Elrio Van Heerden was even vaak geblesseerd als fit sinds hij bijna twee jaar geleden naar Brugge kwam. Deels door zijn eigen schuld. Dus twijfelt hij of een vertrek naar de Afrika Cup nu wel wenselijk is. ‘Ik weet niet wat er zal gebeuren.’

De winter staat voor de deur en wie we daar hebben: Elrio Van Heerden! Van een slechte timing gesproken. De Zuid-Afrikaan van Club Brugge houdt van voetballen, en dat heeft hij te lang niet kunnen doen, maar ook van de zon en die is verder weg dan ooit. ” It’s okay“, zegt hij. “Ik ben blij dat ik weer kan voetballen, maar dit weer, de regen, de wind, is boring. Als de zon schijnt, speel je beter. Dat ben ik ook gewend. Maar ik heb geen controle over het weer.” (lacht)

Wat heb je het meest gemist de voorbije maanden?

Elrio Van Heerden: “Buiten zijn, samen met de groep. Dit zijn van de moeilijkste momenten in een carrière, maar ze maken je wel mentaal sterker. Hoewel, om eerlijk te zijn: ik had het liever niet meegemaakt. Elke ochtend opstaan om weer dezelfde oefeningen te gaan doen, prettig is anders. Het was lastig, zeker voor mij omdat ik ver van huis ben, zonder familie.”

In februari zal het twee jaar geleden zijn dat je naar Brugge kwam. In die korte tijd was je twee keer voor lange tijd geblesseerd. Is dat …

Of course, nog nooit was ik zo lang geblesseerd. En nu al twee keer. Eerst de knie, dan de lies. Ik heb echt een moeilijke periode achter de rug, hoor. Met de knie was de diagnose duidelijk en wist ik dat ik na drie maanden weer zou voetballen. Nu ging het om een ontsteking aan de adductoren en daar een datum op plakken is veel moeilijker. Het heeft uiteindelijk vier maanden geduurd.”

Door de blessures ging je seizoensvoorbereiding nu al twee keer op rij de mist in. Vorig seizoen kwam je in november in het elftal en werkte nadien een druk programma af, met ook nog de beker en de nationale ploeg. Dat brak je op het eind zuur op, met kleine pijntjes her en der. Mogelijk heeft die terugslag tot je tweede blessure geleid.

“Ja, maar toch weet ik het niet precies. Als ik om me heen kijk, zie ik veel spelers met problemen aan de adductoren. Het kan liggen aan dat gebrek aan voorbereiding, misschien heb je daarin gelijk, maar zeker weten doe je het toch niet. Misschien lag het ook aan de velden.” (lacht)

Op de laatste speeldag vorig seizoen speelde je weer, waarna je voor de bekerfinale als zestiende man naast de selectie viel. Hoe kwam dat aan?

“Hard. Het ging tenslotte om een bekerfinale. Ik bleef wel bij de groep, dat had de trainer (Cedomir Janevski, nvdr) me gevraagd, maar het was toch niet hetzelfde om achteraf te vieren als wanneer je zelf op het veld hebt gestaan. Natuurlijk was ik blij omdat ik door de winst misschien Europees zou kunnen spelen, maar helaas is dat niet gelukt.”

Was het een verrassing dat je werd geweerd voor de finale?

“Nee, ik wist het. In de week voor de finale was ik een of twee dagen binnen gebleven. De trainer vroeg me hoe ik me voelde. ‘Beter’, antwoordde ik, maar ik had me natuurlijk niet kunnen voorbereiden zoals het hoorde. De ploeg die toen speelde, deed het bovendien goed. Dus waarom veranderen? Ik heb de beslissing aanvaard, ze was eerlijk, maar onfortuinlijk voor mij.”

