Na jarenlange miserie eindelijk blessurevrij en helder van geest werd Marek Spilar (Club Brugge) zaterdag weer afgevoerd, met een gapende wonde onder de knie. Straks wordt hij 31, maar het beste moet nog komen, gelooft hij.
M arek Spilar : “Ik ben dit seizoen begonnen zonder problemen en alles verliep meteen goed. De enige reden waarom ik bij de competitiestart niet in de ploeg stond, verzekerde de trainer mij, was dat ik rood geschorst was voor de dubbele confrontatie met Valerengen in de derde voorronde van de Champions League. Ik accepteerde zijn beslissing in de overtuiging dat het seizoen lang is en dat mijn kans nog wel zou komen om op het veld te bewijzen dat ik een basisplaats waard ben. Die kwam er vrij snel en ik weet dat, als ik zonder blessures blijf en goed blijf spelen, ik mijn basisplaats zal behouden. Jammer natuurlijk van die ongelukkige tackle van Jonathan Blondel zaterdag, maar het had erger gekund. Het bot en de ligamenten zijn niet geraakt.
“Ik ben tevreden, maar ik kan nog beter. Dat is logisch na zo’n lange inactiviteit. Halverwege december tegen Sint-Truiden voelde ik bij een tackle iets in mijn heup. Later stelden ze een fractuur vast. Het was al eind april, begin mei toen ik mee met de groep begon te trainen. Toen was het seizoen zo goed als voorbij.
“Afgelopen zomer ben ik niet naar het buitenland op vakantie geweest. Dicht bij mij thuis in Slovakije is er een groot meer waar ik een huisje heb midden in de natuur. Daar bracht ik veel tijd door. Goed om te relaxen. Vissen, zwemmen, windsurfen. Ik heb ook veel gevolleybald. Veel gesport, behalve gevoetbald. Sport is als een drug voor mij, het geeft mij een goed gevoel.
“Ik ben begin juli gestart met een heldere geest en een goed gevoel. Fysiek in orde, goed getraind en ontspannen. Ik ben begonnen met het idee : ik probeer er het beste van te maken en als ik opnieuw geblesseerd raak, is dat zo. Ik probeer stress te vermijden. Uit ervaring leerde ik dat je niet kunt vechten tegen iets dat je niet kunt veranderen. Daar stak ik voorheen veel te veel energie in.
“Uiteraard waren de voorbije jaren niet mooi met al die blessures, maar dat is voorbij. Daar denk ik niet meer aan en ik praat daar ook niet meer over. Ik wil denken aan wat mij gelukkig maakt, niet aan wat mij terugvoert naar slechte herinneringen.
“De voorbije drie, vier jaar kreeg ik veel lessen. Eén ervan is : het is beter problemen op te lossen met een koel dan met een heet hoofd. Trond Sollied is een goed voorbeeld voor mij : hij toonde nooit emoties. Ik moet leren rustiger blijven. Ik weet dat als ik snel reageer, ik problemen en conflicten krijg. Ik probeer zonder emoties te reageren. Soms lukt het, soms niet. Als ik speel, kan ik mijn agressiviteit op het veld gebruiken, maar als ik geblesseerd ben, blijf ik ermee zitten.
“Als iets tegen mijn principes is, moet ik kunnen zeggen wat ik ervan vind en dat probeer ik in het gezicht te doen. Voel ik dat er achter mijn rug iets gebeurt tegen mij, dan moet ik mijn mening daarover kwijt kunnen. Het is niet gemakkelijk leven met principes. Mensen zonder principes passen zich gemakkelijker aan de omstandigheden aan.
“Mocht ik mijn karakter kunnen veranderen, dan zou het veel gemakkelijker zijn. Maar dat kan ik niet. Ik wil mezelf ook niet veranderen omwille van het voetbal of het geldgewin, want wat als ik na mijn carrière een ander leven begin ? Weer mezelf worden ? Neen, ik ben wie ik ben. Ik heb juist nog zoveel van mezelf te ontdekken ! Soms verras ik mezelf ( lacht). Hoe meer ik over mezelf leer, hoe meer ik mij er bewust van word dat er binnenin mij nog zoveel te ontdekken is. Het is mijn overtuiging dat een mens tot zijn laatste dag bijleert over zichzelf.
