Hij is mentaal vermoeid, Anele. Van de drukke agenda de voorbije twee jaren. En van het vele geschuif in het elftal. Maar in play-off 1 wil de Genkse rechtsback weer ‘vliegen’, zoals hij het zelf zo graag omschrijft. ‘Ik wil uit mijn kettingen breken!’

In het Genkse kampioenselftal van vorig seizoen was Anele Ngcongca (24) een van de steunpilaren. Met zijn rushes zorgde de Zuid-Afrikaanse rechtsachter meermaals voor paniek op de helft van de tegenstander en verdedigend was hij zelden op een foutje te betrappen. Gunther Schepens bijvoorbeeld, scout van AA Gent en gewaardeerd analist, stak zijn waardering niet weg voor de Genkse back en verklaarde begin dit seizoen in dit blad: “Op Genk na, met Anele, zie ik in België niemand met een degelijke rechtsachter. Het is moeilijk om een goede back te vinden.”

Maar dit seizoen raakte het Genkse collectief nooit op toerental. Zo ook Anele. Hij miste amper een handvol wedstrijden, maar haalde zelden het voorplan zoals in dat kampioensjaar. Hij was tot nu toe … anoniem.

Anele: “Dat mag je zeggen. Ik haalde dit seizoen geen constant niveau en soms waren er wedstrijden dat je me zelfs niet zag.”

Hoe komt dat?

“Er zijn verschillende redenen. Ten eerste een bepaalde visie van de trainers. Frankie Vercauteren haalde het beste uit mij. Ik mocht heel offensief spelen, daar liggen mijn kwaliteiten. Nu moet ik in de eerste plaats aan verdedigen denken en slechts sporadisch mee oprukken. Vercauteren daarentegen zei altijd: doe je ding!

“Al van op de academie in Cape Town heb ik geleerd om als rechtsachter een manmeersituatie te creëren. De tegenstander achter jou laten lopen in plaats van omgekeerd. I want to explode! I want to get out of the chains! Fly! Voorzetten geven, voor gevaar zorgen.”

Je zegt dus dat er onder Mario Been meer verdedigende zekerheid wordt ingebouwd. Is het dan niet vreemd dat Genk toch het team uit de top zes is met de meeste tegengoals?

“Ja, maar hoe krijgen we die goals tegen? Voornamelijk uit stilstaande fases. Dat heeft voor een stuk te maken met het verdwijnen van Eric Matoukou. Hij was een leeuw, iemand die veel opruimde en door zijn krijgersmentaliteit de groep op sleeptouw nam. Pas op, daarmee wil ik geen afbreuk doen aan de kwaliteiten van de jongens die nu in de verdediging staan. Matoukou was gewoon heel belangrijk op stilstaande fases.”

Oké. De tweede reden voor jouw persoonlijke mindere presteren dan?

“Vermoeidheid. Het probleem is dat ik in 2010 met Zuid-Afrika het WK speelde, waardoor ik dat jaar geen vakantie kon inlassen. Meteen na het WK volgde dan ons fameuze seizoen 2010/11, met een mooie afloop, maar ik speelde bijna alle wedstrijden en was kapot. Vooral mentaal. Ik moest ook heel veel reizen met de nationale ploeg.

“Na de titel vorig seizoen had ik dan amper twee weken om even naar Zuid-Afrika terug te keren. Dus ik ben niet helemaal uitgerust aan dit seizoen begonnen. Ik was niet dezelfde speler als de jaren voordien, dat erken ik. Maar ik wil niet klagen, de echte topspelers spelen nog veel meer wedstrijden.

“Het heeft er ook mee te maken dat ik mijn familie miste. Mijn vriendin en mijn dochtertje leven in Zuid-Afrika, in België ben ik alleen. Al sinds 2007. Dat begint serieus te wegen op mijn gemoed.”

Hoe komt het dat je gezin nog daar woont?

“Omdat de papieren niet in orde raken. Het ligt moeilijk. Ik zie hen soms wel even als ik naar de nationale ploeg moet afreizen, maar dat lukt niet altijd. Zoals onlangs met de interland tegen Senegal: toen moest ik meteen na de match alweer het vliegtuig naar België nemen.”

