‘Zelfs voor rustige mensen als ik’, zegt Bart Goor, ‘wordt het soms te veel.’ Maar voor de nationale ploeg komt de aanvoerder nog altijd graag vanuit Duitsland naar Brussel gevlogen. Want : ‘Er zit toekomst in.’

Een ontspannen Bart Goor (30) genoot er vorige week van even weg te zijn uit het hectische Berlijn. Hertha BSC miste zijn competitiestart en dat zorgde voor veel druk. Bij familie en aan de kust, waar de nationale ploeg een rustige aanloop nam naar de EK-kwalificatie-interland tegen Kroatië, kwam de speler tot rust. Bowlen, een strandloop en drie veldtrainingen, zo zag het programma er van maandag tot woensdag uit. Veel gedol, veel gelach, ontspanning troef.

“We hebben niks te verliezen”, zegt Goor. “Het uitgangspunt is simpel : onze twee resterende wedstrijden winnen. De ploeg is in vorm, denk ik, we hebben goed gespeeld tegen Nederland, althans de eerste helft. Misschien zijn we daar iets te fel begonnen, zodat we het geen negentig minuten konden volhouden, maar het spel was goed. Ik denk dat we er een positief gevoel aan overhouden. Zaak zal nu zijn niet te offensief te beginnen, want ik verwacht een verdedigend Kroatië.”

Precies een jaar is Bart Goor nu de aanvoerder van de nationale ploeg. Terugblikkend op dat ene jaar met Aimé Anthuenis vindt Goor dat de groep gegroeid is. “De beginperiode was moeilijk, wat normaal is, denk ik. Je kan van een nieuwe ploeg onmogelijk onmiddellijk resultaat vragen. Achteraf beschouwd was de kalender beter anders in elkaar gestoken en hadden we de eerste wedstrijd beter in Bulgarije gespeeld. De nederlaag in onze openingsmatch was verdiend. De ploeg zat niet goed in mekaar en er speelden op dat moment misschien iets te veel spelers onder hun niveau. Het vertrouwen na het WK-duel tegen Brazilië was dan wel groot misschien, je moest toch ook een aantal jongens vervangen en dat kost tijd. Dat hebben ze in Anderlecht ook gemerkt, pas drie jaar later staat het nieuwe elftal er.”

Zoveel tijd krijgt een nationale ploeg niet. “Na Bulgarije zijn we stilaan op ons niveau gekomen. Zonder spectaculaire resultaten, maar we wonnen wel, in Andorra en in Estland. Die trend hebben we dit jaar verdergezet, in Bulgarije zijn we slechts het slachtoffer geworden van een scheidsrechterlijke dwaling. Hun eerste helft was sterk, maar als je de kansen niet afmaakt, weet je dat je het deksel nog op de neus kan krijgen. Op het einde was het bijna zover. Hun strafschop vond ik terecht, maar wij hadden er ook eentje moeten krijgen. Vóór die fasen al vond ik dat Collina niet altijd vrijuit ging, dat hij geïntimideerd leek. Ik vond het ook niet normaal dat de lijnrechter op dat moment zijn vlag niet omhoog stak. Dit was geen randgeval, vond ik, maar een flagrante strafschop : de bal was weg en de sliding werd te laat ingezet.

“Kijk dan naar de stand : wij twee punten meer en zij één minder, in de eindafrekening kan dat een groot verschil maken. De enige wedstrijd waarin het echt fout liep, was de uitwedstrijd in Kroatië. Als dat eerste doelpunt niet valt, krijgen we een andere match, want op dat moment waren we, vind ik, de betere ploeg. Na de rust zijn er veel individuele fouten gemaakt en na de 2-0 ontbraken ons blijkbaar het karakter en de fysiek om nog terug te vechten. Maar uiteindelijk vond ik dat minder erg dan wat er thuis tegen Bulgarije is gebeurd. Daar hebben we al veel gehypothekeerd.”

