Aantal Belgische profs neemt toe.

Zeven jaar geleden schreeuwde het Belgische wielermilieu bij de start van het seizoen moord en brand. Het was het jaar één van de UCI ProTour, de Champions League op twee wielen. Met amper vier eendagskoersen op de kalender voelde ons land zich gepasseerd. “Ik vrees dat België hier niet zo goed zal uitkomen”, verwoordde toenmalig bondscoach José De Cauwer de grieven. “Specialisten van het klassieke werk zullen in de verdrukking komen”, drukte Johan Museeuw de vrees uit voor een sociaal bloedbad in het Belgisch peloton. Oud-ploegleider Jef Braeckevelt luidde gelijk de doodsklok en voorspelde onomwonden “het einde van de Belgische wielersport”.

Zaterdag blaast de wielerwereld op het Gentse Sint-Pietersplein verzamelen voor de Omloop Het Nieuwsblad, de traditionele seizoensopener. De ProTour heet intussen WorldTour, een vlag die beter de globalisering dekt. Vergeleken met 2004, het laatste seizoen vóór de ProTour, is het aantal profrenners van buiten Europa verdubbeld tot bijna twintig procent van het huidige peloton. In 2004 kwamen de profs uit 43 landen, dit jaar vertegenwoordigen ze al 53 landen.

In dat licht is het opmerkelijk dat het percentage Belgische profs niet alleen op peil blijft, maar zelfs nog toeneemt. Met 52 eliterenners met contract in de WorldTour doet België alleen onder voor Italië (67 renners) en Spanje (61). Ook slagen Omega Pharma – Quick-Step en Lotto-Belisol er nog altijd in om zich te handhaven op het hoogste niveau, daar waar bij de geboorte van de ProTour iedereen al uitging van slechts één Belgisch vlaggenschip.

Het wijst erop dat de bonden en ploegen in ons land zich bij de opleiding van talent niet langer blind staren op de kasseikoersen, tot voor kort het enige terrein waar de Belgen nog een rol speelden. Cadel Evans en later Philippe Gilbert introduceerden bij Lotto een cultuur voor respectievelijk het rondewerk en de klimklassiekers. Patrick Lefevere beschikt dit jaar voor het eerst sinds lang over een korps dat voor alle fronten gewapend is. Intussen hebben de twee Belgische WorldTourteams een uitstekende voorbereiding achter de rug. Vooral dankzij Tom Boonen en André Greipel prijkten ze één week voor de Omloop op de plaatsen één en vier van de zegestand per ploeg. Zo wordt deze keer in een hoerastemming naar het openingsweekend toegeleefd.

De WorldTour dwong ook de Belgische organisatoren ertoe hun paardenbril af te nemen. “Het wordt moeilijk om te overleven”, dacht Guy Delesie van Dwars door Vlaanderen begin 2005. Vandaag moet zijn wedstrijd zelfs een WorldTourteam weigeren, zo groot is de interesse. Onder de koepel Flanders Classics, waartoe ook de Omloop Het Nieuwsblad behoort, trekken de organisatoren aan hetzelfde zeel en breken ze elkaar niet langer de nek.

DOOR BENEDICT VANCLOOSTER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content