Jérôme d’Ambrosio moet zich snel herpakken.

In Barcelona, in de marge van het formule 1-gebeuren, begon vorige zaterdag voor Jérôme d’Ambrosio het seizoen van de waarheid. De Belg, stilaan op weg naar 25 lentes, is aan zijn derde jaar in de GP2 toe. Eind dit seizoen moet hij dus in principe de stap naar de F1 kunnen zetten. De GP2 geldt immers als de officiële wachtkamer van de koninginnenklasse. Het is dus geen kampioenschap om tot in de eeuwigheid aan te blijven deelnemen. Bovendien is vijfentwintig niet oud, maar in autosporttermen toch ook niet meer piepjong. Kortom: het wordt tijd.

Of d’Ambrosio de stap naar de F1 ook echt kan zetten, hangt natuurlijk af van een paar factoren. Zoals: stevige prestaties. Anders gesteld, koersen winnen en meespelen in het GP2-kampioenschap is een must. De Luxemburgse beschermheren van de Belg, het managementbureau Gravity, in het autosportwereldje ook wel de miljardairs genoemd, willen immers concrete resultaten zien. Ook al is Gérard Lopez van Gravity nu voor 75 procent baas van het Renaultteam, waar d’Ambrosio dit seizoen wordt klaargestoomd voor het grote werk. Gravity kan het zich zakelijk ook niet permitteren om het feest helemaal alleen te financieren.

Voor d’Ambrosio geldt dus ook de ongeschreven wet dat je altijd geld (lees: sponsoring) moet meebrengen om achter het stuur te raken. Zelfs halfgoden als Fernando Alonso (Telefónica) of Michael Schumacher (Mercedes betaalde destijds zijn eerste test bij Jordan) ontsnapten daar niet aan. De Belg moet dus op zoek naar wat sponsoringgeld om het budget dat hij nu al van hamburgerketen Quick kreeg, aan te dikken. “De deur naar de F1 staat op een kiertje”, zei hij eind vorige week, voor de eerste vrije trainingen in Barcelona begonnen. “Nu moet ik ze nog openduwen, door te winnen in de GP2 en te bewijzen dat ik het grote werk aankan.”

Maar dat verliep in Barcelona wel even anders. Vrijdag belandde d’Ambrosio na twee ronden in de vrije trainingen al in de keienbak, later op de dag werd hij gehinderd tijdens de kwalificaties en strandde daardoor op de vijftiende startplaats. In de race zelf viel hij tijdens zijn indrukwekkende remonte uit, omdat de mecaniciens tijdens zijn pitstop een achterband onvoldoende hadden vastgemaakt en het ding een eigen leven ging leiden. Daardoor moest d’Ambrosio zondag tijdens de korte race helemaal achterin starten. Hij raakte niet verder dan een dertiende plaats, te krap om te scoren in het kampioenschap.

D’Ambrosio en zijn team, het Franse DAMS dat ondertussen tot Renault Junior Team werd herdoopt, moeten zich nu snel herpakken. Komend weekend staat Monaco immers al op het programma. Ook daarna zullen de races elkaar heel snel opvolgen. De basis zou trouwens goed moeten zitten, want tijdens de laatste officiële testweek in de aanloop naar het nieuwe seizoen, zowat een maand geleden, draaide d’Ambrosio de snelste tijd van alle sessies samen. Voorlopig kwam dat er tijdens de raceweekends dus nog niet uit.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content