Supporter van Vanden Borre

Laten we zelf nog een derde reden voor je mindere seizoen noemen: het vele geschuif met je positie in het elftal. Je werd al ingezet als rechtsachter, linksachter, verdedigende middenvelder en onlangs tegen Westerlo nog als centrale verdediger.

“Zeg dat nog eens luidop. ( grijnst) Soms voel ik me een clown. Enerzijds ben ik blij dat de Heer mij het talent gegeven heeft om op verschillende posities te spelen, maar … ( blaast)

“Het is een mentale kwestie, je moet de knop kunnen omdraaien. Toen ik nog in Zuid-Afrika voetbalde, was ik een spits. Daarna werd ik middenvelder, dan centrale verdediger. Vervolgens mocht ik testen bij Arsenal en zei Arsène Wenger dat ik een rechtsachter was.”

Wenger zei dat persoonlijk?

“Ja, in zijn bureau. Ik speelde twee weken mee met het reserveteam waarin toen ook Alex Song, Nicklas Bendtner en Gaël Clichy rondliepen. Op training speelde ik op het middenveld, maar Wenger nam me apart en zei dat ik de kwaliteiten had voor een rechtsback: ik heb daar de inhoud en de snelheid voor, vond hij. Ik dacht eerst dat hij een grap maakte.

“Uiteindelijk heeft Clichy me enkele basisprincipes van het spelen als back uitgelegd. Vooral positioneel: naar binnen knijpen om de centrale verdedigers te helpen en bij balbezit opengaan en diepgang brengen. Daarna ben ik op You Tube enkele filmpjes van rechtsbacks gaan opzoeken. Cafu heeft mij de ogen geopend. Ik was enorm geïmponeerd door de manier waarop hij die positie invulde. Later spiegelde ik mij aan Dani Alves van Barcelona. Brazilië heeft echt een traditie van rechtsachters.”

Nu voel je je een echte rechtsback?

“Ja. Al gebruiken ze mij bij de nationale ploeg van Zuid-Afrika tegenwoordig als centrale middenvelder. Het type dat niet vaak aan de bal moet komen, maar veel loopt, ballen recupereert en gaten trekt voor anderen.”

Als je internationaal een carrière wil maken, is het beter dat je louter op die rechtsachterpositie focust, niet?

“Ja. Vooral sinds de WK-match tegen Frankrijk merk ik dat ik toch een beetje naam maakte als rechtsachter. Dus nu concentreer ik me daarop. Ik kijk veel naar wedstrijden, en dan analyseer ik de prestaties van de rechtsachter.”

En wie is volgens jou de beste rechtsachter in de Belgische competitie?

Anthony Vanden Borre.”

Dat is wel je rechtstreekse concurrent over wie je het nu hebt.

“Weet ik. Maar Vanden Borre is echt ongelooflijk. Hij heeft alles in zich, hij doet met een bal wat hij wil. Het enige wat hij moet doen, is mentaal alles op een rijtje krijgen. Soms krijg je geen vat op hem en toont hij weinig goesting. Maar voor mij is het goed dat hij er is: hij daagt mij uit om altijd mijn best te doen. Ik supporter voor hem, echt waar.”

Hij is wel een van de lievelingetjes van de coach. Is dat frustrerend voor jou?

“Tja, dat is zo. Ik zie dat zelf ook wel. Op training en in de wedstrijd. Bij de 7-0-nederlaag tegen Valencia zat ik op de bank, omdat ik te laat terugkeerde van een interland. Daar was ik behoorlijk ontgoocheld. Ik zeg niet dat we met mij erbij hadden gewonnen, maar … ik begreep echt niet waarom ik op de bank zat. Ach, de trainer doet wat hij denkt dat het beste is voor de ploeg. Ik respecteer hem.”

Je relatie met Mario Been is niet optimaal. In december schreef je op Twitter: ‘Ik zit op de bank en de coach kan niet uitleggen waarom.’ Dat was voor de wedstrijd Genk – Lierse. Het zat je duidelijk dwars.

“Ja, ik krijg graag een uitleg waarom bepaalde keuzes gemaakt worden. Ik vind het niet mijn taak om bij de trainer op de deur te gaan kloppen, maar onze bondscoach bij Zuid-Afrika legt bijvoorbeeld altijd uit waarom hij bepaalde tactische keuzes maakt. Ik vind dat interessant, zo leer je als speler ook bij.