Braziliaanse bondscoach

Na de finale kreeg je van je club het advies om te rusten, maar in plaats daarvan vertrok je op oefenkamp met de Zuid-Afrikaanse nationale ploeg. Twee trainingen per dag, interland gespeeld …

“Niemand heeft me gezegd: ‘Jij gaat niet’. Zoals gezegd: ik had getraind voor de bekerfinale en ik voelde me goed, al was het niet honderd procent. De week die ik bij de nationale ploeg doorbracht, was er geen enkel probleem. Daarna ben ik naar huis gegaan voor een paar dagen vakantie en toen ik vervolgens wat extra individueel begon te trainen, voelde ik pijn. Ik belde de dokter om te zeggen dat ik de tweede wedstrijd met de nationale ploeg niet kon spelen. Na extra onderzoek bevestigde hij die beslissing.

“Misschien was het een foute beslissing van mij om naar de nationale ploeg te vertrekken. Maar dat is verleden tijd nu, laten we vooruit kijken.”

Zeg je nu dat je een fout hebt gemaakt?

“Het was een slechte beslissing.”

Mogelijk was je te gretig om je te bewijzen voor Carlos Alberto Parreira, wereldkampioen geworden met Brazilië in 1994 en pas sinds augustus 2006 jullie bondscoach?

“Toen hij werd aangesteld, was ik net drie maanden out met mijn knieblessure. Daardoor miste ik alle kwalificatiewedstrijden sinds zijn aanstelling. Hij had me nog niet echt kunnen bekijken, dus dat oefenkamp was een mooie gelegenheid om me te laten zien. Iedereen wil voor zijn land spelen, zeker als je zoals ik nog jong bent. Jammer genoeg eindigde het met een blessure.”

Bovenop de blessures kwam tijdens je afwezigheid de Europese uitschakeling tegen Brann Bergen. Hoe ben je daarmee omgegaan?

“Natuurlijk was dat een grote ontgoocheling, na een seizoen dat al slecht was geweest. Uitgerekend voor dat Europese voetbal was ik naar hier gekomen. Vorig seizoen viel ik na mijn blessure alleen in tegen Leverkusen. En nu dit. Yeah, it’s a pity, you know. Laat ons hopen dat we kampioen spelen en volgend jaar onze kans kunnen gaan in de Champions League.”

Je vorige club, Kopenhagen, speelde vorig seizoen Champions League en nu UEFA Cup. Je was beter gebleven.

“Goed voor hen, maar ik voelde dat ik aan iets nieuws toe was. Het Deense kampioenschap is goed, maar met maar twaalf ploegen, dus je speelt vier keer tegen elkaar. Na een tijdje heb je het dan wel gezien. We werden elk jaar kampioen. Zij spelen Europees nu en wij niet: het zij zo. Misschien was het nog niet voor mij voorbestemd.”

Maar je ambitie toen je voor Club Brugge tekende, was klaar en duidelijk: Champions League spelen. Dat gebeurde nog niet en tot overmaat van ramp was je vooral geblesseerd. Heb je de voorbije twee jaar wel een stap voorwaarts gezet?

“Moeilijk te zeggen. Misschien moet ik een nieuwe start nemen en de dingen vanaf nu laten gebeuren. Kampioenschap pakken, trofeeën winnen, Champions League spelen. Je weet nooit wat de toekomst brengt. Soms loopt het niet zoals je het had gewild, soms wel.”

Zijn het twee verloren jaren geweest?

“Niet echt. Maar drie en vier maanden geblesseerd zijn, is veel natuurlijk. Ik denk dat ik het goed deed vorig seizoen zodra ik terug was, ondanks de moeilijke periode waar de club door ging. Maar het is wel een moeilijke tijd geweest.”

Ondanks alle problemen blijf je wel een vrolijke jongen in de kleedkamer. Iedereen in Brugge houdt van je.

“Het is niet door elke dag boos te zijn, dat je een moeilijke situatie verandert. Het zit in mijn persoonlijkheid om plezier te hebben in wat ik doe. Natuurlijk waren er dagen dat ik opstond en me down voelde, maar daar moet je anderen niet mee lastigvallen.”

De eerste keer dat je weer met de groep meetrainde, stond je plots met een witte aanvoerdersband om je arm op het veld. Hilarisch tafereel, naar verluidt.

(lacht)“Just joking! Een beetje plagen. Ik wist dat ze er iets van zouden zeggen. Dat deden ze ook: ‘Jij zult nóóit kapitein zijn!'”

