Denis Odoi (28) ruilde deze zomer het Lokerse Daknam in voor het Londense Craven Cottage, al sinds 1896 thuishaven van Fulham. In zijn debuutmatch tegen Newcastle ontpopte de verdediger zich meteen tot man van de match en cultheld. ‘Het probleem is dat ze dit nu elke week verwachten.’

Fulham FC, ex-club van Moussa Dembélé en Philippe Albert, tuimelde in 2014 uit de Premier League en sputtert sindsdien in The Championship, zoals de Engelse tweede klasse heet. Het nieuwe seizoen, dat van de wederopstanding, wordt geopend met een 1-0-stuntzege tegen Newcastle, de nieuwe werkgever van Matz Sels en dé uitgesproken titelfavoriet. Toch is niet die verrassende uitslag de talk of the town, wel het prachtige kunststukje van Denis Odoi in minuut 80 van de wedstrijd: diagonale cross van Scott Parker, de Belgische flankverdediger die de bal op zijn rug laat ketsen en zo in één vloeiende beweging tegenstander Paul Dummett passeert. Zelden zo’n zindering door een stadion zien en vooral horen rollen als op dat moment. Odoi wordt nadien door de fans verkozen tot man van de match.

Wat een contrast met de teneur vlak voor de wedstrijd. Gevraagd naar hun verwachtingen voor dit seizoen antwoorden Jamie en Dave, al hun leven lang abonneehouder bij Fulham, droog: ‘Not much.’ De fans zijn boos dat de clubdirectie topschutter Ross McCormack (vorig jaar 21 competitiegoals) liet vertrekken naar reeksgenoot Aston Villa en worden ongeduldig omdat spraakmakende versterkingen uitblijven. Van Odoi hadden ze nog nooit gehoord, bekennen Jamie en Dave.

Een paar uur later bruist de wijk Fulham, een aangename middenklassebuurt net buiten het centrum van Londen, zoals het op een vrijdagavond betaamt. De naam van Odoi gaat over de tongen, er wordt hier en daar zelfs al overwogen een tattoo te plaatsen van hun nieuwe favoriete speler. Welgeteld één officiële wedstrijd heeft het geduurd vooraleer de (ex-)Rode Duivel zich in de harten van de Fulhamsupporters voetbalde. Een cultheld.

Na een rondje handjes schudden met de notabelen van de club – het lot van de imponerende debutant – doet Odoi ons het relaas van zijn kennismaking met The Championship: ‘Starten met een gele kaart na tien minuten is niet ideaal, maar nadien kwam ik steeds beter in de wedstrijd. Verdedigend kan het nog beter, de samenwerking met centrale verdediger Tomás Kalas mist automatismen, dat is normaal. Maar vooral na de rust liep het lekker, ook voetballend werd ik dan veel vaker betrokken in het spel. Ik voelde dat ik mijn rechtstreekse tegenstanders offensief pijn kon doen.’ Maar was een vernedering dan echt nodig? Odoi grijnst: ‘Die passeerbeweging met mijn rug was een ingeving van het moment. Ik heb het Dries Mertens vroeger weleens zien doen in de zaal, dus dacht ik: waarom niet? Mijn ploegmaats waren onder de indruk, onze linksachter vertelde mij in de kleedkamer dat het de mooiste dribbel was die hij ooit zag. (glimlacht) Probleem is dat ze dat hier nu elke week gaan verwachten.’

En weg was hij, nog meer handjes schudden.

BIJNA BUFFALO

Twee dagen voor dat fel bejubelde debuut is het een iets voorzichtigere Denis Odoi die plaatsneemt aan een tafeltje van het themacafé in Craven Cottage, zijn nieuwe thuis. Enthousiast en nieuwsgierig, maar nog niet helemaal gerust in zijn keuze voor een buitenlands avontuur. De contacten met Fulham dateren al van begin dit jaar en werden in de eerste weken van de voorbereiding op dit seizoen zeer concreet. Maar plots sprongen ook Legia Warschau en AA Gent mee in de dans. Twee opties die hem aan het twijfelen brachten. Odoi: ‘Besnik Hasi wilde me er graag bij in Warschau en ik stond daar zeker niet weigerachtig tegenover. Ik ken Besnik van bij Anderlecht, we konden het goed vinden met elkaar. Bovendien is Legia een mooie club met een fanatieke achterban en is Warschau een aangename stad, zo weet ik sinds onze Europa Leaguematch met Lokeren daar. Probleem was dat zij eerst een speler moesten verkopen voor ze een bod konden doen, dat sleepte aan.’

