Willen, maar niet kunnen. Beter valt de windstilte bij RC Genk niet te verklaren. Een jarenlang falend beleid heeft de club opgezadeld met een weinig benijdenswaardige erfenis. Afwachten hoe lang Frank Vercauteren daar rustig onder blijft.

Een troostprijs. Veel meer was het door RC Genk in extremis afgedwongen ticket voor de derde voorronde van de Europa League niet. Net als de bekerwinst het jaar voordien kon het succesje de aanhoudende sportieve malaise niet verhullen. In de reguliere competitie was Genk pas elfde geworden, een evenaring van zijn slechtste resultaat in tien jaar. Vervolgens was de tegenstand in play-off 2 niet geïnteresseerd (Standard) of zat hij op zijn tandvlees (Westerlo en STVV). In het Genkse elastiek bleek wel nog voldoende rek te zitten. Tot die nuchtere analyse kwamen de Limburgers zelf, al schoot er ook een tweede strekking wortel. Sommige Genkse beleidslui menen dat met het winnen van play-off 2 is aangetoond dat het nog wel meevalt met dat zogenaamde gebrek aan kwaliteit in de kern. Zij hoeven niet op het begrip van Frankie Vercauteren te rekenen. Voor de trainer is de rek er nu helemaal uit. Met een ongewijzigde kern acht hij zich niet tot eenzelfde kunstje in staat, laat staat tot méér. Wil Genk zijn ambities – een plaats in de top zes – waarmaken, zal het niet zonder versterkingen kunnen.

Maar precies daar knelt het schoentje. Of beter: de portemonnee. Genk heeft geen geld voor transfers. De tol van een roekeloos transferbeleid waarbij dure spelers langdurige contracten kregen aangeboden, waarna hun mogelijkheden en prestaties niet in verhouding tot het uitgegeven geld bleken te staan. Het zijn die fouten uit het verleden die de huidige bewindsploeg nu volop uitzweet. ‘Eerst verkopen, dan pas kopen’ luidt daarom het nieuwe devies. De hoop dat enkele van zijn over het paard getilde voetballers door de bekerwinst en het Europese ticket alsnog de interesse van andere clubs zouden wekken, bleek ijdel. En dus wordt de broeksriem aangehaald in de Cristal Arena.

Van hoog tot laag, van de boekhouding tot de technische staf, niemand ontkomt aan de rigoureuze bezuinigingsoperatie. Uitgaven worden teruggeschroefd, het personeelsbestand afgeslankt. Vooruit gestuwd door zijn brandende ambitie had RC Genk door de jaren een structuur neergezet een Champions Leagueclub waardig. Een te zware structuur, zo blijkt nu, voor de bijrol die RC Genk al een paar jaar nog maar speelt. Zonder enkele drastische ingrepen zou het dit seizoen op een begrotingsverlies afstevenen, onder meer wegens minder tv-inkomsten en goedkoper verkochte abonnementen.

Vijf knelpuntposities

Personeel moet inleveren of afvloeien. In de staf is er geen plaats meer voor de videoanalist en de fysical coach werd vervangen door zijn collega bij de jeugd, die er nu ook de A-kern bij neemt. Tweede assistent Hans Visser ontsprong maar net de dans, op uitdrukkelijk verzoek van Vercauteren, die in hem zijn verbindingsman met de jeugd ziet. Ook de hoofdtrainer zelf ontkomt niet aan het nieuwe Genkse realisme. Enkele maanden geleden werd de optie in zijn contract gelicht, waardoor hij ook dit seizoen nog de trainingen leidt in Limburg. De plannen voor een contractverlenging zitten echter in de koelkast. Genk is uitermate tevreden over zijn trainer, maar bij een verlenging horen een loonsverhoging en sportieve garanties en daar kan de club voorlopig niet aan tegemoetkomen. Voor Kevin De Bruyne kon dat nog net wel.