Recent doken er berichten op over je vermeende overgewicht. Klopt het dat je je aan de commentaren daarop hebt gestoord?

“Ik woog 65 kg toen ik hier kwam (bijna 67 zelfs, nvdr), maar volgens de trainer zou ik beter nog twee kilo afvallen. Waarom niet dan? Hij zei me ook dat hij me niet als een agent zou controleren, het was meer grappend dan ernstig bedoeld. Ik weeg nu 63 kg.”

Als mensen zelfs aandacht beginnen te schenken aan iemands gewicht terwijl er niets aan de hand is, betekent dat dat de speler in kwestie belangrijk is. Misschien moet je ’t opvatten als een compliment.

(grinnikt) “Ik zal nooit zeggen dat ik belangrijk ben. Ik kan alleen maar mijn best doen, dan komen mijn kwaliteiten vanzelf wel tot uiting. Je bent met elf en misschien zijn er daarvan een paar die een wedstrijd kunnen beslissen, maar in een club als Brugge heb je alleen maar kwaliteitsspelers. Als mensen veel van mij verwachten nu ik terug ben, is dat een uitdaging die ik graag aanga. Soms speel ik goed en zijn de mensen tevreden, maar ben ik het niet omdat ik altijd beter wil worden. Dat kan alleen maar als je titels pakt en Champions League speelt.”

Je was impressionant tegen AA Gent, met tien tegen elf, je eerste wedstrijd in de basis en toch op het eind nog dollen met je tegenstanders. Je zit naar verluidt alweer kort tegen je topniveau aan.

“Ik weet dat ik véél beter kan. Pas als ik goed speel én scoor, zal ik zeggen: oké, dit was topvorm. Dat scoren is er nog niet van gekomen, het is een van mijn grote objectieven dit seizoen. Ik moet meer scoren en assists geven.”

Afrika Cup of niet

In 2010 organiseert Zuid-Afrika het WK. Hoe belangrijk ben je voor het Zuid-Afrikaanse team?

“We hebben een nieuwe coach die jonge spelers kansen geeft, maar ik moet nog veel laten zien. Het is mijn droom om in een groter kampioenschap te spelen. Pas als je daarin beslissend bent, kan je zeggen hoe belangrijk je bent voor je land. Op dit moment ben ik een speler als alle andere. Tegen 2010 hoop ik belangrijk te zijn.”

Volgens Hans Vonk, Zuid-Afrikaans doelman en ex-Ajax, wordt er heel veel van je verwacht in je thuisland.

“Ik speelde erg goed tegen Tsjaad. We wonnen met 4-0 en de kranten riepen me uit tot een van de spelers voor het WK 2010. Ik speelde nog samen met Hans, hij gaf me altijd goede raad. Heel fijn van iemand met zoveel ervaring.”

Je bent weer fit nu, maar in januari moet Club je alweer missen. Dan vertrek je naar Ghana voor de Afrika Cup.

(glimlacht ontwijkend)

Of niet soms?

“Misschien moeten we het daar nu maar niet over hebben. Ik bedoel maar, ik ben pas terug uit blessure. Het wordt een moeilijke beslissing, maar ik heb er nog met niemand uit de club over gesproken. Ik weet niet wat er zal gebeuren. Als ik geselecteerd word, ben ik verplicht om te gaan, maar net nu ik die blessure achter de rug heb … Ik heb gemengde gevoelens. Spelen voor je nationale ploeg is altijd mooi, dus wat kan ik doen? Als ik niet ga, krijg ik ook problemen. En ga ik toch, moet ik hopen dat ik blessurevrij terugkom.”

Dus?

“We zien wel. De Afrika Cup is vooral bedoeld om ervaring op te doen met het oog op dat WK. Tenminste, dat is toch wat de coach zegt, las ik in een Zuid-Afrikaanse krant. En nu ben ik weg! Thuis gauw onder een dekentje kruipen en een filmpje opzetten. Het is veel te koud hier.” (lacht) S

door jan hauspie

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content