“Wie mij kan overtuigen, ben ik bereid te volgen. Maar ik heb problemen met wie mij iets oplegt waarvan ik weet dat het niet goed is voor mij. Ik ben bereid na te denken over het advies dat mensen die ik respecteer mij geven. Maar in wie geen autoriteit of persoonlijkheid is, steek ik geen energie meer.
“Ik leerde ook dat voetbal niet meer is dan voetbal. Er is nog een leven ernaast. Ik probeer ook niet meer per se een probleem meteen op te lossen. Soms lost het zich vanzelf op, merkte ik. Zo probeer ik zo veel mogelijk out of stress te zijn. Ik wil mij goed voelen en doe wat daarvoor nodig is. Voorheen was ik zeer pedant. Misschien dacht ik te veel aan mijn problemen. Nu denk ik aan wat er nodig is om ze op te lossen.
“Ik ben meer relaxed. Ik let ook nog meer op wat ik eet en drink, ik ga vaker fitnessen en heb meer controle over mijn gewicht. Nu weeg ik precies evenveel als toen ik 20, 21 jaar was en aan het begin van mijn carrière stond.
“Eind dit seizoen zal ik 31 zijn. Een jong mens, maar in het voetbal heb je dan maar een jaar of vijf meer te gaan. In de Premier League spelen blijft een droom, maar ver vooruit denk ik niet meer. In voetbal kan één wedstrijd alles veranderen. Vandaag de beste, morgen niets meer waard. Voorlopig kijk ik liever niet te ver in de toekomst. Ambitie om al meteen weer in de nationale ploeg te staan, is er niet. Als ze mij oproepen, ga ik niet. Mijn doel is mij concentreren op de vele wedstrijden met Club en ervoor zorgen dat ik fysiek honderd procent in orde blijf.
“Straks loopt mijn contract af. Ik houd alles open. Welke aanbiedingen er komen, zal afhangen van mijn prestaties. Marc Degryse vroeg mij onlangs of ik graag wil blijven. Waarom niet ? Zij willen ook met mij verder, zei hij. Maar, objectief gesproken : ze vrezen nieuwe blessures. Als ik moet kiezen tussen twee gelijkwaardige voorstellen, dan blijf ik hier. Dit is een mooie club en voor mijn gezin is Brugge de perfecte stad. Schoon, proper, geen stress, niet te druk verkeer. Mijn dochter van vier gaat op vijfhonderd meter hier vandaan naar school en wat verder naar de turnclub. Mijn vrouw zou het liefst hier blijven, maar als ik vertrek, zal ze mij volgen. Ze is het wel moe om thuis te zitten. We zijn hier omdat ik hier voetbal, maar sinds Nina schoolrijp is, wil Livia eens iets voor zichzelf realiseren en een sociaal leven opbouwen.
“Na mijn carrière zijn er twee mogelijkheden : of ik geef les aan jonge talenten op een sportschool, of ik zal doctoreren en als assistent-professor doceren aan de universiteit waar ik afstudeerde. Tijdens mijn blessures legde ik daar al contacten voor op de sportfaculteit. In business ga ik zeker niet. Ik wil niets meer doen voor het geld.
“Tot nu toe ben ik grotendeels tevreden over mijn carrière. Had je mij bij het begin ervan verteld dat ik international zou worden en in het buitenland zou voetballen, dan was ik daar ongetwijfeld zeer blij mee geweest. Het kon beter, maar ook slechter. Ik zie nogal wat spelers die ik als tegenstander leerde kennen of met wie ik samenspeelde die – laat ons zeggen – niet beter zijn dan ik, maar nu wel bij veel grotere clubs zitten. Dat heeft met constellatie te maken, met het geheel van factoren dat invloed op je uitoefent en mee het resultaat bepaalt. Het is belangrijk op het juiste moment op de juiste plaats bij de juiste mensen te zijn. Ik reken op nog vijf seizoenen profvoetbal en geloof dat het beste nog moet komen. Daar doe ik ook alles voor. Komt het niet, dan is dat geen ramp. Meer dan je best kan je niet doen.”
door Christian Vandenabeele
‘Ik leerde dat je niet kunt vechten tegen iets dat je niet kunt veranderen. Daar stak ik voorheen te veel energie in.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier