Ajax’ teammanager David Endt, Interista sinds zijn jonge jaren, heeft een boek geschreven over zijn grote liefde. ‘Het blijft toch Pazza Inter.’ Een gesprek over liefde en lijden.

In zijn kantoor in de Arena draagt Ajax’ teammanager David Endt een koningsblauw hemd en een zwarte trui. De kleuren van Inter. Toeval? Endt schudt het hoofd: “Toeval bestaat niet.” De kleuren werden in 1908 gekozen door een groepje dissidente spelers van AC Milan, die het geen goed idee vonden dat hun team alleen met Italianen zou spelen, en kozen voor een internationale aanpak. FC Internazionale, zoals Eva geboren werd uit een rib van Adam, ontstond uit een rib van Milan.

In het logo van de stad Amsterdam staat de spreuk ‘heldhaftig, vastberaden en barmhartig’. Welke van die waarden is van toepassing op Inter?

David Endt: “Vastberaden zeker, want we zijn door diepe dalen gegaan na de glorietijd van de jaren zestig, waardoor Inter in de schaduw belandde van die andere grote club in Milaan. Men heeft van alles geprobeerd, met veel geld, maar zoals koning Midas alles wat hij aanraakte in goud veranderde, was het net alsof alles wat door Inter werd aangeraakt, veranderde in lood. Ook een barmhartig mens als Massimo Moratti, die voor een ommekeer zorgde, was lang koning Midas: de toverspreuk werkte de andere kant op, maar hij bleef wel vastberaden doorgaan met investeren. Tot hij uiteindelijk de juiste mensen om zich heen verzamelde, die structuur en leiding konden geven aan Inter.

“Ik heb geleden, maar soms is lijden heldhaftiger dan winnen. Vandaag is Inter weer de glorieuze club. Alleen moet die Europacup er nog even bij, alvorens we beginnen aan de weg terug naar af.”

Word je ook supporter van Inter als de eerste wedstrijd die je ziet de terugmatch van de halve finales tegen Barcelona is?

“Nee, dan zou ik me volstrekt hebben afgekeerd van die club, zou ik Inter gelijkgeschakeld hebben met de duivel: niet voetballen, maar tegenhouden. Als twaalfjarige, wanneer je zintuigen alleen openstaan voor emoties en je nog niet kan rationaliseren, kan je alleen denken: wat is dat voor afschuwelijks? Maar ik ben geen twaalf meer en heb dus een andere invalshoek. Voor mij was het van minuut 1 tot minuut 94 overleven in Camp Nou.”

Die wedstrijd was, om vriendelijk te blijven, het verdedigen tot kunst verheffen.

“Inter heeft daar niet kunnen spelen zoals het wilde. Ik weet vanuit de kleedkamer van Inter dat Mourinho eenzelfde strijdplan in gedachten had als in Chelsea. Die wedstrijd was een blijk van moed, met vier aanvallende spelers: Eto’o, Milito, Sneijder en Pandev, met daarbij Maicon, die à la Facchetti de rechterstrook beheerst. Dat strijdplan viel op Camp Nou in het water omdat Pandev bij de opwarming uitviel. Toen kwam met Chivu een verdedigend accent op het veld. Later werd de zaak nog gecompliceerd door de rode kaart voor Motta door de absoluut niet-Intervriendelijke De Bleeckere, die altijd zijn stempel wil drukken om te laten zien dat hij aanwezig is. Met tien tegen elf voetballen in Camp Nou tegen Barcelona, dat berucht is voor zijn positiespel, dat kan je niet met open vizier doen. Iedere andere trainer had in die omstandigheden hetzelfde gedaan. Het was overleven, maar op het veld zag ik geen paniek. Dan is het mooi om te zien hoe zo’n groep grootverdieners zich kan ontpoppen tot een team met bepaalde gedragscodes.”

Arrigo Sacchi schreef in de herfst: een individu laat je toe een wedstrijd te winnen, maar een Europabeker win je alleen als je een hecht team hebt.

“Na de verkoop van Zlatan Ibrahimovic maakte Mourinho toch een stap naar meer balbezit. Sneijder was zijn missing link. Inter is nu veel meer een team dan toen Zlatan er nog was. Zlatan kon in zijn eentje de wedstrijden beslissen, maar er was toen geen Sneijder die vorm kon geven aan het spel.”