Dan was Gent een pak doortastender. Odoi: ‘Hein Vanhaezebrouck drong aan op mijn komst. Hij zag in mij een potentiële leidersfiguur van de ploeg. Ik was zeer gecharmeerd, omdat ik er zeker van ben dat ik bij Gent nog veel kon bijleren. Hein heeft me zelfs nog om één uur ’s nachts een sms gestuurd in een poging mij te overtuigen. Gent deed een serieus bod, maar kwam te laat. Dat ze met één bepaalde makelaar wilden werken, die denkt dat je met geld alles kunt regelen, speelt daar ook een rol in. Ik heb nochtans zwaar gepiekerd over de keuze. Maar mijn vriendin en ik beslisten voor het buitenland te gaan, anders zou ik mij dat later beklagen. Ik voelde de behoefte om eens iets anders te zien, niet weer dezelfde stadions, dezelfde scheidsrechters en dezelfde tegenstanders.’

Het werd dus de Engelse tweedeklasser Fulham, waar hij al langer een target was van de scoutingcel, maar niet van de coach. ‘Ik heb niet met coach Slavisa Jokanovic gesproken alvorens te tekenen bij Fulham’, geeft Odoi toe. ‘De coach duidt een profiel aan, maar het zijn de scouts en de sportief directeur die de spelers zoeken. Ik moet bekennen dat ik daardoor even twijfelde. Sinds mijn transfer van Anderlecht naar Lokeren, waar Peter Maes aandrong op mijn komst, weet ik hoe belangrijk het is dat vertrouwen te voelen van een trainer.’

Bij Fulham wordt hij in de eerste plaats als rechtsback beschouwd, net nadat de polyvalente Odoi bij Sporting Lokeren eindelijk wat standvastigheid had gevonden als linksback. ‘De sportief directeur, Mike Rigg, vertelde me dat ze mij als optie op beide flanken zien. Het is een veeleisende positie bij Fulham, want onze trainer verlangt dat we offensief meedoen maar dat we ook onze flanken goed afschermen. Er wordt hier zwaar gehamerd op het voorkomen van flankvoorzetten. Het is voor mij toch nog wat zoeken naar dat evenwicht tussen naar binnen knijpen om het veld klein te houden en uitstappen om de vleugelspits te neutraliseren. Bovendien zijn alle spelers sneller en fysiek steviger dan in België, merkte ik.’

Angst om op de bank te belanden moet Odoi de eerste weken van het seizoen alvast niet koesteren, aangezien zijn concurrent op de rechtsachter, Ryan Fredericks, geblesseerd langs de kant staat. ‘Maar dan nog’, nuanceert hij. ‘Mijn passage bij Anderlecht heeft me veel geleerd. Ik besef nu dat je niet te snel ongeduldig moet worden. Zelfs al zit je een heel seizoen op de bank, het volgende kan dat weer helemaal anders zijn. Mijn goede vriend Sacha Kljestan was daar een mooi voorbeeld van. Hij bleef positief en liet geen frustratie toe, ook niet in zijn privéleven. Dus zelfs mocht ik hier op de bank belanden, denk ik dat te kunnen plaatsen. Dat heet ‘ouder en wijzer worden’ zeker?’

LONDON CALLING

De Leuvenaar tekende op Craven Cottage een contract van drie jaar plus één in optie. Het is een andere wereld die zich opent. Craven Cottage behoort tot de must do’s van het lijstje historische voetbalstadions in Engeland. Al meer dan een eeuw, sinds 1896 om precies te zijn, werkt Fulham FC er zijn thuismatchen af. Via Fulham Road in één rechte lijn verbonden met Stamford Bridge, midden in een keurige woonwijk en met de iconische Theems als idyllisch decor in de achtergrond. De houten klapstoeltjes ademen traditie uit, de tribunes leunen dicht tegen het veld, de mensen zitten kort op elkaar en hippe skyboxen vallen er niet te bespeuren. Dit is voetbalbeleving op haar puurst. Voor aanvang worden de favoriete liedjes van de spelers gespeeld – de bonkige spits Matt Smith, tegen Newcastle matchwinnaar, kiest verrassend voor KC & The Sunshine Band – en wanneer de spelers het terrein op wandelen voor de tweede helft knalt London Calling van The Clash uit de krakende speakers. Uit volle borst meegebruld door 23.000 fiere Londenaars. Kippenvel.

Voor wie net drie jaar op Daknam voetbalde toch een mentale switch. ‘Fulham is een tweedeklasser, maar wordt geleid en heeft de faciliteiten van een club in de Premier League’, bevestigt Odoi. ‘Voorzitter Shahid Khan (nummer 205 op de Forbeslijst van rijkste mensen ter wereld en tevens eigenaar van de NFL-club Jacksonville Jaguars, nvdr) gaat binnenkort bovendien ons oefencomplex moderniseren. Moussa loofde ook het familiale karakter van de club. Niet gelogen: ons publiek bestaat uit voetballiefhebbers, geen hooligans. Fulham is geen arbeiderswijk, hé.’

De manier waarop met de spelers omgegaan wordt in Engeland, is helemaal anders. Odoi: ‘In België schud je iedereen de hand wanneer je toekomt op de club, hier hoeft dat niet. Sommige ploegmaats zie je pas voor het eerst op het trainingsveld. En als er twee trainingen op een dag gepland staan, mag je tussenin naar huis. Superbizar. Dan kleden die gasten zich om en gaan ze iets drinken in de stad. Ieder doet zijn ding, maar toch bestaat er een hecht kleedkamergevoel. In België ben je verplicht de hele dag samen op de club.’

De reputatie van het Engelse voetbal is dat de trainingen vaak niet veel meer zijn dan bezigheidstherapie, te wijten aan de overvolle wedstrijdkalender. En dat het met de persoonlijke hygiëne naast het veld niet zo nauw genomen wordt: ketchup op tafel, pizza’s na de wedstrijd en geregeld een biertje om de stress te verdrijven. Een mythe die Odoi ontkracht, of toch ten dele: ‘Spelers worden zeer kort opgevolgd. Na elke rustdag zijn er bijvoorbeeld speekseltesten om te zien hoe het met je immuunsysteem gesteld is. Aan de hand daarvan passen ze je vitaminekuur aan. De trainingen zijn inderdaad kort, maar wel intensief. Ik zie jonge gasten van zestien of zeventien jaar die fysiek al zo sterk zijn dat ze direct meekunnen in de Belgische competitie. Ryan Sessegnon bijvoorbeeld, zijn dijen zijn al dikker dan de mijne nu, wat een klasbak! Er zitten al verscheidene topclubs achter hem. Dat valt op: spelers zijn hier vooral bezig met krachttraining. Ze sleuren liever met zware gewichten dan dat ze stabilisatieoefeningen doen. Ik zit nu ook vaker in de fitness, maar ik moet opletten, ik krijg snel last van mijn schouderspieren.’

Het cliché van het fysieke Britse voetbal, en al zeker in de tweede klasse, klopt wel, mocht Odoi al snel ervaren. ‘Enkele van mijn ploegmaats hebben me gewaarschuwd dat er nog altijd een flink deel van de ploegen ordinaire kick-and-rush spelen. Hier lopen echt beren van venten op een voetbalveld rond. Soms voel ik mij weer een kind van zestien. (grijnst) Op de sprint- en sprongtesten haalde ik hier maar één keer de top drie, terwijl ik bij Lokeren bijna overal boven aan die lijstjes prijkte.’

MATCH OF THE DAY

De eerste weken verbleef Odoi op hotel in de buitenwijk Richmond, veel tijd om Londen te verkennen had hij nog niet. ‘De eerste weken trainden we dikwijls twee keer per dag en ik moest op zoek naar een huis. Soms deed ik negen huisbezoeken per dag.’ Sinds vorige week heeft hij zijn eigen stek. ‘Zo fokking duur dat het hier is!’, lijkt Odoi nog niet hersteld van zijn initiële schok. ‘Voor het appartement dat ik in Antwerpen huur, betaal je hier vier keer de prijs. Maar het is een bruisende stad die veel mogelijkheden biedt, mijn vriendin wil absoluut eens naar het theater.’

Met het contingent aan Belgische spelers in Londen zijn er ook opties genoeg om af te spreken voor een koffietje in hippe buurten als Shoreditch of King’s Cross. ‘Moussa stelde al voor om iets te gaan drinken, maar hij en Jan Vertonghen wonen in Noord-Londen, dat kan soms anderhalf uur duren voor je daar geraakt. Londen is geen wagenvriendelijke stad, de meeste mensen nemen het openbaar vervoer. Een aantal van mijn ploegmaats gebruikt zelfs Uber om na de training thuis te geraken en onze kinesisten komen met de koersfiets.’

Met de spelersbus staan er de komende maanden verplaatsingen op het programma naar Newcastle, Aston Villa, Nottingham Forest, QPR en Leeds United. Gekende namen zijn het in het Engelse voetbal, het maakt van The Championship een mediagenieke competitie. Voor de Belg toch een stukje jeugddroom die in vervulling gaat. ‘Als kind nam ik niet Stadion op, maar Match of the Day. Ik was fan van Thierry Henry en Dennis Bergkamp, later van Michaël Essien. Wat mij vooral opviel destijds: dat er in elke aflevering van Match of the Day belachelijk veel wereldgoals gescoord werden, alsof er een afstandsbediening in die ballen zat.’

Odoi zorgde ondertussen voor zijn eigen stukje Match of the Day. We denken terug aan minuut tachtig tegen Newcastle. In de perstribune veert BBC-analist en ex-Engels international Jermaine Jenas op, hij grijpt naar zijn hoofd en kijkt verwonderd rond zich. Dat je er bij je debuut voor eigen publiek, in een topmatch, ook maar aan dénkt om zoiets te proberen, als rechtsback dan nog, daar hebben analisten en supporters maar één woord voor: ‘Amazing!’

DOOR MATTHIAS STOCKMANS IN LONDEN – FOTO’S MATTHIAS STOCKMANS

‘Op de sprint- en sprongtesten haalde ik hier maar één keer de top drie, terwijl ik bij Lokeren bijna overal boven aan die lijstjes prijkte.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content