België, zegt Bart Goor, moet het hebben van zijn collectief. Als iedereen top is, kan het zelfs een ploeg als Nederland het lastig maken. Kroatië en Bulgarije hebben dan weer meer mensen die individueel in staat zijn het verschil te maken. Uit de duels tegen beide landen onthoudt hij de namen van Rapajic (Kroatië) en van Balakov en Petrov (Bulgarije). Goed voetbal tegen Nederland, ook tegen Brazilië op het WK : het lijkt wel of de Rode Duivels brengen het er beter af als de tegenstander ruimte laat om te combineren. Net dat – ruimte – krijg je thuis vaak niet.

“Neen,” zegt Goor, “en daarom verwacht ik ook een moeilijke wedstrijd. Als je tegen ploegen met veel volk voor de bal snel recupereert en diep speelt, zijn we heel gevaarlijk. Maar individuele acties van opkomende spelers hebben wij ook : Mbo (Mpenza) doet dat heel goed op rechts, vind ik. Ik denk dat dit deze ploeg in de toekomst zo sterk zal maken. Daarom zou het spijtig zijn mochten we het EK niet halen.”

Zelf kende hij goeie en slechte periodes. Na een moeizame start onder Anthuenis lijkt Bart Goor er stilaan door te komen. “Klopt. Lastige start, maar toen zat ik ook in een moeilijke periode bij Berlijn. Mijn ervaring is : als het in je club niet goed draait, wordt het ook moeilijker bij de nationale ploeg.”

Komt daarbij dat hij het als nieuwe aanvoerder in het begin wat wilde ‘forceren’. “Ik wilde me te veel bewijzen”, geeft hij toe. “Je draagt toch verantwoordelijkheid, zeker als er een nieuwe groep moet worden gevormd. Dan ga je dingen doen waarin je niet echt goed bent en de rest verwaarlozen. Ik kwam te veel naar achter, verdedigde waar het niet echt nodig was en verwaarloosde mijn offensieve acties. Op de duur zat ik niet fris meer om acties te maken. Belangrijk dan is dat je het vertrouwen blijft krijgen van de trainers. Gewoon voortdoen : dat is de enige boodschap die ik jongere spelers in zulke omstandigheden kan meegeven. Eigenlijk gaat er niks boven de wetenschap dat je rustig verder moet blijven werken en dan kom je er vanzelf weer bovenop.

“Ik denk dat het altijd een samenloop van omstandigheden is : mindere vorm, te veel wedstrijden willen spelen, je forceren, in mijn geval kinderen erbij… Als het goed gaat, maakt dat allemaal niks uit en kan je de wereld aan. Maar als het niet draait, gaat het meespelen. Ik verzeker je : als je voor doel gaat nadenken hoe je de bal erin moet schieten, mis je altijd. Ik doe nu gewoon iets minder verdedigend werk, scherm alleen nog wel mijn positie af. Bij Hertha is het trouwens nog een pak moeilijker, omdat ik daar iemand achter mij heb die constant naar voor loopt. Van zodra je je daaraan gaat ergeren, gaat het nog sneller bergaf.”

Bij de nationale ploeg is er op de linksbackpositie al wat af gewisseld. Dheedene, Van der Heyden, Van Damme en Deschacht passeerden er de revue. “Uiteindelijk maakt het mij niet zoveel uit,” zegt Goor, “als er maar iemand staat die op de eerste plaats zijn verdedigende job doet en op de juiste momenten mee oprukt.”

Met voorin het duo Wesley SonckThomasBuffel staat er geen echte targetman. Dat is goed opgelost, vindt Bart Goor, die het vele bewegen van hemzelf, Mbo, Sonck en Buffel aanhaalt als manier om ruimte te creëren. Misschien, bedenkt hij, staat er de ploeg vanavond tegen Kroatië wel weer een moeilijke periode te wachten en zou een breekijzer welkom zijn. “Maar dat is er niet op dit moment en dan heeft jammeren geen zin. Een ploeg speelt naar haar kwaliteiten. Met Anderlecht hebben we een tijd in dienst van Pär Zetterberg gespeeld. Toen hij vertrok, was er even een leegte omdat de speler die alle ballen vroeg en het spel naar zich toe trok, weg was. Toen hebben andere spelers hun verantwoordelijkheid opgenomen en zijn we op een heel andere manier gaan voetballen.” Hetzelfde, zegt Goor, is gebeurd bij het nationaal elftal na het afhaken van Marc Wilmots.