Waar komt jouw liefde voor Inter vandaan?

“Dat heeft toch weer te maken met winnen. In 1964/65 was ik het jongetje dat zag hoe het Nederlandse voetbal achterbleef tegenover de internationale top. De wat oudere vrienden in onze buurt dweepten met Inter, toen een fenomenale ploeg qua ritmiek en samenstelling. Alles paste in mekaar. Vaak word ik geconfronteerd met een opmerking over het defensieve, maar dan zeg ik: kijk eens naar dat Inter van Helenio Herrera. Daar speelden Jair, Corso, Mazzola, Suárez – het genie achter de aanval. Dat zijn vier aanvallende spelers, plus Facchetti, die als aanvallende linksback een revolutie teweegbracht door systematisch de ruimte in te duiken. Je wint niet zonder aan te vallen, en zij wonnen: kampioenschappen, Europacups.

“Weinig mensen weten dat Herrera voor zijn komst naar Inter als trainer zeer aanvallend voetbalde. In zijn drie seizoenen bij Barcelona maakte zijn ploeg twee keer meer dan honderd doelpunten. Eigenlijk wilde hij ook Inter op die manier laten spelen, maar hij liep zich te pletter op het cate-naccio wat in Italië gemeengoed was. Herrera heeft het catenaccio vervolgens geperfectioneerd, maar hij is niet de uitvinder. Dat was Nereo Rocco, de trainer van Padova: die zette voor het eerst een middenvelder achter de verdediging.”

Mourinho

De les is: geen individu is in Italië, hoe succesvol ook als trainer, in staat om het Italiaanse voetbal te veranderen.

Arrigo Sacchi heeft dat toch gelogenstraft. Hij heeft laten zien dat een idee kan bloeien, als het gesteund wordt door de voorzitters. Herrera was natuurlijk een soort messias, qua mentale aanpak te vergelijken met Mourinho: waarom gebeurt iets? Hoe bouw ik een team? Hoe kan ik mensen motiveren? Mourinho gaat op dezelfde manier te werk. Ook Herrera beschermde zijn groep en maakte daardoor de eenheid groot. Hij wist niet alleen collectief maar ook individueel spelers te motiveren, ook al stond hij voor een strakke aanpak. Daar is Mourinho moderner in: die geeft spelers een bepaalde vrijheid en krijgt daar wisselgeld voor terug, met Sneijder als fantastisch voorbeeld. Mourinho heeft Wes belangrijk gemaakt en gezegd: ik heb jou nodig. Dat wil elke speler horen, maar Wes heeft dat zeker nodig. Ik heb Sneijder nog nooit zo zien spelen als tegen Barcelona, zich volledig opofferend. Die was op een bepaald moment met krampen niet meer vooruit te branden, maar gaf alles voor die coach. Mourinho laat Sneijder na een wedstrijd een dagje naar Nederland gaan, met zijn vrouw. Fysiologisch is dat niet slim, want hij zou beter rusten in plaats van reizen, maar de winst die Mourinho daardoor in het hoofd van Sneijder boekt, is groter dan het fysieke verlies.

“Toen ik in Milaan de naam Sneijder noemde, kreeg ik reacties die me verbaasden: ‘Een voorbeeld voor de ploeg, beschikbaar voor iedereen.’ Dat is toch een andere Sneijder dan ik kende, die een beetje nukkig kon zijn. Dat heeft Mourinho bij hem mooi voor mekaar gekregen. Zo doet hij dat met alle spelers. Voor de heenwedstrijd tegen Barcelona heeft hij voor de groep twee uur lang een betoog gehouden, hoe Barcelona te bestrijden was. Dan denk je: twee uur lang, daar worden spelers gek van. Maar ik weet dat hij ze twee uur lang gevangen heeft gehouden in zijn vurige betoog. Mourinho is de magiër zoals Herrera er één was omdat hij methoden gebruikte die toen niet conventioneel waren. Hij dacht verder dan de gemiddelde trainer. Herrera was de man met het idee: we verspreiden Inter over heel Italië. Zo ontwierp hij een clubblad, Club Inter, dat in heel Italië te koop werd aangeboden. Daar moet je over nadenken, dan ben je niet alleen met voetbal bezig.