“Het deed me pijn dat ik zomaar gepasseerd werd. Maar onze onderling relatie is oké nu. Het valt natuurlijk af te wachten hoe de play-offs zullen lopen. De ploeg won die cruciale wedstrijd tegen AA Gent en ik ben van het principe never change a winning team. Dus als ik mijn eigen logica volg, sta ik naast de ploeg.

“Weet je wat het ook is? De trainer roept veel naar mij, it confuses me. Omdat hij soms aanwijzingen roept waar ik niet mee akkoord ga. Daardoor hink ik vaak op twee gedachten tijdens een wedstrijd: naar de coach luisteren of mijn eigen gedacht volgen? Verwarrend.”

Voodoo

Waren jullie bang dat jullie play-off 1 zouden missen?

“Er heerste toch wel nervositeit in de groep, ja. De kampioen die in play-off 2 zou moeten aantreden: dat klopt niet. Anderzijds hadden we ook wel het nodige vertrouwen in onszelf, we wisten wat we moesten doen in de beslissende wedstrijd tegen Gent.”

Jij was geschorst.

“Ik zat in de spionkop, bij onze twaalfde man. De eerste maal dat ik zoiets deed. Het was leerrijk om een match eens van die kant mee te maken. Je ziet de emoties op de mensen hun gezicht en je beseft plots ook meer dat die mensen hun geld neertellen om daar te staan supporteren voor jou.”

Nochtans had je in het begin van het seizoen kritiek op de Genkse supporters. Je begreep niet waarom ze het eigen team uitfloten.

“Dat is waar. Ogunjimi had het ook moeilijk met die negatieve reacties uit het publiek. Als speler snap je zoiets niet, omdat je op het veld toch probeert je best te doen. Maar soms lukt het gewoon niet of zit het tegen. Je kan altijd eens een bad day at the office hebben.

“Maar nu snap ik het al beter, daarom durf ik nu ook mijn excuses aan te bieden aan de supporters voor wat ik toen gezegd heb. Ik zat zelf in de tribune en als ik een speler een slechte pass zag geven, dacht ik bij mezelf ook: komaan man, je kan zo veel beter!”

Sébastien Pocognoli tipt op Genk als revelatie in play-off 1.

“Volgens mij heeft hij gelijk. Maar dat komt er enkel door hard te werken, discipline en concentratie.”

Net wat er dit seizoen zo vaak ontbrak. Waarom zou dat plots anders zijn?

“Ik weet het, dat plaatje spelen we al een heel seizoen af. Soms is niet iedereen even gemotiveerd. Dat zeggen we ook rechtstreeks tegen elkaar. Als de rechtermiddenvelder bijvoorbeeld zijn job niet naar behoren doet, kom ik ook in de problemen als rechtsback. Dan moet je zulke dingen luid en duidelijk durven zeggen. Alleen zo word je beter als team. Sommige spelers nemen zulke reacties persoonlijk, dat snap ik niet. Het gaat niet om ik, maar om wij. Om het beter worden als team.”

Er waren dit seizoen meer discussies dan vorig seizoen.

“Ja, natuurlijk. The road was rough. Maar uiteindelijk zitten we toch weer op het juiste pad. We zijn nog hongerig.”

Kevin De Bruyne gaf in februari ook luid en duidelijk zijn visie in een interview tijdens de rust van de wedstrijd tegen Lokeren. ‘Laat ons verder werken met de spelers die wel nog zin hebben’, zei hij.

“Ik begrijp Kevin. Op zo’n moment zit je in een emotionele flow. Kevin is een winnaar, daar hou ik van. Hij sprak gewoon uit wat hij voelde. Je kunt zulke zaken ook niet altijd opkroppen, dat is niet gezond.

“Wij hoorden al meteen na de match wat hij gezegd had, maar het waren vooral de trainer en het bestuur die daar zwaar aan tilden. De spelers zelf maakten daar geen item van. We beseften ook dat het beter moest. We kwamen altijd tweede op de bal en verloren duels. Tja, dan kan je beter binnen blijven.”

Wilde Genk te veel tonen dat het goed voetbal kan brengen, denk je?