Tachtig procent van de Rode Duivels speelt Champions League. Haast elke international speelt bij een topclub. Het leven daar, merkt Bart Goor op, wordt steeds moeilijker. “De invloed van de pers is zo groot geworden, dat je daar als jonge gast snel mee moet leren omgaan. Eén of twee wedstrijden verliezen staat gelijk met een slecht seizoen. Er is ook zoveel geld mee gemoeid. Dortmund, Hertha : drie op twaalf en er wordt al mee gedreigd dat we niet meer naar de nationale ploeg mogen vertrekken, of pas later. Misschien is het allemaal goed bedoeld om ons te motiveren, maar zo hoeft dat niet. Dit kan fout aflopen, vind ik, omdat het de spelers niet gelukkig maakt. En als club moet je er toch over waken dat je speler gelukkig is.”

Is profvoetbal op die manier nog leuk ? “Profvoetbal is enorm leuk als je er plezier in hebt. Soms zijn er moeilijke momenten, maar dat weet je als voetballer. Het is gewoon meer gestrest dan vroeger. Ik kan rustig zeggen dat ik het voetbal vroeger nooit mee naar huis nam. Maar sinds ik in Duitsland speel, zeg ik af en toe tegen mijn vrouw dat het bij wijze van spreken mijn voeten uithangt. Zelfs voor rustige mensen als ik wordt het soms te veel. Clubs hebben moeilijkheden, spelers met zware contracten, tegenvallende beurs, veel personeel in dienst. Een voetbalclub is een grote fabriek aan het worden en door het geld verdwijnt soms het respect. Altijd prestatiegericht, geen tijd om blessures te laten genezen…”

Spelers bij Dortmund en ook elders in Europa werd na tegenvallende prestaties al gevraagd om in te leveren. Bart Goor vindt het totaal niet kunnen. “Een mindere prestatie behoort altijd tot de mogelijkheden. Als beide partijen zo’n voorstel tekenen, wil dat zeggen dat ze er allebei mee akkoord gaan. Dan moet je daar twee jaar later niet op terugkeren. Niemand gooit opzettelijk een kwalificatie voor de Champions League weg. En als ik nog wat mag rechtzetten : in dat soort wedstrijden is geld absoluut geen drijfveer. Je gaat ervoor omdat dat forum zo mooi is, wegens de sfeer, de wedstrijden op zich… Alleen : soms loopt het gewoon niet.”

Het individualisme onder voetballers is volgens Goor niet groter geworden. “Neen, dat denk ik niet. Het enige verschil is dat de A-kernen groter zijn geworden de laatste jaren en dat het daardoor soms moeilijker is om te trainen. Een training met dertig man of meer boet in aan kwaliteit.”

Op 9 april werd hij dertig. Pakt hij het anders aan dan vier, vijf jaar geleden om het allemaal te bolwerken ? “Toch wel”, zegt Bart Goor. “Sowieso omdat ik met mijn gezin en de drie kinderen verantwoordelijkheid heb gekregen. Maar ook om het fysiek vol te houden. Ik let iets meer op mijn eten : vroeger keek ik niet naar wat ik at of dronk, nu wel. En ik hou meer mijn rust in de gaten, ook al omdat je ’s morgens altijd klaar moet staan voor je kinderen.”

Tegen de combinatie van de nationale ploeg met zijn club ziet Goor helemaal niet op. Bij elke selectie weer geniet hij. “Of we al dan niet het EK halen staat daarbuiten. Als ik me goed blijf voelen en ze roepen me op, dan wil ik gerust tot mijn 35ste international blijven.”

door Peter T’Kint

‘Ik wil gerust tot mijn 35ste international blijven.’

‘De enige wedstrijd waarin het echt fout liep, was in Kroatië.’

‘Ik heb me te veel willen bewijzen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content