“Ook Mourinho is altijd bezig om vooruit te denken. Die gaat bewust polemiek zoeken met media, met bestaande of gefingeerde tegenstanders, om zijn eigen ploeg lekker zijn ding te laten doen, met hem als schild. Over alles wat hij doet, is nagedacht. Toen hij bij Inter aankwam, verbaasde hij iedereen. Niet alleen met zijn kennis van de Italiaanse taal, maar hij gebruikte ook Milanese dialectwoorden. Bovendien ging hij praten met mensen uit de club. Hij wilde weten wie de grote talenten waren onder twaalf en veertien. Hij kende hun namen, had zich terdege voorbereid.

“Dat is een andere Mourinho dan de paljas die de buitenwereld af en toe ziet. Hij weet ook dat de media van hem houden, want hij levert zo veel stof op. Nu verketteren ze hem om zijn uitspraken, maar ze zullen huilen als hij weggaat. Iemand die zo veel stof tot discussie brengt, die krijgen ze niet meer.”

Welk gevoel had je toen Inter Mourinho haalde?

“Ik wist meteen: die man past bij Inter. Met zijn persoonlijkheid kan hij de toch moeilijke kleedkamer beheersen. Dat is een van de moeilijkste aspecten voor een trainer. Mourinho kan Materazzi motiveren om op de bank te gaan zitten en daar zijn rol te spelen. Hij straft Balotelli, maar probeert tegelijk zijn vader te zijn in plaats van te zeggen: ‘Wegwezen.’

“Bij Inter heerste meer dan tien jaar een wilde cultuur, met een voorzitter die veel door de vingers zag van zijn spelers. Moratti was bijvoorbeeld verliefd op Recoba. Die heeft bij Inter waanzinnig veel geld verdiend, maar daar weinig voor teruggegeven. Toch werd hij geaaid door de voorzitter. Daar maakten de andere spelers gebruik van. Lang leek de kleedkamer niet volledig doordrongen van het gevoel te moeten winnen. Ook Mancini had zijn lievelingen. Mourinho is uiteindelijk onpartijdig. Daarom is er nu in de kleedkamer een eenheid van denken die er tevoren niet was.”

Pazza Inter

Hoe schat je, komende uit een land waar voorzitters onzichtbaar zijn, een figuur als Intervoorzitter Massimo Moratti in?

“In Italië is het ondenkbaar dat een voorzitter op de achtergrond blijft. Die wordt net voorzitter om op de voorgrond te komen. Hij moet laten zien dat hij de man is met tanti soldi: daar moet wat van afstralen. Sommige voorzitters in Italië veinzen dat ze supporters zijn, maar Moratti is tifoso vanaf zijn geboorte.”

Heeft Moratti’s passie Inter afgeremd?

“Het heeft Inter gestuwd, maar met wat meer wijsheid en juiste keuzes had Inter al veel eerder verder kunnen staan. Kijk: het is in een wereld van schaarste bijna walgelijk hoeveel geld Moratti al gespendeerd heeft om Inter beter te maken, maar ik weet dat hij dat niet doet om ermee uit te pakken, maar uit liefde voor die club. Ik weet dat hij een sociaal bewogen man is, die een keer per maand een gevangenis bezoekt om gedetineerden moed in te praten. Daarom kan ik wel van die man houden.”

Waarin onderscheidt Inter zich volgens jou vandaag nog van Milan en Juventus?

“Inter is een familie die kwetsbaar is door dat familiegevoel. Ze hebben nu vijf fantastische jaren waarin een heleboel van het geleden leed is weggespoeld, maar het blijft toch Pazza Inter, zoals het clublied gaat, het gekke Inter. Er gebeuren soms waanzinnige dingen: grote aankopen die er niets van bakken, de bezetenheid van de voorzitter, … Pazza!”

Hoe heb je al die tijd zonder successen overleefd?

“Door die oorspronkelijke liefde vastberaden vol te houden. Het zit diep, dat blauw-zwart. Na Barcelona-Inter ben ik hier bij Ajax provocerend in een blauw-zwart overhemd binnengestapt. De haat die me vanuit de kleedkamer toegegooid werd: héérlijk.”

‘Mijn Inter’ van David Endt werd in 2009 uitgegeven bij Thomas Rap, www.thomasrap.nl.

geert foutré – beelden reporters

Inter is nu veel meer een team dan toen Zlatan er nog was.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content