“Misschien wel. Vorig seizoen zat het ons ook allemaal mee, elke bal richting doel ging binnen. Soms denk ik zelfs dat er voodoo mee gemoeid is. Want voor de match tegen Westerlo waren we echt opgenaaid en na een kwartier stonden we ineens 3-0 achter. Wie moet je dan met de vinger wijzen? Ik weet het niet, hoor.”

Een verklaring voor de verzadiging in het team kan zijn dat jullie al genoeg verdienden dankzij allerlei bonussen en premies. Speelt geld een rol?

“Iedereen verdiende die premies. They worked their socks out. Dat mag echter niet meespelen. Wat moeten grootverdieners als Messi dan zeggen? Bij hen speelt dat toch ook geen rol?!

“Neen, wat in mijn ogen voor meer afleiding zorgde, waren al die transferbeslommeringen. Spelers die vertrokken tijdens de zomer, tijdens de winterstop en nu ook al spelers die bij andere clubs tekenden, zoals De Bruyne en Tözsér. Dat is allemaal niet ideaal voor de concentratie. Maar het is aan de blijvers om te tonen dat ze de boel draaiende kunnen houden. Dat gebeurde niet altijd.”

De juiste kant van de weg

Ongeveer een jaar geleden gaf je ook een interview in dit blad. Toen zei je dat het vooral belangrijk was een prijs te pakken. Die haalde je met de titel. Je veranderde ook van manager. Met welke instelling zit je vandaag hier tegenover ons?

“Ik vind het helemaal niet erg dat ik nog bij Genk zit. Ik luister altijd naar mijn moeder, zij is heel belangrijk voor mij. Na het behalen van de titel zei ze tegen mij: je moet niet vertrekken, je kan nog zo veel winnen bij Genk. Met een transfer was ik dus niet bezig. Ik wil met dit team nog schitteren. Bovendien zit ik met de Ebbenhouten Schoen in gedachten, dat zou echt een mooie beloning zijn. Die trofee is heel belangrijk voor mij.”

Misschien een smerig vraagje: als Been blijft, hypothekeert dat jouw toekomst bij Genk?

( lacht) “Nee hoor, dat is zelfs een goede vraag. Only time will tell. Veel zal afhangen van hoe de play-offs verlopen en van de versterking die er gehaald wordt van de zomer. We hebben meer diepte nodig, meer ervaring om weer echt voor de prijzen mee te doen.”

Kevin De Bruyne vertrekt straks naar Chelsea. Hoe zwaar zal zijn afwezigheid doorwegen? Als er één zaak duidelijk werd dit seizoen, dan is het wel dat als De Bruyne goed draait, Genk goed draait.

“Kevin is de motor van onze ploeg. Ik vind die centrale positie op het middenveld wel iets voor hem, omdat hij er veel verantwoordelijkheid krijgt. Dat heeft hij graag en dan presteert hij goed. Kevin is het soort speler dat je hard moet pushen, hij bezit de kwaliteiten om ver te raken.

“Ik herinner me nog goed dat ik hem hier destijds bij de jeugd bezig zag. Een blond jongetje met een nogal bizar loopje. Maar je zag meteen: dit wordt een topper. Zijn techniek is ongeëvenaard.”

En Jelle Vossen? Die heeft er net als jij een moeilijk seizoen op zitten.

Jelle is een harde werker. Hij heeft ondertussen toch zijn punt bewezen? Wie is de topschutter van onze ploeg? Vossen. Ondanks de kritiek van de coach in het begin van het seizoen, toonde hij dat hij dé man is voorin. Hij heeft zijn zelfvertrouwen terug, ik verwacht veel van hem in de play-offs.”

Het ziet er goed uit: De Bruyne weer fit, Vossen in vorm.

“De pers is hard geweest voor ons, maar terecht. Wij hebben onszelf in moeilijkheden gebracht. Maar nu rijden we weer aan de juiste kant van de weg. De ingrediënten zijn aanwezig om van play-off 1 nog iets moois te maken.”

DOOR MATTHIAS STOCKMANS – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Als ik mijn eigen logica volg, sta ik naast de ploeg.”

“Ik verwacht veel van Vossen in de play-offs.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content