Over de door Vercauteren geformuleerde pijnpunten in het elftal bestaat nochtans behoorlijke eensgezindheid. Met vallen en opstaan groeide de trainer de voorbije maanden naar een vast spelsysteem (4-4-2) met De Bruyne en Thomas Buffel als flankspelers. Dat zijn zij eigenlijk niet en bovendien is er voor beide posities geen alternatief voorhanden. Of De Bruyne een heel seizoen op zijn niveau van de vorige tweede seizoenshelft kan draaien, valt nog af te wachten. En Buffel zat op het eind van de voorbije campagne al door zijn beste krachten heen en wordt er ook niet jonger op. Uit geldgebrek wordt van beide posities geen prioriteit gemaakt.

Van de aanwerving van een targetspits wel, een profiel waarover Vercauteren niet beschikt. Elyaniv Barda is het niet, Marvin Ogunjimi blijft een gok wegens zijn blessuregevoeligheid, en met Samuel Yeboah werd vorige winter vooral snelheid ingekocht. Een tweede prioriteit is de linksachterpositie. Tiago was in drie jaar vaker geblesseerd dan fit en is inmiddels geruisloos naar Brazilië teruggekeerd. Als Daniel Pudil uitvalt, zit Vercauteren met de handen in het haar. Dat geldt iets minder voor de rechtsachter, waar Anele een betrouwbare pion is. Eric Matoukou sprong er al in, maar dan ontstaat er een gat centraal, waar voorlopig nog voorzichtig wordt omgesprongen met de van ziekte herstellende Torben Joneleit. Daardoor dreigt ook dáár de spoeling dun te worden. Anele – overigens ook in Vercauterens opvatting meer een speler voor de as – is er een mogelijkheid, maar wat dan op rechts?

Sluipend gif

Samengevat: op vijf posities nijpt het, maar geldgebrek verhindert dat Genk vat krijgt op het probleem. Vorig seizoen loste Vercauteren dat op door te gaan schuiven met spelers wanneer op een van de noodposities iemand uitviel. Dat doet hij niet graag. Zoals alle trainers heeft hij een broertje dood aan schuiven waardoor spelers van hun beste positie worden weggehaald. Gaandeweg koos hij na zijn aanstelling in december voor een vaste veldbezetting. Een veldbezetting die de zijne niet is, maar die naar zijn oordeel het best paste bij de aanwezige kwaliteiten. Met die bereidheid tot compromissen sluiten onderscheidde hij zich van zijn voorganger Hein Vanhaezebrouck en gaf hij Genk opnieuw een identiteit. Dat hij er ook resultaten mee behaalde, is zijn grote verdienste.

Trainers echter willen vaak sneller gaan dan hun clubs en de vraag is hoe flexibel Vercauteren zich blijft opstellen wanneer straks de hem al dan niet beloofde prioriteitsaanwinsten op zich laten wachten. Genk moet eerst spelers van de hand doen en dat blijkt een moeilijk verhaal. Behalve lacunes vertoont de Genkse spelersgroep ook een groot onevenwicht. De vaststelling geldt al langer, maar nog steeds lopen er in de Cristal Arena te veel spelers van hetzelfde kaliber voor dezelfde posities rond. Ongezonde concurrentie is het gevolg, klachten over een slechte mentaliteit zijn legio. Als een sluipend gif infiltreerde het de kleedkamer. Goede krachten in de omkadering knappen erop af.

Niemand krijgt het probleem onder controle. Vanhaezebrouck en vóór hem Ronny Van Geneugden werkten er hard aan, maar de groep overbetaalde je m’en foutisten (zoals iemand ze omschrijft) was allengs te groot geworden om ze nog in het gareel te krijgen. Over wie daarvoor de verantwoordelijkheid draagt, is al veel inkt gevloeid. Willy Reynders, de in december 2008 ontslagen technisch directeur, is het vaakst geciteerd, maar zijn vier transfers van twee zomers geleden – Pudil, Dániel Tözsér, João Carlos en de al lang weer vertrokken Adam Nemec – gebeurden met de uitdrukkelijke goedkeuring van Ronny Van Geneugden. Die stond op dat moment intern zo sterk dat hij een vetorecht over het transferbeleid had afgedwongen.

