Suárez wat meer op techniek.”

“… een van de weinigen die nog een gaatje vindt” {Maxime Biset, KV Mechelen}

“Het meest impressionant zijn zijn versnelling en zijn onvoorspelbaarheid. Hij is een van de weinige spelers die als wij, verdedigers, een zone afdekken en denken dat er geen bal meer tussen te krijgen is, toch nog een gaatje vinden. Bij die goal die hij tegen ons thuis maakt, dachten we ook: we staan redelijk goed. Maar dan begint hij aan een slalom, zet hij drie man in de wind en weet hij toch nog perfect te scoren. Eén tegen één is het heel moeilijk om hem af te stoppen. Het komt eropaan op het juiste moment uit te stappen, hem toch te proberen naar een kant te dwingen en dan de hulp van een tweede speler in te roepen. Soms denk je dat je de bal hebt, maar dan perst hij er toch nog alles uit, duwt hij hem toch nog een klein beetje vooruit, gebruikt hij zijn versnelling en … ja … Het opmerkelijke is ook dat het allemaal moeiteloos gebeurt. Het is niet in te schatten. Hij zwerft en heeft een zodanige actieradius dat het gevaar van overal kan komen. Hij speelt perfect tussen de lijnen, laat verdedigers twijfelen of ze hem moeten volgen of hem moeten overlaten aan een ploegmaat, en zo kan hij een verdediging destabiliseren. Dus als we tegen Anderlecht spelen, zijn er weleens die hopen dat Suárez niet in vorm zal zijn.”

“… is sneller en doelgerichter dan Vargas” {Jeroen Simaeys, KRC Genk}

“Lijf-aan-lijfgevechten vocht ik nog maar bitter weinig met hem uit, omdat hij tegen ons op de flank stond of als hangende spits speelde. Maar hij is natuurlijk wel een speler die als hij aan de bal is een hogere staat van paraatheid vraagt. Het probleem is dat hij zo veel kwaliteiten heeft en ook nog eens bij Anderlecht speelt. Dat is een team waartegen je je niet kunt permitteren om je alleen maar op hem te richten. Ik speel zeven jaar in eerste en ik kan mij niet herinneren dat er ooit een ploeg is geweest die een voorlijn kon opstellen met een Jovanovic, een Mbokani, een Suárez en op rechts ook nog een iemand die zo veel scoort als Gillet. Dat ze voorin met zo veel zijn die het verschil kunnen maken, is de gigantische kracht van Anderlecht. En als Suárez in zijn dagje is, kan hij heel veel, hé. Of hij vergelijkbaar is met Vargas? Ja, maar Ronald is toch meer een middenvelder en ook minder een flankspeler. Suárez speelt een tikkeltje hoger en is doelgerichter in zijn acties, hij is ook sneller op langere afstand en zal de bal meer in de diepte vragen.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Hij heeft het profiel om bij Atlético Madrid en Valencia te spelen.” Cézar Arzo

“Hij is niet egoïstisch; als er iemand beter geplaatst staat, zal hij hem aanspelen.” Frédéric Frans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content