Snelheid en overhaasting

© BELGAIMAGE

Je zou denken dat het een kostbare troef is op een atletiekpiste. Maar in het moderne voetbal, dat meer en meer aandacht heeft voor pressing en het verstikken van de tegenstander op diens eigen helft, wordt topsnelheid weer naar waarde geschat. Op internationaal vlak zien we de sprints van Kylian Mbappé of de uitbraken van Erling Braut Haaland. In de rug van de defensie weglopen heeft iets traumatiserends voor de verdedigers die er het slachtoffer van zijn. In een voetbal waarin alle spelers naar de bal lijken te moeten kijken en aan de combinaties deelnemen, is het een nachtmerrie voor de achterhoede als ze weet dat ze in de sprint tekort zal komen tegen een te snelle aanvaller.

Mamadou Fall is misschien wel de beste sprinter op de Belgische velden.

Mamadou Fall is misschien wel de beste sprinter op de Belgische velden. En ook al geeft hij soms de indruk alles te verknoeien wanneer hij de bal in de voet krijgt en er weer moet gevoetbald worden, toch blijft de Senegalees een sterk wapen in het spel van Charleroi. ‘ Mama loopt in ieders rug weg. Hij schept ruimte’, zo vatte Massimo Bruno dat in het begin van het seizoen samen. Tegenover zo’n profiel moet de vijandelijke verdediging keuzes maken: hoog blijven staan en ten prooi vallen aan een sprint in de diepte, of terugplooien en de ruimte tussen verdediging en middenveld groter maken.

Charleroi verkiest allicht het tweede. Precies daardoor vinden Ryota Morioka, Ali Gholizadeh en Massimo Bruno zuurstof tussen de linies en kunnen de Zebra’s snelle tegenaanvallen opzetten. Het is vaak op die manier dat ze Kaveh Rezaei laten uitblinken, die nooit zo doeltreffend is voor het doel als wanneer hij wordt aangespeeld met een doorsteekpass. Mamadou Fall is dus niet de voornaamste trekker van de Henegouwse aanvallen, maar alleen al zijn aanwezigheid laat Charleroi toe om bressen te slaan en vervolgens op doel te mikken. Een flankspeler met invloed op de actie dus, ook al komt hij daarbij zelf niet aan de bal.

Als de achterlinies lef blijven tonen, kan de Senegalees de kansen opstapelen. Onlangs kon hij op het veld van Genk zijn hart ophalen in de grote ruimtes, maar hij wist Danny Vukovic niet te verschalken. Die vaststelling keert geregeld terug wanneer de vleugelspeler aan het eind van een spurt zijn koelbloedigheid moet bewaren. Sinds hij terugkeerde naar het Zwarte Land werkte hij in de competitie slechts vier van zijn twaalf grote kansen af. Een slaagpercentage van 33 procent dus, maar de vraag is: zou hij met betere statistieken ooit op onze velden te zien geweest zijn?

Cijfers

2,05

De flankspeler van Charleroi werd lange tijd volgens zijn goeie voet opgesteld, maar loopt voortaan op links. Dat leidt tot minder voorzetten: slechts 2,05 per wedstrijd, met een succesratio van 26,3 procent.

2,29

Eenmaal gelanceerd valt Mamadou Fall erg moeilijk af te stoppen. Zijn tegenstanders moeten dan ook vaak een overtreding op hem maken, namelijk 2,29 per match, dat is het meeste van alle Carolo’s.

4-0

Wanneer de Senegalees op het doel af gestuurd wordt, is hij eerder afwerker dan passeur. Hij vond dit seizoen al vier keer de weg naar de netten, maar gaf nog geen enkele assist.

10,87

Als breekijzer, bijna uitsluitend aangespeeld wanneer hij de diepte moet zoeken, krijgt hij gemiddeld slechts 10,87 passes per match.

65,2%

Fall mist meer dan één op de drie passes: slechts 65,2 procent slaagt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content