Later dat seizoen kwamen nog Tom De Mul en Stein Huysegems, van wie de laatste nog steeds slapend rijk wordt in Genk. Beide transfers waren in belangrijke mate eenmansacties van Jos Vaessen, al heeft die dat altijd bestreden. Vaessen is nog steeds bereid financieel bij te springen, maar in de club huiveren ze voor de inspraak die hij in ruil daarvoor wil. Voor een goed begrip: zoals in het verleden zou het ook nu gaan om geleend geld. Met andere woorden: Genk moet zijn ex-voorzitter altijd terugbetalen. Die afhankelijkheidssituatie wil men liever niet meer. Vaessen zit nog steeds in de Genkse raad van bestuur, maar omdat zijn uitgestoken hand wordt afgewezen, blijft hij weg van de vergaderingen.

Logge bureaucratie

Na het ontslag van Van Geneugden en een interim van Pierre Denier streek Hein Vanhaezebrouck neer in het machtsvacuüm waarin RC Genk zich op dat moment bevond. Sef Vergoossen had de club doorgelicht en de aanstelling van een algemeen directeur in de persoon van Dirk Degraen was daarvan het resultaat. Over de komst van een nieuwe technisch directeur werd lang geen duidelijkheid geschapen. Het seizoen begon en nog steeds nam Vergoossen de sportieve honneurs waar, zij het – geheel in tegenspraak met zijn eigen aanbevelingen – op deeltijdse basis. Zo zelden was hij op de club dat niemand wist aan wie er moest worden gerapporteerd. Zelf wenste de Genkse kampioenstrainer van 2002 ook geen directe verantwoordelijkheid op te nemen. Hij installeerde een dubbele sportieve commissie – een voor de technische kant van het transferbeleid, een voor de financiële afhandeling.

In de achteruitkijkspiegel lijkt RC Genk onder impuls van Vergoossen te zijn afgegleden naar een logge bureaucratie met een eindeloze overlegcultuur. Dat maakte een snelle besluitvorming schier onmogelijk. Vanhaezebrouck benutte het machtsvacuüm om met Istvan Bakx en Moussa Koïta zijn spitsen binnen te halen, tegen de scoutingadviezen in, maar met de goedkeuring van Vergoossen. Bakx speelde niet en is de enige speler voor wie Genk vorige maand al een afnemer (FC Den Bosch) vond. Ook Koïta bleek een miscast die niet klaar was voor de top.

Vanhaezebrouck en Vergoossen zijn er niet meer en hun opvolgers zitten met de brokken. Herman Vermeulen, die aanvankelijk als hoofd scouting was aangetrokken maar vorige herfst doorschoof naar de positie van technisch directeur, moet samen met Degraen puin ruimen, wat vooral lastig is voor de vorstelijke contracten uit de periode Vaessen-Reynders-Van Geneugden. Sommigen stellen zich constructief op omdat zij willen voetballen (en dat onder Vercauteren te weinig deden, zoals Balazs Tóth en Koïta), anderen vinden niet dat zij moeten opdraaien voor wat Genk zo gek was hen voor te schotelen, zoals Huysegems.

Ondertussen beoefent Frankie Vercauteren de deugd van het geduld. Zijn greep op het transferbeleid is minder dan die van zijn beide voorgangers. Degraen en Vermeulen verkiezen een stabielere koers te varen en van die rigoureuze beleidslijn wijken zij niet af. Onder Vermeulen werd vorig seizoen wel nog 650.000 euro uitgegeven aan Samuel Yeboah, maar hoewel Vercauteren hem grotendeels negeerde, ziet hij deze aanvaller toch liever niet vertrekken. Als Genk had gewild, was dat al gebeurd, want voor de Ghanees zou er wel interesse zijn.

Niet voor niets merkte de trainer onlangs op dat hij zich pas ongerust maakt als er op de laatste dag van de transferperiode nog niets is gebeurd. Een jaar geleden vertrokken Jelle Vossen en Hans Cornelis op 31 augustus nog naar Cercle Brugge en maakte Thomas Buffel de omgekeerde beweging. Daar werd iedereen toen beter van.

door jan hauspie

De plannen voor Vercauterens contractverlenging zitten in de koelkast.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content